place

Coelius

Heuvel in Rome
Seven Hills of Rome
Seven Hills of Rome

De Coelius of Caelius (Italiaans: Celio) is een van de zeven heuvels van Rome. Het is ook de naam van een Romeinse gens: Decius Caelius Calvinus Balbinus, Romeins keizer in 238 Gaius Coelius Caldus, volkstribuun Lucius Caelius Antipater, geschiedschrijver Marcus Caelius Rufus, politicus, redenaar, vriend van Cicero en Catullus

Fragment uit het Wikipedia-artikel Coelius (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 41.885119444444 ° E 12.496561111111 °
placeToon op kaart

Adres

Ponte de Rande

Ponte de Rande
36320 , Domaio
Galicia, España
mapOpenen op Google Maps

Seven Hills of Rome
Seven Hills of Rome
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Santo Stefano Rotondo
Santo Stefano Rotondo

De Santo Stefano Rotondo is een vroegchristelijke kerk in Rome. De kerk werd in de eerste helft van de 5e eeuw op de Caelius gebouwd in opdracht van de West-Romeinse keizer Valentinianus III (425-455) of Paus Sixtus III (432-440). Het gebouw werd tijdens het pontificaat van Paus Simplicius (468-483) ingewijd. Op dit terrein stond eerder de Castra Peregrina. De Santo Stefano Rotondo heeft een ronde vorm, die mogelijk is gebaseerd op de eerste Heilig Grafkerk in Jeruzalem die honderd jaar eerder was gebouwd. De kerk bestond oorspronkelijk uit een centraal deel dat werd omgeven door twee concentrische beuken. Vier exedra's waren als kapellen in een kruisvorm tegen de middenbeuk aan gebouwd. Het centrale deel van de kerk heeft een diameter en een hoogte van 22 meter en wordt gedragen door 22 antieke zuilen met 5e-eeuwse kapitelen in de Ionische orde. 22 halfronde ramen laten licht de kerk binnen. Tegen het centrale deel is de concentrische middenbeuk met een diameter van 45 meter aan gebouwd. Tussen de middenbeuk en de buitenste ring was een open corridor, die door de vier kapellen werd onderbroken. De buitenste ring had destijds een diameter van 64 meter. Onder Paus Adrianus I (772-795) was de constructie dusdanig verzwakt, dat het centrale deel met drie bogen versterkt moest worden. In mei 1084 vielen de Noormannen onder Robert Guiscard Rome binnen en brachten daarbij grote schade toe aan onder andere de Santo Stefano Rotondo. De kerk kon niet goed hersteld worden en onder Paus Innocentius II (1130-1143) werden de buitenste ring en drie van de vier kapellen afgebroken. De 44 arcaden van de middelste ring werden dichtgemetseld en de oostelijke kapel werd verbouwd tot entreeportaal. In 1453 kreeg de kerk zijn huidige uiterlijk toen een dubbel portaal werd aangebouwd. Bij opgravingen in 1658 zijn de restanten van een mithraeum onder de kerk gevonden. Ook werden restanten van barakken van de Castra Peregrina aangetroffen.

San Sisto Vecchio (basiliek)
San Sisto Vecchio (basiliek)

De basiliek San Sisto Vecchio is een kerk in Rome, gewijd aan de heilige paus Sixtus II (257-258), wiens relieken zich in de kerk bevinden. Volgens de overlevering werd de kerk gebouwd op de plaats waar de paus Laurentius van Rome ontmoette, vlak voordat beide mannen slachtoffer werden van de christenvervolgingen onder keizer Valerianus I. Het eerste gebouw kwam tot stand in de 4e eeuw en had de status van ‘titulus’ (ook wel aangeduid als domus ecclesia). Hierdoor was het gebouw naast een bestuurlijk en administratief centrum onder leiding van een kardinaal, ook de plaats waar het toegestaan was om de sacramenten toe te dienen, dit in tegenstelling tot de oratoria (privéhuizen) of dekenaten. De naam ‘Titulus Crescentianae’, die betrekking had op de San Sisto Vecchio, zou erop wijzen, dat de stichter van de vroegchristelijke kerk een Romeinse vrouw was met de naam Crescentia. Tijdens het pontificaat van paus Anastasius I (399-401) werd het gebouw officieel als kerk erkend. Onder paus Innocentius III (1198-1216) werd de kerk herbouwd en door zijn opvolger paus Honorius III (1216-1227) geschonken aan de later heilig verklaarde Dominicus Guzman, oprichter van de orde van Dominicanen. De toen aangebrachte fresco’s met scènes uit het Nieuwe Testament en de Apocriefen bevinden zich nog in de kerk. Tijdens het pontificaat van paus Benedictus XIII (1724-1730) kreeg de Italiaanse architect Filippo Raguzzino de opdracht de kerk te restaureren en renoveren. Hierbij werd de in de 13e eeuw gebouwde toren en apsis gehandhaafd. Het bij de kerk behorende klooster van de orde van Dominicanen wordt nog steeds bewoond door nonnen van de orde. In de tuin achter de kerk vindt ieder najaar een tentoonstelling van chrysanten plaats. De San Sisto Vecchio is een van de titelkerken binnen Rome. Titelkardinaal is sinds 28 november 2020 Antoine Kambanda.

San Gregorio Magno al Celio
San Gregorio Magno al Celio

San Gregorio Magno al Celio, ook bekend als Santi Andrea e Gregorio al Monte Celio of San Gregorio al Celio of korter San Gregorio, is een kerk te Rome. De kerk bevindt zich op de Coelius, een van de zeven heuvels van Rome. De eerste kerk op deze plaats werd gebouwd in 575 als bidkapel ter ere van Sint Andreas bij het huis van de latere Paus Gregorius I. Het huidige bouwwerk is van de hand van Giovanni Battista Soria (1629-1633); Francesco Ferrari ontwierp het interieur (1725-1734). Voor de kerk staat een brede trap, die oploopt vanuit de Via di San Gregorio, de straat die de Coelius en de Palatijn scheidt. De voorgevel in travertijn lijkt op die van de San Luigi dei Francesi. Voor men de kerk binnengaat, moet men eerst langs een portiek, waar enkele graftombes staan, onder andere van een 17e-eeuwse geestelijke (op deze plaats stond vroeger de tombe van Imperia, minnares van de rijke bankier Agostino Chigi (1511). Binnenin zijn ornamenten te zien van Ferrari. Achteraan het schip staat het altaar van Sint Gregorius de Grote, daterend uit de 15e eeuw. De Cappella Salviati werd ontworpen door Francesco da Volterra en voltooid door Carlo Maderno in 1600; deze kapel bevat een antiek fresco dat volgens een legende zou gesproken hebben met Sint Gregorius. Ook staat er een marmeren altaar van Andrea Bregno en zijn leerlingen uit 1469. Links van de kerk staan drie kapellen bij elkaar. Deze werden gebouwd in opdracht van kardinaal Cesare Baronio in het begin van de 17e eeuw, als herinnering aan het oorspronkelijke klooster dat er stond. De middelste kapel, gewijd aan Sint Andreas, bevat fresco’s van Domenichino, Pomarancio en Guido Reni. Rechts staat de kapel van Sint Silvia, de moeder van Sint Gregorius (waarschijnlijk is de kapel gebouwd op haar graf). De kapel van de Heilige Barbara bevat het beroemde triclinium, een tafel met drie aanligbanken, waar Sint Gregorius de armen van maaltijden voorzag. De tafel zelf is van marmer. Rond de kerk zijn nog resten terug te vinden van de Agapetische bibliotheek en van een Romeinse winkel.