place

Arie Biemondstraat 105-111

Bouwwerk in Amsterdam-WestRijksmonument in Amsterdam
Pathologisch Anatomisch Labaratorium, Wilhelminagasthuis
Pathologisch Anatomisch Labaratorium, Wilhelminagasthuis

Arie Biemondstraat 105-111 is een gebouwencomplex in Amsterdam Oud-West. Op deze plaats stond rondom de eeuwwisseling een brandweerkazerne aan de Nicolaas Beetsstraat, hoek Jacob van Lennepkanaal/-kade. Op het terrein meer oostelijk werd druk gebouwd aan het Wilhelmina Gasthuis, dat keer op keer uitgebreid werd met nieuwbouw en waarvoor delen van de aanwezige gebouw gesloopt moesten worden. De brandweerkazerne onderging dat lot om vanaf 1928 plaats te maken voor de bouw van het pathologisch-anatomisch laboratorium van het Wilhelmina Gasthuis, dat moest uitgroeien tot academisch ziekenhuis. De voorbereidingen van de bouw werd getroffen door een staking van zand- en grindvervoerders; de gemeente had een rekening laten open staan. Het laboratorium werd gebouwd naar een ontwerp van Allard Remco Hulshoff werkend voor de Dienst der Publieke Werken van Amsterdam. Hij kwam met een gebouw in de stijl van de verstrakte Amsterdamse School en zakelijk expressionisme. Hij schreef kubische bouwvolumes voor met veel rechthoekige vormen en bakstenen uiterlijk. Verder opvallend zijn de teruggetrokken verdiepte vensters, ook strikt rechthoekig. Het gebouw bestaat uit een centraal deel met twee zijvleugels. In en om het gebouw zijn diverse beeldhouwwerken van Hildo Krop te vinden, die verwijzen naar dit gebruik. Beelden van Krop zijn: hardstenen beelden in de pijlers voorstellen een man met pijl-en-boog; een man met neerdalende vogel, een vrouw met handen naast de schouders, een vrouw met kelkbloem, een vrouw met vlammend hart in de hand, een vrouw die een vogel koestert in haar hand, een man met phoenix en een man met een zittende adelaar beelden Troost (mensenpaar) en Herinnering (vrouwenfiguur met klokbloem) op hekpijlers, eveneens in hardsteen. Het Wilhelmina Gasthuis bleef maar uitbreiden en in de jaren zestig verrees aan de Eerste Constantijn Huygensstraat een nieuw laboratorium, maar dan van de hand van Johan Sargentini (ook van Publieke Werken). Dit gebouw, bekend als Jan Swammerdam Instituut, werd in de daaropvolgende jaren steeds meer gezien als een van de lelijkste gebouwen van de stad. Het nieuwe laboratorium was destijds nodig omdat het academisch ziekenhuis moest blijven reorganiseren. Echter omstreeks dezelfde tijd werd besloten een geheel nieuw medisch complex te bouwen, het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam-Bijlmermeer. Het complex van het WG aan de Eerste Helmersstraat werd daarop langzaamaan ontruimd. Enkele gebouwen werden gesloopt. In 2004 ging het “nieuwe” laboratorium van Sargentini tegen de vlakte. Twee jaar daarvoor, 8 februari 2002 werd het oude laboratorium, aangewezen als rijksmonument (nummer 524816). In 2017 dient het gebouw tot bioscoop en restaurant, waarbij: de naam van de bioscoop Cinema Lab 111 verwijst naar het voormalig gebruik en het straatnummer aan de Arie Biemondstraat, die pas in 1985 haar naam kreeg en op zich weer een vernoeming is naar Arie Biemond, neuroloog van het WG de naam van het restaurant Strangelove verwijst naar de gelijknamige film van Stanley Kubrick uit 1964. Opgemerkt wordt dat Cinema Lab 111 een project is van het Smart Project Space, dat juist moest vertrekken uit het toen te slopen Jan Swammerdam Instituut.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Arie Biemondstraat 105-111 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Arie Biemondstraat 105-111
Arie Biemondstraat, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Arie Biemondstraat 105-111Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.363666666667 ° E 4.8674444444444 °
placeToon op kaart

Adres

Arie Biemondstraat 109A
1054 PD Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Pathologisch Anatomisch Labaratorium, Wilhelminagasthuis
Pathologisch Anatomisch Labaratorium, Wilhelminagasthuis
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Getekend (Hans van der Pas)
Getekend (Hans van der Pas)

Getekend is een artistiek kunstwerk in Amsterdam Oud-West. Het kunstwerk uit de categorie gezichtsbedrog werd in 2006 geplaatst door kunstenaar Hans van der Pas. Aan het begin van de Kanaalstraat, daar waar zij begint aan de Nicolaas Beetsstraat werd in de periode dat het grondgebied nog tot gemeente Nieuwer-Amstel behoorde, een tweetal panden neergezet (architect onbekend). Kanaalstraat 1 en 3 bestonden uit een begane grond, twee verdiepingen en een zolderetage. Deze zolderetage werd voorzien van dakkapellen met klauwhamers. Het stel werd grotendeels symmetrisch gebouwd. De gebouwen werden in de loop der jaren verbouwd waarbij er een verdieping op werd geplaatst en er kwam een nieuwe zolderetage met nieuwe moderne dakkapellen (rechthoekig zonder versieringen). Wat de verbouwing had gewijzigd bleef zichtbaar, de afwijkende kleur van de nieuwe bakstenen, voeging en techniek vormen ook in 2021 voor een zichtbare scheiding tussen oud- en nieuwbouw. Het meest opvallend was de kleurscheiding op de zijgevel van nr. 1. Deze stak al sinds de oorspronkelijk bouw als blinde gevel af boven een onderstuk (stenen bergplaats) tussen de achtergevel van Nicolaas Beetstraat 116 en Kanaalstraat 1. Kunstenaar Hans van der Pas Liet zich door de verandering inspireren, hij liet die zijgevel reinigen en bracht tekening aan, waarbij het lijkt of er een aan de gevel van de gebouwen een bovenstuk hangt. Stadstekenaar Romy Muijers legde het kunstwerk in 2017 op tekening vast. Van Hans van der Pas zijn in de wijk Sporenburg drie “gevelstenen” te zien.

Voor de verpleging
Voor de verpleging

Voor de verpleging is een artistiek kunstwerk in Amsterdam Oud-West. Het is een eerbetoon uit 1992 van kunstenaar Liesbeth Pallesen (1955) aan verpleegkundigen Anna Reynvaan en Jeltje de Bosch Kemper. Zij hielden op 4 en 5 oktober 1892 twee samenkomsten in het kader van "Congres voor Ziekenverpleging" in vrijgehouden zalen binnen het Wilhelmina Gasthuis. Motto: Bij de beschaafde vrouw de lust om zich aan het edele werk der ziekenverpleging te wijden meer en meer op te wekken. Uit deze congressen zou een jaar later de "Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging" ontspruiten, die echter te weinig voor de verpleegkundigen deed en in 1900 al werd opgevolgd door "Nosokómos", de voorloper van "Verpleegkundigen en Verzorgenden in Opstand" (VVIO, 1988-1989), "Nederlandse Maatschappij voor Verpleegkunde" (NVM, 1989-1991) en uiteindelijk NU'91. Het beeld bestaat uit twee objecten uit brons. Het ene object is een lantarenpaal annex leeslamp; het ander een lessenaar. Op die lessenaar ligt een boek met opengeslagen bladzijden, waarop twee portretten van de verpleegkundigen te zien is en de tekst Samenkomst van belangstellenden in de ziekenverpleging, 4 en 5 oktober 1892. Beide objecten zijn versierd door beeltenissen uit de verpleegkunde, zoals een injectienaald. Ook een verwijzing naar een van de voorlopers van het Wilhelmina Gasthuis ontbreekt niet; een portret van een dokter (snaveldokter of pestmeester) uit het Pesthuys, dat daar eerder stond. Ook Aletta Jacobs wordt genoemd. Het ensemble staat op het Jeltje de Bosch Kemperpad, aangelegd op de voormalige terreinen van het Wilhelmina Gasthuis.

Overtoom (Amsterdam)
Overtoom (Amsterdam)

De Overtoom is een straat in het stadsdeel West in Amsterdam, tussen de Stadhouderskade en de Amstelveenseweg. De huidige Overtoom heette vanaf 1345 de Heiligeweg, want hij leidde naar het Mirakel van Amsterdam. Langs de Heiligeweg liep de Heiligewegsevaart, later de Overtoomsevaart genoemd. Een stukje Overtoom (bij de Vondelkerk) heeft korte tijd Vondelkade geheten. Tot eind 19e eeuw lag de Overtoomseweg in de gemeente Nieuwer-Amstel die toen door Amsterdam werd geannexeerd. De straat dankt haar naam aan de overtoom (overhaal) op een dam die in 1515 tussen de Schinkel en de Kostverlorenwetering was aangelegd. Op dit drukke kruispunt van water en wegen ontstonden herbergen, melkhuisjes, woningen, een wekelijkse markt en vertier. In de 18e eeuw kwamen langs de Overtoomseweg pleziertuinen, buitenhuizen, bierlokalen en zelfs theaters. Deze verdwenen vrijwel allemaal in de 19e eeuw om plaats te maken voor statige woonhuizen, winkels en bedrijven. Ook werd de overhaal in 1809 door een schutsluis vervangen: de Overtoomse sluis. Begin 20e eeuw werd de Overtoomsevaart gedempt en werden beide zijden bebouwd met woonhuizen van meestal vier verdiepingen. In 1925 werd een nieuwe ijzeren ophaalbrug gebouwd iets ten noorden van de oude en in 1942 werd de Overtoomse sluis vervangen door de Schinkelsluis bij de Nieuwe Meer. Het was een statige laan met prachtige volwassen bomen. De grotendeels 19e- en begin-20e-eeuwse woonhuizen staan er nog steeds, aangevuld met interessante architectuur uit de jaren 1920, 30 en 40 en afgewisseld met bebouwing uit de jaren 60 en 70. De huidige Overtoom herbergt op ongeveer 1,75 kilometer duizenden bewoners en bijna honderd winkels. Op de begane grond is de verhouding bewoners/winkels ongeveer 50/50. In 2000 is de Overtoom 'geherprofileerd' en zijn de meeste oude bomen gekapt.