place

Ruysdaelstraat

Straat in Amsterdam-Zuid
Ruysdaelstraat 37
Ruysdaelstraat 37

De Ruysdaelstraat is een straat in Amsterdam-Zuid. De straat ligt via de Diamantbrug in het verlengde van de Albert Cuypstraat en loopt van de Hobbemakade naar de Hondecoeterstraat en kruist de Van Baerlestraat. De straat is, evenals de Ruysdaelkade, vernoemd naar het 17e-eeuwse geslacht van schilders en graveurs Ruysdael, waarvan de landschapsschilder Jacob Isaacsz. van Ruisdael (1628-1682) de bekendste is. De straat kwam reeds voor 1888 onder deze naam in de gemeente Nieuwer-Amstel voor, en kwam na annexatie van Nieuwer-Amstel in 1896 in Amsterdam te liggen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Ruysdaelstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Ruysdaelstraat
Ruysdaelstraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: RuysdaelstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.353927777778 ° E 4.8831444444444 °
placeToon op kaart

Adres

Ruysdaelstraat 49D-4
1071 XA Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ruysdaelstraat 37
Ruysdaelstraat 37
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Pieter de Hoochstraat 78
Pieter de Hoochstraat 78

Pieter de Hoochstraat 78 te Amsterdam is een schoolgebouw aan de Pieter de Hoochstraat in Amsterdam-Zuid. Dit was eeuwenlang agrarisch gebied aan de zuidrand van Amsterdam; in de 19e eeuw vooral in beheer bij gemeente Nieuwer-Amstel. In de tijd stak Amsterdam na een grote annexatie van grond van die gemeente voor wat betreft de bebouwing de Singelgracht over. Voor de bevolking moesten scholen gebouwd worden. In die categorie past ook dit schoolgebouw waarvoor de gemeente in 1912 grond beschikbaar stelde voor de School voor maatschappelijk werk ("Kunst van het helpen"). De school kon op 23 september 1913 geopend worden onder aanwezigheid van vele vertegenwoordigers uit onderwijs (wethouder) en van het blindeninstituut aan de Vossiusstraat. Ook Mia Boissevain, Rosa Manus en Marie Muller-Lulofs (voorzitter van het schoolbestuur) waren aanwezig. Die laatste refereerde in haar toespraak dat het toch zonde was geweest dat de vorige meisjesschool in 1903 moest sluiten (Rozenstraat) en nu pas weer openging. Daartoe was in 1911 geld ingezameld om tot dit (laat) resultaat te kunnen komen. Het schoolbestuur had aan architect Jan Ernst van der Pek een ontwerp gevraagd. De school begon met 40 leerlingen. Van der Pek gaf er zelf wel les; zijn vrouw Louise Went nam het stokje over van Muller-Lulofs. Went kon in 1939 het veertigjarig bestaan van de school vieren, onder de aantekening dat de school vanaf 1921 gemeentelijke ondersteuning kreeg. In de jaren vijftig werd de aandacht niet meer alleen gericht op meisjes/vrouwen, maar zocht de school ook jongens/mannen. De school zou er tot 1957 haar vestiging hebben, toen verhuisde het naar het Karthuizerplantsoen 2. Er trok vervolgens een kweekschool voor kleuterleidsters in, die in de jaren zeventig de naam Gemeentelijk Opleidingsschool voor kleuterleidsters kreeg. In latere jaren bleef het in gebruik voor onderwijs. In 2023 is er (weer) een naambord van het tegenoverliggende Montessori Lyceum Amsterdam bij de voordeur bevestigd. Het gebouw kende vier bouwlagen, opvallend is de niet symmetrisch geplaatste erker over twee verdiepingen boven de entree. Er vonden ten minste drie verbouwingen plaats waarbij onder meer een opbouw werd geplaatst; een status als gemeentelijk monument zit er dus voorlopig niet in.

Gabriël Metsustraat 7
Gabriël Metsustraat 7

Gabriel Metsustraat 7 te Amsterdam is een vrijstaand gebouw uit 1911 aan de Gabriël Metsustraat, Museumkwartier in Amsterdam-Zuid. Het gebouw staat tussen de Amerikaanse ambassade aan het Museumplein in de ingang van de Van Miereveldstraat. Architect Christiaan Posthumus Meyjes sr. ontwierp voor deze buurt met stadsvilla’s een schoolgebouw in villavorm. Hij bediende zich van de bouwstijl Um 1800, voor een gebouw dat in leergang 1912/1913 betrokken werd door een Hogere Burgerschool van de "Amsterdamsche Vereeniging voor Middelbaar onderwijs aan Meisjes". In februari 1912 vond een eerste steenleggingplaats.. In de dwarsbalk boven de toegangsdeur is de naam te lezen "Amsterdamsche Schoolvereeniging"; een opleidingsinstituut dat hier vanaf 1919 tot 1931 gevestigd was, nadat de meisjesschool alweer vertrokken was. Ook daarna bleef het gebouw onderdak bieden aan opleidingsinstituten zoals de Opleidingsschool voor Christelijk Maatschappelijk Werk (OCMA) en in de 21e eeuw is er een dependance gevestigd van de Lucia Marthas Institute for Performing Arts (LMIPA) van de Hanzehogeschool Groningen (gegevens april 2020). Posthumus Meyjes kwam destijds met een school die voldeed aan de nieuwe eisen van licht en lucht. Licht en lucht konden vanwege de grote raampartijen voldoende diep het gebouw binnendringen. Opvallend waren destijds de natuur- en scheikundelokalen en bijbehorend laboratorium. Een conciërgewoning maakte deel uit van het complex net als een verwarmingsketels en kolenbergplaats. Vanaf de begane grond zijn zichtbaar een eerste, een tweede verdieping en een kap- en/of zolderverdieping. Doorheen alle gevels vindt een afwisseling plaats tussen baksteen en natuursteen, beginnend met een natuurstenen plint. Het dak wordt gevormd door een schilddak met shingles en/of leien. Onder de kroonlijst zijn eerst guirlandes zichtbaar en daaronder bevinden zich vijf traveeen in symmetrische opzet. In de middelste travee bevindt zich de toegang met dubbele houten deuren. De toegang wordt terzijde gestaan door dorische zuilen, die het bovenliggende balkon dragen. De deuren/glaspartij toegang gevend tot het balkon wordt omringd door een natuurstenen geheel, waarin lisenen, een fries en architraaf te vinden zijn. Die omlijsting draagt voorts nog twee vaasachtige objecten. Het balkon zelf is afwisselend dicht gewerkt en wel half open. Boven de genoemde vazen zijn twee uilachtige gevelversieringen aangebracht voor dat de daklijst/kroonlijst begint. Boven de daklijst/kroonlijst zijn verdiepinghoge dakkapellen geplaatst. De twee buitenste dakkapellen zijn omgeven door klauwstukken en driehoekige frontons. De middelste dakkapel ontbeert de klauwstukken met heeft een fronton in serlianavorm. Er raampartijen in voor- en zijgevels hebben een klassieke vensterverdeling. Het gebouw werd in 1996 tot rijksmonument verklaard vanwege haar architectuur- en cultuurhistorische waarde, maar ook vanwege haar typologische waarde als schoolgebouw. De originele opdracht (gelijkend op villa) was ook een van de redenen het tot rijksmonument te verklaren.

Gabriël Metsustraat 16
Gabriël Metsustraat 16

Gabriël Metsustraat 16 te Amsterdam is een gebouw aan de Gabriël Metsustraat, Museumkwartier, Amsterdam Oud-Zuid. Die straat, die haar naam in 1899 ontving, werd in het daaropvolgend decennium bebouwd met eigenlijk een pand-voor-pandsysteem. Voor huisnummer 16 werd naar ontwerp van architect Hendrik Petrus Berlage een kunstnijverheidsschool neergezet met als officiële titel Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor Meisjes met onder andere een opleiding tot tekenlerares, maar ook leerden ze boekbinden, houtsnijden en textielbewerking. Berlage ontwierp het gebouw in de rationalistische stijl. De aanbesteding vond plaats in het voorjaar van 1908. Het gebouw werd laat september 1908 in gebruik genomen. In de loop der jaren werd er flink verbouwd om het aan te passen aan steeds wisselend gebruik, maar de voorgevel bleef vrijwel onaangetast. In 1967 kwam het gebouw leeg te staan toen de toenmalige onderwijsinstelling opging in de Gerrit Rietveld Academie en zich vestigde aan de Fred. Roeskestraat in Buitenveldert/Zuidas. Na een aantal jaren onderdak te hebben geboden aan diverse instellingen, zoals in 1973 was er het Centraal Laboratorium voor Onderzoek van voorwerpen van Kunst en Wetenschap gevestigd. Het gebouw werd in 2016 aangekocht door het Koninklijk Concertgebouworkest, koop was alleen mogelijk vanwege de culturele instelling die het bleef huisvesten. Hun gebouw was te klein geworden voor alle taken en onderdelen waren al over de stad verspreid. Opnieuw werd er intern flink verbouwd zodat het genoemd orkest er in 2019 ruimtes in gebruik kon nemen met oefenruimtes, ensembleruimten, kantoren en ontvangstruimte. Het gebouw kreeg toen een uitbouw aan de achterzijde met opnieuw studio’s en ruimten voor fysiotherapie. Het gebouw kreeg toen ook een nieuwe naam: KCO House. De naam van de school was in een tegeltableau boven in de gevel te lezen, maar werd in de loop der jaren verwijderd dan wel onleesbaar gemaakt. Toen het orkest haar intrek in het gebouw nam, kwam er een nieuw tegeltableau, toen 25 meter breed en 0,51 meter hoog. Stadsdichter K. Schippers kwam met de tekst:Let·op·wat·iedereen·kan·horen·en·pas·dan·komt·het·hier·toevallig·tevoorschijn·een·nieuwe·klank. Dat werd in de kleuren Berlagegroen en goud door Koninklijke Tichelaar Makkum op 96 tegels gezet in de huisstijl van het orkest, dat uit de koker van graficus René Knip komt. Overigens zou er in het gebouw ook een tegeltableau geplaatst zijn met daarop alle namen van concertgebouwleden tot 2019. Verderop in de straat was op Gabriël Metsustraat 8 ongeveer gelijktijdig een huishoudschool neergezet. Op huisnummer 18-20 kwam ook nog een school. Berlage had voor de straat ook een theater ontworpen; het zogenaamde Museum-theater; het is er nooit gekomen.