place

Botanischer Garten Berlin

Botanische tuin in DuitslandMuseum in BerlijnSteglitz-Zehlendorf
BGBM Logo
BGBM Logo

Botanischer Garten Berlin is de populaire naam van de botanische tuin van Berlijn. De botanische tuin behoort met een oppervlakte van 43 hectare en circa 22.000 plantensoorten tot de grootste en belangrijkste botanische tuinen van de wereld en is de grootste op het vasteland van Europa. Organisatorisch behoort de tuin tot de Freie Universität Berlin. De botanische tuin is verbonden aan het Botanische Museum waarvan een verzameling geprepareerde planten (Herbarium Berolinense) en een wetenschappelijke bibliotheek deel uitmaken. De volledige naam van het complex is Botanischer Garten und Botanisches Museum Berlin-Dahlem (BGBM). De botanische tuin is de bron van vele wetenschappelijke publicaties, waaronder het botanische tijdschrift Willdenowia. De tuin is aangesloten bij Botanic Gardens Conservation International, een non-profitorganisatie die botanische tuinen samen wil brengen in een wereldwijd samenwerkend netwerk om te komen tot het behoud van de biodiversiteit van planten.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Botanischer Garten Berlin (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Botanischer Garten Berlin
Tulpenstraße, Berlijn Lichterfelde

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Botanischer Garten BerlinLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.454138888889 ° E 13.306652777778 °
placeToon op kaart

Adres

Botanischer Garten

Tulpenstraße
12203 Berlijn, Lichterfelde
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q163255)
linkOpenStreetMap (125194752)

BGBM Logo
BGBM Logo
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Station Botanischer Garten
Station Botanischer Garten

Botanischer Garten is een S-Bahnstation in het Berlijnse stadsdeel Lichterfelde. Het station is genoemd naar de nabijgelegen botanische tuin van de Freie Universität. Station Botanischer Garten ligt aan de Wannseebahn en werd geopend op 1 mei 1909. De Wannseebahn opende in 1891 als aparte voorstadslijn parallel aan de sporen van de Stammbahn. Tussen 1900 en 1902 vond op deze lijn het eerste proefbedrijf in Berlijn met elektrische tractie (750 V gelijkstroom plaats, maar toen in 1909 het station Botanischer Garten in gebruik kwam, werd de Wannseebahn nog altijd gedomineerd door stoomtreinen. Het nieuwe station moest de ontwikkeling van de omgeving, waar een villawijk gebouwd werd, een impuls geven en werd dan ook betaald door de projectontwikkelaar. Voor het ontwerp van het station werden de architecten Gustav Erdmann en Ernst Spindler aangetrokken. Ten noorden van de sporen verrees een drie verdiepingen tellend representatief gebouw waarin de stationshal en een aantal woningen werd ondergebracht. Van hieruit leidt een overdekte brug naar het eilandperron. Een tweede, eenvoudigere ingang, eveneens aan de westzijde van het station, bevindt zich aan de Enzianstraße, die de sporen op een viaduct kruist. Het geheel is opgenomen op de Berlijnse monumentenlijst.In 1933 was de Wannseebahn een van de laatste voorstadslijnen in Berlijn die door elektrificatie (800 V gelijkstroom via een derde rail) in het S-Bahnnet werd opgenomen. Op 15 mei stopten de eerste elektrische S-Bahntreinen in station Botanischer Garten. De Tweede Wereldoorlog overleefde het station ongeschonden, maar de naoorlogse deling van de stad zou grotere gevolgen hebben. Station Botanischer Garten lag in de Amerikaanse sector en was deel van West-Berlijn. De S-Bahn werd echter zowel in het oosten als in het westen van de stad geëxploiteerd door de Oost-Duitse spoorwegen (Deutsche Reichsbahn). Na de bouw van de Muur in 1961 werd de S-Bahn daarom massaal geboycot in West-Berlijn. Het dalende aantal reizigers leidde tot bezuiniging op het onderhoud van stations en sporen, en ook de dienstregeling werd steeds verder uitgedund. Na een staking van het West-Berlijnse S-Bahnpersoneel in september 1980 zou een groot aantal trajecten, waaronder de Wannseebahn, zelfs helemaal niet meer bediend worden. Station Botanischer Garten sloot zijn deuren. Nadat het stadsvervoerbedrijf BVG in 1984 het westelijke deel van de Berlijnse S-Bahn had overgenomen werd een aantal jarenlang verwaarloosde lijnen opgeknapt en geleidelijk weer in bedrijf genomen. Op 1 februari 1985 kwam de Wannseebahn, die het lijnnumer S1 had gekregen, weer in dienst en stopten er voor het eerst in vier en een half jaar weer treinen in station Botanischer Garten, dat sindsdien weer onafgebroken in dienst is.

Breitenbachplatz (metrostation)
Breitenbachplatz (metrostation)

Breitenbachplatz is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder het gelijknamige plein op de grens van de Berlijnse stadsdelen Dahlem en Wilmersdorf. Het metrostation werd geopend op 12 oktober 1913 aan het eerste deel van de Wilmersdorf-Dahlemer U-Bahn, de huidige lijn U3. De geplande naam van het station was Rastatter Platz, maar kort voor de opening werd het bovenliggende plein vernoemd naar Paul von Breitenbach (1850-1930), die als toenmalig minister van openbare werken verantwoordelijk was voor de spoorwegen en een belangrijke rol speelde bij de bouw van de Wilmersdorf-Dahlemer U-Bahn. Station Breitenbachplatz is zoals alle stations van de U3 opgenomen op de monumentenlijst.Breitenbachplatz is het laatste ondergrondse station aan de lijn en het laatste dat door de voormalig zelfstandige stad Wilmersdorf werd gebouwd. Verder naar het zuidwesten liep de Wilmersdorf-Dahlemer U-Bahn over het nog grotendeels onbebouwde grondgebied van Dahlem. Vanwege het geringe aantal reizigers op het zuidelijke deel van de lijn traject eindigden de reguliere treinen aanvankelijk in station Fehrbelliner Platz, waar men op kortere treinen richting Thielplatz moest overstappen. Station Breitenbachplatz heeft een eilandperron en werd zoals alle stations op het Wilmersdorfse deel van de U3 ontworpen door Wilhelm Leitgebel. Het station is rijk gedecoreerd en moest het goedburgerlijke karakter van de stad weerspiegelen. In de wanden van de perronhal zijn pilasters aangebracht die doorlopen tot in het dak. In de nissen die hierdoor ontstaan werden in 1988 spoorwegprenten van Heinz-Joachim Szymczak opgehangen, een verwijzing naar de naamgever van het station. Door een aantal ellipsvormige openingen in het dak kan op enkele plaatsen daglicht tot op het perron doordringen.Aan beide uiteinden gaat het perron over in kleine stationshallen, van waaruit trappen naar het plein leiden. Alleen de noordelijke ingang heeft zijn oorspronkelijke portaal behouden. In 1969 werd in het midden van het perron een derde toegang geopend.

Podbielskiallee (metrostation)
Podbielskiallee (metrostation)

Podbielskiallee is een station van de metro van Berlijn, gelegen aan de Kaiser-Wilhelm-Platz (kruising Pobielskiallee / Archivstraße) in het Berlijnse stadsdeel Dahlem, nabij de faculteit voor land- en tuinbouw van de Humboldt Universiteit en het instituut voor genetica van de Vrije Universiteit van Berlijn. Het metrostation werd geopend op 12 oktober 1913 aan het eerste deel van de Wilmersdorf-Dahlemer U-Bahn, de huidige lijn U3. Het station is vernoemd naar Viktor von Podbielski. Ten tijde van de opening van Wilmersdorf-Dahlemer U-Bahn was het Koninklijke Domein Dahlem een nog grotendeels onbebouwd, landelijk gebied. De lijn trok daardoor slechts weinig reizigers en er werden grote verliezen geleden. In station Fehrbelliner Platz moest men dan ook overstappen op kortere treinen richting Thielplatz. Inmiddels is de omgeving van station Podbielskiallee vrijwel volledig bebouwd, al is het landelijke karakter niet helemaal verloren gegaan. Station Podbielskiallee ligt in een uitgraving aan de ingang van de metrotunnel. Treinen in westelijke richting (Krumme Lanke) vervolgen hun weg vanaf hier bovengronds, richting het centrum van de stad loopt de lijn onder de grond. Het toegangsgebouw aan de Kaiser-Wilhelm-Platz, dat dwars boven de sporen staat, is uitgevoerd als een middeleeuws kasteeltje en werd ontworpen door Heinrich Schweitzer. Alleen de U boven de ingang verraadt dat het hier om een metrostation gaat. Dit soort rijk gedecoreerde stations is kenmerkend voor de U3. Het rijke Wilmersdorf spaarde kosten noch moeite bij de inrichting van haar ondergrondse stations, die als visitekaartje voor de goedburgerlijke stad dienden; in Dahlem besteedde men vooral aandacht aan de toegangsgebouwen, aangezien de bovengrondse perrons weinig mogelijkheden tot opsmuk boden. Vrijwel alle stations op de U3, waaronder Podbielskiallee, staan dan ook onder monumentenbescherming.

Rathaus Steglitz (metrostation)
Rathaus Steglitz (metrostation)

Rathaus Steglitz is een station van de metro van Berlijn dat werd geopend in 1974. De U9, vroeger lijn G, is de enige Berlijnse metrolijn die volledig na de Tweede Wereldoorlog gebouwd werd. De lijn kwam in gebruik vanaf 1961 en verliep geheel over West-Berlijns grondgebied. De deling van de stad was dan ook een van de voornaamste redenen voor de aanleg van de lijn, die buitenwijken in het noorden en het zuiden met het nieuwe West-Berlijnse centrum rond Bahnhof Zoo en de Kurfürstendamm ging verbinden. In 1971 bereikte lijn 9 de Walther-Schreiber-Platz in Friedenau; reeds twee jaar eerder was men begonnen aan de verlenging van de lijn tot in het centrum van Steglitz. Dit meest zuidelijke deel van de lijn volgt de Schloßstraße en werd aangelegd op twee niveaus met elk twee sporen. Later zou de geplande lijn 10 namelijk parallel aan lijn 9 verlopen tussen de Walther-Schreiber-Platz en Rathaus Steglitz. De boven elkaar gelegen tunnels onder de smalle Schloßstraße werden niet naar lijn, maar naar rijrichting ingedeeld: treinen van beide lijnen in noordelijke richting boven, in de zuidelijke richting beneden. In station Schloßstraße zou men cross-platform tussen beide lijnen kunnen overstappen. Vlak voor het eindpunt Rathaus Steglitz zouden beide lijnen weer splitsen, om vervolgens ieder een eigen station te krijgen. Deze stations vormen ten opzichte van elkaar een omgekeerde V en bevinden zich eveneens op twee niveaus. Het westelijke, dieper gelegen station heeft een eilandperron en zou aangedaan worden door lijn 10, terwijl het oostelijke niveau, uitgerust met twee zijperrons, bestemd was voor lijn 9, die in een later stadium verlengd zou worden richting Lankwitz. Vanwege de dubbel aangelegde tunnels vielen de kosten van de verlenging van lijn 9 met 78.125.000 mark bijzonder hoog uit. De U10 zou er echter nooit komen en het geprojecteerde tracé van de wel nog geplande lijn is inmiddels gewijzigd, zodat hij Steglitz niet zal aandoen. Op 30 september 1974 werd het 1,2 kilometer lange nieuwe traject Walther-Schreiber-Platz – Rathaus Steglitz geopend. In station Schloßstraße werden beide niveaus daadwerkelijk in gebruik genomen, zij het elk met slechts één spoor. In het eindpunt Rathaus Steglitz werden de sporen naar het eigenlijk voor de U10 bedoelde niveau -2 geleid. Het in ruwbouw voltooide oostelijke station op niveau -1, dat eigenlijk voor de U9 bestemd was, bleef ongebruikt. Met het oog op een verlenging van de lijn naar Lankwitz ligt deze oplossing niet voor de hand, aangezien de tunnel hiervoor naar het oosten moet afbuigen. Men koos dan ook niet vanwege exploitatiegemak, maar om politieke redenen voor deze spoorindeling. Als men de U9 aan de oostelijke perrons van station Rathaus Steglitz had laten eindigen, zouden de keersporen achter het station namelijk het tracé van de door de Oost-Duitse spoorwegen bedreven S-Bahnlijn hebben moeten kruisen. De Deutsche Reichsbahn gaf echter geen toestemming voor de aanleg van een tunnel onder haar emplacement. Een tweede nadeel van het gebruik van de westelijke perronhal is de grotere afstand tot het gelijknamige S-Bahnstation, dat overstappers alleen via een lange voetgangerstunnel onder de Steglitzer Kreisel kunnen bereiken. In de jaren zeventig werd de S-Bahn in West-Berlijn echter op grote schaal geboycot, waardoor overstapmogelijkheden tussen metro en S-Bahn geen prioriteit hadden (in sommige andere stations werd zelfs helemaal geen verbinding gecreëerd). Station Rathaus Steglitz werd zoals de meeste andere naoorlogse Berlijnse metrostations ontworpen door Rainer Rümmler en weerspiegelt de typische jarenzeventigstijl. Net als in het (eveens door Rümmler ontworpen) station Nauener Platz zijn de wanden afgewerkt met verticaal geplaatste witte panelen, afgewisseld met grote donkere vlakken waarin de stationsnaam geschreven is, en hebben de zuilen op het perron een bekleding van aluminium, destijds een populair materiaal bij de inrichting van de Berlijnse metrostations. De aan het dak opgehangen verlichtingsconstructie is gedecoreerd met ronde gele schijven. Via roltrappen, vaste trappen of een lift bereikt men een tussenverdieping, die vanwege de ooit geplande functie van Rathaus Steglitz als overstapstation zeer groot is uitgevoerd. Van hieruit leiden uitgangen naar de kruising Grunewaldstrase/Schloßstraße, een in de Steglitzer Kreisel geïntegreerd busstation en het station van de S-Bahn. Net als op het perron is het plafond van de tussenverdieping afgewerkt met ronde gele elementen, die hier echter hol zijn en deels lampen bevatten. Het belangrijkste decoratieve element in de stationshal is de sculptuur Höllenhund van Waldemar Grzimek, die de hellehond Cerberus uitbeeldt.