place

Rokin 69

Kantoorgebouw in AmsterdamRijksmonument in Amsterdam-Centrum
2021 Rokin 69, Asd (1)
2021 Rokin 69, Asd (1)

Rokin 69 te Amsterdam is een gebouw aan het Rokin in Amsterdam-Centrum. Het is deels een rijksmonument. Rond 1900 ontwikkelde de gracht Rokin zich als een soort financieel centrum. Diverse verzekeringsmaatschappijen vestigden zich hier (om even later weer te vertrekken). Toen het Rokin nog open water was dat in verbinding stond met de Amstel wilde de Britse "The Marine Insurance Company Limited" zich vestigen aan de hoek Rokin 69 en Wijde Lombardsteeg 2, 4, 6. Zij schakelden daarbij hun Nederlandse vertegenwoordiger Emanuel Orobio de Castro in, een belangrijke man binnen verzekeringsland. Daartoe moest een pakhuisachtig gebouw plaatsmaken. Architect Gerrit van Arkel ontwierp een gebouw, dat aangekondigd was als een verbouwing van het gebouw. In de praktijk kwam het erop neer dat er gesloopt werd met vervolgens een geheel nieuw pand. Van Arkel kwam met een gebouw in de voor hem gangbare art nouveaustijl, hier en daar met invloeden van Hendrik Petrus Berlage. In 1914 werd het gebouw aan de achterzijde uitgebreid, daartoe moesten de Wijde Lombardsteeg 8 en Nes 80 geïntegreerd worden. Opnieuw was de architect Van Arkel, die overigens kantoor voerde op Damrak 80-81. In 12 juli 1919 was de maatschappij alweer weg; opvolger was "Dunlop & Co, in effecten en assurantiën", komende van Damrak 74. Het gebouw draagt het stempel van Van Arkel; hij ontwierp voor diverse gebouwen een torentje op een hoek, zoals voor de gebouwen Helios (Spui), Astoria (Keizersgracht) en zijn eigen kantoor. Verder paste hij veel zandsteen in de voorgevel toe en is het gebouw asymmetrisch en heeft een ongelijke etagering (deels 2 en deel 4 etages). Van Arkel ontwierp ook de indeling van het interieur. In de periode 1984-1987 verrees een nieuwe buurman aan de overzijde van de Wijde Lombardsteeg, de Optiebeurs van Cees van Dam. Ook daarin kwam tussen 1995 en 2012 een verzekeraar te werken Fortis. In 1989 was er nog geen sprake van een monument. De Volkskrant van 3 februari 1989 sprak van een “platvloers niveau”, “smakeloos gebouw”, “kitsch” en “op de monumentenlijst zal je het niet vinden”. Tegelijkertijd sprak Het Parool bewonderend over het ranke torentje van het gebouw. Het oorspronkelijke oude deel werd op 11 december 2001 opgenomen in het monumentenregister. De bolvormige dakafsluiting werd tussen 2013 en 2021 nog vervangen. In die periode moest het gebouw grondig verbouwd worden vanwege de eisen van de tijd; daarbij moest echter rekening gehouden worden met monumentschap, begeleidend architect was Claudio Varone. De naam van de eerste eigenaar en opdrachtgever is ook in 2021 nog duidelijk boven in de gevel leesbaar, volgens het monumentenregister is het verwerkt in een mozaïek. Onder de naam is een zeilschip zichtbaar. Minder duidelijk is de naam van de architect, uitgespaard in een hoeksteen. Jarenlang voer een pontje over het water Rokin tegenover de Lombardsteeg.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Rokin 69 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Rokin 69
Rokin, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Rokin 69Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.370769444444 ° E 4.8930638888889 °
placeToon op kaart

Adres

Rokin 69
1012 KL Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2021 Rokin 69, Asd (1)
2021 Rokin 69, Asd (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Rokin (metrostation)
Rokin (metrostation)

Metrostation Rokin is een van de metrostations van metrolijn 52, ook de Noord/Zuidlijn genoemd. Dit station, een ontwerp van Benthem Crouwel Architekten, ligt onder het Rokin. Het heeft een eilandperron van 125 meter lang en circa 11,8 meter breed. Er zijn twee uitgangen, een aan de noordzijde van het Rokin, ten zuiden van de Dam, en een ten noorden van het Spui. Het station gaat naar verwachting ongeveer 30.000 in- en uitstappende reizigers per dag verwerken. Het station ligt op een diepte van 21,5 meter onder NAP. De NOS meldt op 8 maart 2018 het volgende: "Reizigers die bij het Rokin de metro pakken, staan eerst tweeënhalve minuut op de roltrap voordat ze het perron bereiken." Vanwege de grote diepte is het te overbruggen hoogteverschil dusdanig groot dat het perron alleen toegankelijk zal zijn per lift en via roltrappen. Vaste trappen zijn hier niet toegepast. Boven op het station komt onder andere een ondergrondse parkeergarage voor 250 à 300 auto's en een ondergrondse fietsenstalling voor maximaal 300 fietsen. Het station wordt tevens gebruikt voor een expositie van de archeologische voorwerpen die tijdens de bouw van de metrolijn in de Amsterdamse bodem zijn aangetroffen. Vier kunstenaars werden geselecteerd om een ontwerp te maken voor deze expositie, in combinatie met een kunstwerk op het perronniveau. In december 2013 selecteerde een speciale commissie van de gemeente een kunstwerk van het Brits-Franse kunstenaarsduo Daniel Dewar en Grégory Gicquel voor dit station. Het kunstwerk bestaat uit twee lange vitrines tussen de roltrappen waarin diverse archeologische vondsten worden tentoongesteld. Op de beide wanden langs de sporen worden vergrote afbeeldingen van deze vondsten aangebracht in mozaïek van keramiek, gekleurd glas en steen.

Nes (Amsterdam)
Nes (Amsterdam)

Nes is een smalle Amsterdamse straat, evenwijdig aan het Rokin, tussen de Dam en de Grimburgwal in de Amsterdamse binnenstad De naam duidt aan dat hier in vroegere tijden een 'nes' lag, dat is een landtong, een smal stuk land dat uitsteekt in een binnenwater (hier de Amstel) en soms de vorm heeft van een tong: een smalle strook land die zich aan het uiteinde iets verbreedt. Ten oosten van de Amstel lag tot in de veertiende eeuw moerassig land. Tot in de zeventiende eeuw noemde men het noordelijk deel Gansoord. De Nes vormde de oostelijke oever van de Amstel, terwijl de Kalverstraat hier de westelijke oever vormde. Vanaf 1342 werd het zuidelijk gedeelte van de Nes bij de stad gevoegd. Vanwege de goedkope grond werden hier zes kloosters gevestigd: het Cellebroedersklooster, het Sint Mariaklooster, het Sint Margarethaklooster, het Sint Maria Magdalenaklooster, het Sint Barbaraklooster en het Sint Claraconvent. Vijf hiervan lagen in het laatste stukje van de Nes. In de volksmond werd dit stukje straat dan ook wel Gebed zonder End genoemd. Tegenwoordig is er nog een zijsteeg met de naam Gebed zonder End. Na de Alteratie van 1578 kregen de kloostercomplexen andere functies. Zo stichtte het Sint-Pietersgilde van Vleeshouwers en Visverkopers hier het Sint Pietersgasthuis, later Binnengasthuis op de plaats van het Oude en Nieuwe Nonnenklooster. De Sint-Pieterskapel werd in 1582 uitgebouwd tot Sint-Pietershal Grote Vleeshal ter vervanging van die in de Waagsteeg. In 1587 werd ook de kapel van het Margarethaklooster erbij getrokken: de Kleine Vleeshal. In 1779 werd het complex gedeeltelijk vervangen door nieuwbouw van de stadsbouwmeester Abraham van der Hart. Ten huize van de koopman Dirck van Os werd in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. Het kantoor van de VOC bleef daar nog jarenlang zitten. Al in de vroege negentiende eeuw was de Nes een uitgaanscentrum. Naast bordelen vond men hier café chantants, het Salon des Variétés, Tivoli en artiestencafés. Later werd het een centrum voor de tabakshandel. Tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw was op nummer 17 een van de vroegste homocafe's gevestigd: The Empire. Sinds de jaren zestig zijn er weer theaters in de Nes gevestigd, waaronder theater/produktiehuis Frascati, Theater De Engelenbak, het Vlaams Cultureel centrum, De Brakke Grond, TOBACCO Theater en het 'Comedy Theater in de Nes'.

Adyen-brug
Adyen-brug

De Adyen-brug is een artistiek en bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het wordt omschreven als "canal skybridge". De firma Adyen heeft aan het Rokin twee gebouwen in gebruik, gescheiden door de Nieuwe Sint Pieterspoort. Ze schreef een soort wedstrijd uit om een verbinding tussen beide panden te maken. Street Art Frankey kwam met een bijzondere voetgangersbrug annex luchtbrug tussen de twee gebouwen. Frankey is in Amsterdam bekend vanwege kleine kunstzinnige ingrepen in de stad, maar heeft ook enkele grotere objecten op zijn naam staan, zoals Eberhard van der Laan zittend boven de toegang van Paradiso en de Autoprikker. Het bruggetje is overigens zelf geen brug, maar heeft wel de vorm van een welfbrug, veelvuldig voorkomend in de Amsterdamse grachtengordel. Die welfbrug is hier een dak boven een glazen loopbrug die ongeveer tien meter boven het maaiveld hangt. Frankey gaf het het uiterlijk mee van een enigszins scheve brug uit de binnenstad van Amsterdam; ook de lantaarn op de brug staat uit het lood. Ook de 19e eeuwse brugleuningen zijn terug te vinden, alleen dienen hier niet tot leuning. Frankey werkte samen met Boltt/Rijnboutt en ipv Delft (constructief ontwerp). Ipv meldde nog dat het bruggetje in twee dimensies scheef ligt. De geplande toegangen van de gebouw liggen alleen verticaal niet recht tegenover elkaar, maar ook horizontaal. Met deze vorm is het naast brug 482 de tweede dubbeldeks brug in Amsterdam, daarvan zijn echter beide etages in gebruik. Het bruggetje werd 14 december 2023 geopend. Frankey en Jan Pieter Ekker stelden dat de brug is opgetrokken uit een staalskelet omhuld door acrylhars, de vorm is gegoten in de 3D geprinte mal. Verdere gebruikte materialen zijn glas en aluminium. Frankey gaf aan dat dit soort scheve bruggen eigenlijk alleen in comics kunnen en wilde dat de kijker verbaasd was en toch tweemaal moest kijken.

Rokin 111
Rokin 111

Rokin 111 te Amsterdam is een relatief groot kantoorgebouw aan het Rokin in Amsterdam-Centrum. Het gebouw werd op 11 december 2001 opgenomen in de monumentenregister van rijksmonumenten. Alle gebouwen tussen Rokin 95 en 199 zijn ofwel rijksmonument ofwel gemeentelijk monument. Hier stonden tot circa 1919 grachtenhuizen en/of pakhuizen, want het Rokin was hier ter plaatse nog open water, dat in verbinding stond met de Amstel. Veel scheepsverkeer was er echter niet meer, want de Doelenbrug en de Langebrug waren uitgevoerd als stadsbruggen met een vast middendeel. George Hendrik Breitner legde die situatie nog vast. De "Internationale Tabaksplantmaatschappij NV" liet hier met toen nog hoofdadres Nes 124-128 een nieuw kantoorgebouw neerzetten onder ontwerp van de in Amsterdam vrijwel onbekende architect Jacob London. Ingebouwd werd een zogenaamde monsterzaal (testen van tabaksplanten) en conciërgewoning. De bouw nam enkele jaren in beslag; de betonnen vloeren deden hun intrede en die moesten steeds aangepast worden. Boven in de gevel is als gevelbeeld een ton te zien met tabaksplanten, verwijzend naar de opdrachtgever. De maatschappij overleefde de bouw echter niet; ze ging in 1922 failliet, al maakte ze in de jaren voor het faillissement nog stevige winst. Het gebouw kreeg aan het Rokin zes bouwlagen (kelder/souterrain, begane grond en vier etages), Nes kreeg twee bouwlagen op de kelder. Alles is geplaatst onder platte daken (handelsmerk van London). Het gebouw oogt sterks symmetrisch al is de toegangsdeur niet centraal geplaatst. Opvallend is dat aan de voorgevel aan het Rokin geen baksteen te vinden is. Het geheel is opgetrokken uit blokken natuursteen, veelal vierkant en rechthoekig, maar nabij de toegangsdeur in de vorm van zuilen afgerond. In de plint zijn openingen voor de kelder/souterrain te vinden. Op de plint zijn bewerkte natuurstenen elementen (driehoekige vorm) te zien. Boven de toegangsdeur is een venster beschermd door smeedijzeren hekwerken die lijken op soortgelijke hekwerken in de Amsterdamse School; het monumentenregister meldt de stijl: Americanisme. Na de lijst tussen begane grond en eerste verdieping rijzen zes gecanneleerde zuilen/kolommen op waartussen zich verdiept aangebracht de raamgangen bevinden. Ter hoogte van de verdiepingsvloeren wordt de vlakke gevel onderbroken door rechthoekige versieringen in twee dieptes uitgevoerd. De zuilen/kolommen ter hoogte van de laatste ramenrij zijn voorzien van versierde opzetstukken. Vervolgens komt de dijklijst en bekroning met aan de onderzijde uitgespaarde blokjes en getrapte geveldelen. In het midden dan de ton. Het geheel wordt afgesloten door middel van twee kronen. Aan de zijde van de Nes is juist bijna alleen maar baksteen en glas te zien. De verticale geledingen uit de voorgevel zijn hier terug te vinden. De bakstenen gevel wordt afgesloten door een natuursteen daklijst waarin dezelfde uitsparingen zijn te vinden als in de voorgevel. Ook in deze gevel is nauwe symmetrie toegepast. Het gebouw werd al voor de oplevering te koop aangeboden op veilingen. Al snel werd het gebouw, ondanks dat het gebouw werd aangeprezen als kantoor, wellicht geliefd bij tabaksbedrijven, in gebruik genomen door Confectiefabriek Roma, die in die tijd naaisters nodig had. Eigenaar werd de "Maatschappij tot Exploitatie van het Gebouw De Tabaksplant". In 1925 trok de "Vereenigde Societeit Groot Amsterdam" in de onderste helft van het gebouw. Er moest flink verbouwd worden onder leiding van J.F. Bieling en F. Mastenbroek. De sociëteit, opgericht door wethouder Alfred Weiss was geen lang leven beschoren; er werd eind 1928 geliquideerd en het interieur werd in maart 1929 geveild. Daarna trok het een na het andere bedrijf in en uit het gebouw.