place

Teekenschool (Amsterdam)

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidBouwwerk van Pierre CuypersRijksmonument in AmsterdamRijksmuseumgebouw (Amsterdam)Rijksmuseumtuinen
Stelling van Amsterdam
Teekenschool Rijksmuseum
Teekenschool Rijksmuseum

De Teekenschool is een voormalig schoolgebouw in de tuin van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het schoolgebouw werd in 1892 geopend. Het werd gebouwd door Pierre Cuypers om toekomstige tekenleraren van de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers praktijkervaring te laten opdoen met het geven van tekenles. Boven de ingang van de Oefenschool staat het credo van Victor de Stuers: "Teekenen is spreken en schrijven tegelijk". In 1924 werd de school gereorganiseerd tot Rijksinstituut tot Opleiding van Teekenleeraren, het gebouw werd uitgebreid en de hele opleiding verhuisde van de zolder van het Rijksmuseum naar het schoolgebouw. Het gebouw verloor zijn onderwijsfunctie in 1966 toen het kunstonderwijs vertrok naar de Rietveldacademie. Na de verbouwing van het Rijksmuseum heeft het weer een educatieve bestemming gekregen en worden er voor kinderen en volwassenen workshops gehouden. Verder is er het kantoor van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap gevestigd. Ook in Roermond werd een onderwijsinstelling opgericht door Pierre en Jos Cuypers, de latere R.K. Scholengemeenschap Dr. Cuypers.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Teekenschool (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Teekenschool (Amsterdam)
Museumplein, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Teekenschool (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.3591 ° E 4.8860305555556 °
placeToon op kaart

Adres

Rijksmuseum

Museumplein
1071 CX Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Website
rijksmuseum.nl

linkWebsite bezoeken

Teekenschool Rijksmuseum
Teekenschool Rijksmuseum
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Ruysdaelkade 11-25
Ruysdaelkade 11-25

Het complex Ruysdaelkade 11-25 bestaat uit gebouwen aan de Ruysdaelkade in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het is een van de vier gemeentemonumenten aan de kade, het Moppesgebouw niet meegerekend. Het complex staat op een hoek, waarbij de Ruysdaelkade, die begint als gewone straat aansluiting vindt bij de Boerenwetering om daar als kade verder te gaan. De huizen zijn gebouwd volgens een ontwerp van architect J.F. Schutte, wiens voornaamste broodwinning kwam uit de makelaardij. Het vermoeden bestaat dat hij dit blok had gekocht om het zelf te exploiteren. In de bestemming van de gebouwen is sinds de bouw niets veranderd. De gebouwen dienen tot woonhuizen. Schutte ontwierp de gebouwen in een niet te benoemen stijl. Hij gebruikte allerlei stijlelementen, hetgeen in de architectuur (net als in andere kunststromingen) aangeduid wordt met eclecticisme. Zo zijn aan de gebouwen lisenen en hoofdgestellen te zien, net als balkons. Dat laatste is opmerkelijk voor woningen in de Oude Pijp, waar de straten meestal te smal waren voor toepassing van balkons. Het blok kent drie bijzonderheden: woningen aan de Ruysdaelkade hebben een luxer uiterlijk meegekregen dan andere gebouwen in de Oude Pijp; Koning Willem III der Nederlanden was aanwezig bij de leg van de eerste steen, net als mevrouw H.M. Schutte-Wenz, waarschijnlijk de vrouw van makelaar/architect; kunstenaar Carel Willink woonde en werkte in het hoekpand op nr. 15; dat nu uitkijkt op het kleine Carel Willinkplantsoen.

Hide and see(k)
Hide and see(k)

Hide and see(k) is een kunstwerk toegepaste kunst in Amsterdam-Zuid. Het werk bestaat uit een fontein naar een ontwerp van de Deense kunstenaar Jeppe Hein. Hein ontwierp meer fonteinen, die verspreid over de wereld hun plaats vonden. Hide and see(k) (Hide-and-seek betekent verstoppertje) werd in 2013 geplaatst in de Rijksmuseumtuinen van het Rijksmuseum, Amsterdam (inventarisatienummer NG-2014-13). Hein kwam met een combinatie van de waterspuwers (bedriegertjes) in 17e-eeuwse tuinen die verdekt opgesteld de bezoekers verrasten met plotselinge waterstralen en een gangbare fontein of sprong. De fontein bestaat uit een rond bassin met een doorsnee van 9 meter, waarop roestvast stalen rasters liggen. Vanuit die rasters spuiten de vier groepen spuwers in vaste volgorde hun water. De groepen spuwers vormen een gesloten cirkel of vierkant van 3,50 bij 3,50 meter of een combinatie daarvan zodat een corridor ontstaat. Daarbij is er een periode van twaalf seconden dat de spuwers geen water lozen; het is dan zaak binnen of juist buiten het besproeide gebied te geraken. Hein wilde met deze wijze kortstondige ontmoetingen laten plaatsvinden; je bevindt je met een lotgenoot even opgesloten binnen de muren van water, die net zo snel weer verdwijnen als dat ze gekomen zijn. Met hetzelfde thema creëerde hij eerder Appearing rooms (kamers van watermuren eveneens in fonteinvorm) en Social bench; een bankje waar je alleen op kan zitten als je je bankgenoot aankijkt of ernaar toe glijdt. De fontein kwam te liggen in de toen vernieuwde museumtuinen van landschapsarchitect Copijn. In 2013 lag de fontein tussen de tijdelijke expositie van beelden van Henry Moore, in 2018 tussen die van Eduardo Chillida. In de buurt van de fontein is er voor de kinderen nog een permanent opgesteld klimrek van Aldo van Eyck. De aankoop werd medegefinancierd door industrieel en kunstverzamelaarsechtpaar Charlotte en Joop van Caldenborgh.

Weteringpoort (brug)
Weteringpoort (brug)

De Weteringpoort is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De naam verwijst naar het watertje de Wetering, dat hier liep, waaraan de Weteringpoort stond, het was een van de kleinste toegangspoortjes tot de stad. De verkeersbrug is gelegen in de Weteringschans en overspant zowel het watertje als de Weteringwaterkering (sluis 209 in Amsterdam). Blikvangers in de buurt zijn het grachtenpand in gebruik bij Carl Denig aan de noordoostzijde van de brug, aan de zuidoostzijde staat het voormalige commiezenhuis aan Weteringschans 30, een rijksmonument. Aan de westzijde van de brug staat nieuwbouw, waarvan Peper en Zout gevierd en vervloekt werd. Een eerste brug kwam hier omstreeks 1866 te liggen, aldus Frank V. Smit. Het was van ijzer met houten balken. De Wetering Schans kreeg toen langzamerhand vorm met enkele bebouwing, zoals bijvoorbeeld het gebouw van Carl Denig. Op de plattegrond uit 1875 is nog wel te zien de dam in de Singelgracht. Bij een tekening van de schutsluis in 1878 is de brug te zien en is ook al de tramweg vermeld. Deze brug kon in de jaren tien van de 20e eeuw het verkeer niet meer aan, er kwam een nieuwe brug van ijzeren balken en een betonnen overspanning. Ongeveer tegelijkertijd werd het stuk Leidseplein tot en met Frederiksplein geasfalteerd. Vanaf juli 1958 vond er uitgebreide renovatie van de brug plaats, de Weteringschans werd gezien als ringweg en zou dus een drukke verkeersroute worden met als hoogtepunt het verderop gelegen Weteringcircuit. Dat de straat al druk was, bewees de aanpak; er werd in vier fasen gebouwd, waarbij de brug gedeeltelijk permanent in dienst bleef. Buizen die bij de brug uit 1910 aan de buitenzijde hingen, werden onder het wegdek verstopt. Gedurende de werkzaamheden werden de tramrails heen en weer geschoven zodat ook dat verkeer doorgang kon vinden, maar dat zorgde er wel voor dat ook het wegdek steeds aangepast moest worden. Er werd geschat dat er negen maanden aan de brug gewerkt moest worden. De brug werd daarbij zo ingericht dat er eventueel nog verbreding van de rijweg kon plaatsvinden, dan wel ten koste van de breedte van de voetpaden. Er moest een drijvende bok aan te pas komen om de brugdelen neer te leggen. In de jaren zeventig veranderde het beeld voor het gebruik van de Weteringschans (weer). Er werd gekozen voor eenrichtingsverkeer per huizenblok, hetgeen ervoor zorgde dat het verkeersaanbod op de brug sterk afnam. De indeling is sindsdien (van noord naar zuid) voetpad, ongescheiden fietspad en rijweg naar het westen, tram/taxibaan, fietspad en voetpad naar het oosten. Over de brug rijden sinds 22 juli 2018 tramlijnen 1, 7 en 19. De krappe bocht in de Lijnbaansgracht zorgt ervoor dat deze brug niet in veel rondvaartroutes zit.