place

Torontobrug

Basculebrug in AmsterdamBrug in Amsterdam-OostBrug in Amsterdam-Zuid
Torontobrug
Torontobrug

De Torontobrug (brug 350) in Amsterdam is een dubbele basculebrug op de grens tussen Amsterdam-Zuid, De Pijp en Amsterdam-Oost. Ze overspant de Amstel. Aan de westzijde is ligt ze in het verlengde van de Stadhouderskade en staat ze haaks op de Amsteldijk (voorheen Utrechtsezijde). Aan de oostzijde ligt ze in het verlengde van de Mauritskade. Vanaf de brug heeft men zicht op een aantal gemeentelijke en rijksmonumenten. In de eerste categorie is er de gevelwand van de Sarphatikade en de Weesperzijde, in de laatste categorie is daar het Amstel Hotel. Ondanks de relatief grote afmetingen van de brug heeft zij een slank uiterlijk en is vanonder de brug zelfs uitzicht op de noordelijker gelegen Hoge Sluis of de zuidelijker gelegen Nieuwe Amstelbrug.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Torontobrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Torontobrug
Stadhouderskade, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: TorontobrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.358611111111 ° E 4.9047222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Torontobrug

Stadhouderskade
1074 HP Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q2498869)
linkOpenStreetMap (485674034)

Torontobrug
Torontobrug
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Sarphatikade
Sarphatikade

De Sarphatikade is sinds 1878 een straat in Amsterdam-Centrum. De straat ligt in het begin op de noordelijke oever van de Singelgracht en verderop op de westoever van de Amstel. Zij begint bij Oosteinde tegenover De Nederlandsche Bank, volgt de Singelgracht tot aan de Amstel en gaat vervolgens "de hoek om", langs de Amstel tot aan het talud van de Hogesluis in de Sarphatistraat. Dat laatste stuk ligt recht tegenover het Amstelhotel. Aan beide delen van de kade zijn ligplaatsen voor woonschepen en -arken. Naamgever van de kade was Samuel Sarphati, tevens naamgever van de nabijgelegen straat en het verder weg gelegen Sarphatipark. In 1942 (tijdens de bezetting in de tweede wereldoorlog) werd de straatnaam gewijzigd in Vening Meineszkade. Ook veel andere namen van Amsterdamse straten en parken die naar joden of toen nog levende leden van het koninklijk huis verwezen werden toen aangepast. Deze naamsverandering werd vlak na de bevrijding teruggedraaid, op 18 mei 1945. Aan de kade staat een gemeentelijk monument: Sarphatikade 13, alwaar architect Constantijn Muysken aan het eind van de jaren tachtig van de negentiende eeuw enige tijd gewoond en gewerkt heeft. Dit huis is niet door Muysken ontworpen, maar door J.P. Wolff. Van september 1897 tot oktober 1900 heeft ook de componist Julius Röntgen met zijn gezin op de Sarphatikade 13 gewoond en daar onder anderen zijn Noorse collega Edvard Grieg en diens vrouw Nina als logés gehad .

Brug 325
Brug 325

Brug 325 is een viaduct in Amsterdam-Oost. Het is rond 1969 gebouwd als ongelijkvloerse kruising, maar werd later een fietstunnel. De brug is gelegen in de oostelijke toerit van de Torontobrug. Het verkeer, alleen fietsers (gegevens 2018), dat onderlangs gaat, gaat noord-zuid in de route Professor Tulpplein, Tulpbrug via de tunnel naar de Weesperzijde. Bovenlangs gaat het verkeer west-oost van de Stadsroute 100 komend van de Stadhouderskade, Torontobrug over het viaduct naar de Mauritskade. Het viaduct werd samen met de Torontobrug gebouwd. Het ontwerp kwam de Dienst der Publieke Werken. Het technisch gedeelte is afkomstig van haar toenmalige directeur Gerrit Feiko Janssonius, het esthetische gedeelte komt van Dick Slebos, tevens verantwoordelijk voor die Torontobrug. De tunnel heeft een lengte van circa 33,5 meter (de breedte van de Torontobrug); de overspanning van het viaduct/breedte van de tunnel is circa 5 meter. Het complex werd op 23 oktober 1969 geopend door de wethouder van Publieke Werken Roel de Wit. Op 9 november 1983 speelde het kunstwerk een rol in de ontvoering van Freddy Heineken en Ab Doderer; zij moesten hier onder dwang van Willem Holleeder en consorten overstappen in andere vluchtauto’s. Ook toen was de brug niet bereikbaar voor autoverkeer, maar Martin (Remmetje) Erkamps had de Amsterdammertjes voor de ontvoering weg gehaald. Hierdoor konden de ontvoerders met Heineken en Doderer via het tunneltje ontsnappen.

Tulpbrug
Tulpbrug

De Tulpbrug (brug 255) is een vaste brug in Amsterdam, op de grens van de stadsdelen Centrum en Oost. De brug vormt de verbinding tussen het Professor Tulpplein met het Amstel Hotel en de Huddekade enerzijds en de Weesperzijde anderzijds. Ze overspant de Singelgracht. Het zuidelijke brughoofd van de Tulpbrug komt uit in het talud van viaduct 325 en de Torontobrug aan de Mauritskade. Er kwam hier in 1883 een ijzeren brug vanwege de aanleg van een tramlijn, die ging rijden tussen het Professor Tulpplein en de andere eindhalte aan de Grensstraat en vanaf 1885 tot aan de remise nabij de huidige Schollenbrug (Schulpbrug). Toen de paardentram vervangen werd door een elektrische tram, het is dan 1903, werd de brug versterkt. In 1942 verdween de tram hier weer. Deze brug verdween eind jaren zestig bij de aanleg van de Torontobrug. Deze moest dermate hoog worden dat het talud de brug 255 volledig zou blokkeren. De brug 255 werd gesloopt en werd vervangen door een betonnen modern exemplaar. Het werd tevens gedegradeerd van verkeersbrug tot voetgangers- en fietsersbrug. De Tulpbrug heeft in haar brugpijlers, de brugpijlers van de Torontobrug in het klein. Het gehele systeem aan drie bruggen is afkomstig van architect Dick Slebos, werkend voor de Dienst der Publieke Werken; de drie bruggen werden in een bouwproject aanbesteed en gebouwd. In 1943 had Piet Kramer een ontwerp gemaakt voor een nieuwe brug, maar dat werd niet overgenomen. De Tulpbrug is net als het Professor Tulpplein en Tulpdwarsstraat vernoemd naar Nicolaas Tulp.

Jonge Rembrandt
Jonge Rembrandt

(De) Jonge Rembrandt is een beeld van Wim van Hoorn dat op vier plekken ter wereld te vinden is. Het origineel werd in 1968 gemaakt ter gelegenheid van de 300e sterfdag van Rembrandt van Rijn; het werd nooit voltooid, maar de mal (en wellicht ook beeld) kwam op Schiphol terecht. Deze schonk in de jaren nul van de 21e eeuw afgietsels aan bevriende luchthavens JFK International Airport nabij New York en Brisbane Airport. Van 2009 tot en met 2011 waren er plannen voor de aanleg van een Rembrandtpad (wandelpad) tussen Amsterdam en Ouderkerk aan de Amstel, elf kilometer lang. De route zou beginnen bij het Rembrandthuis en zuidwaarts lopen langs plekken waar Rembrandt geschilderd zou hebben langs de Amstel. Als inspiratiebronnen voor dat pad golden Het landschap van Rembrandt. Wandelingen in en om Amsterdam van Boudewijn Bakker en Op pad met Rembrandt van Ken Wilkie en Eddy Posthuma. Een van de plekken waar een teken aan de wandelroute zou komen was het Professor Tulpplein, vernoemd naar Nicolaes Tulp door Rembrandt vereeuwigd in zijn De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp. In 2011 werd daarom Jonge Rembrandt geplaatst op de middenberm/parkeergelegenheid van het plein. Het beeld werd volgens een plaquette gefinancierd door Delta Lloyd Vastgoed (had enkele panden aan het plein in bezit), Amstel Hotel, Stadsherstel Amsterdam, Gemeente Amsterdam en Stichting Rembrandt aan de Amstel. Op 3 mei 2011 werd het onthuld. Het beeld van Han Wezelaar maakte ook deel uit van de route. Het Rembrandtpad is er nooit gekomen.

Stadhouderskade 155
Stadhouderskade 155

Het pand Stadhouderskade 155 is een gebouw aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het voormalige herenhuis is opgetrokken naar een ontwerp van Jan Willem Hartgerink, en Hendrik Dirks Kramer, die bijna dit gehele gedeelte van de Stadhouderskade volbouwden. De bouwstijl is eclectisch, Hartgerink en Kramer waren van huis uit geen echte architecten. Het gebouw heeft dezelfde uiterlijke kenmerken als Stadhouderskade 154 en Stadhouderskade 156. In 2016 is de begane grond al enige tijd tussen de nummer 154 en 155 doorgebroken om huis te bieden aan een sportschool, daarvoor waren er ook al bedrijven gevestigd. De eerste huurder van het pand was ambtenaar Frederik Rudolf Seelig (geboren Batavia 20 mei 1853) en Henriëtte Catharina Geertruida Pluijgers (1842-1908). Zij kregen hier zoon Johan Carl Louis Jules. F.R. Seelig werkte bij Wijnhandelaars De Vos en Ter Meulen aan het Rokin. Seelig ging in 1889 failliet en tevens onvindbaar. In 1892 was er een kleine binnenbrand in het gebouw. Rond 1930 was hier woonachtig de familie Hartog Joël van Frank en Francina (Fransje) Davidson. Van Frank was ook de makelaar die de bovenwoning in 1931 te huur zette voor 1400 gulden per jaar. Zij stierven beiden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hun kinderen Josina van Frank (1910-1943) en Irene van Frank (1916-1945) werden omgebracht door Nazi-Duitsland. Ook de directie familie Fransje Davidson werd daar omgebracht.