place

Stopplaats Schinkeldijk

Geschiedenis van AmstelveenVoormalig spoorwegstation in Noord-Holland

Stopplaats Schinkeldijk (telegrafische code: skd) is een voormalige stopplaats aan de Spoorlijn Aalsmeer - Amsterdam Willemspark, destijds aangelegd en geëxploiteerd door de Hollandsche Electrische-Spoorweg-Maatschappij. De stopplaats lag ten westen van Bovenkerk nabij de Kleine Poel. De stopplaats is vernoemd naar de aangrenzende Schinkeldijk die de Schinkelpolder omringt. Aan de spoorlijn werd de stopplaats voorafgegaan door stopplaats Kerkweg en gevolgd door station Bovenkerk. Stopplaats Schinkeldijk werd geopend op 1 mei 1915 en gesloten op 15 mei 1933.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Stopplaats Schinkeldijk (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Stopplaats Schinkeldijk
Legmeerdijk,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Stopplaats SchinkeldijkLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.291119444444 ° E 4.8267611111111 °
placeToon op kaart

Adres

Schinkeldijkje

Legmeerdijk
1187 NT
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 577
Brug 577

Brug 577 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug is in 1945 ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken, maar werd pas in 1957 gebouwd. Kramer ontwierp voor het Amsterdam allerlei typen bruggen, zoals vlonder bruggen, duikers en een aantal ophaalbruggen. Brug 577 valt in de eerste categorie. Het is een zeer eenvoudige brug. Ze bestond origineel geheel uit hout met betonnen steunpunten. De brug overspant een binnenwatertje dat geen onderdeel uitmaakt van de doorgaande waterlopen in het bos. Kramer kwam ook hier met een brug die opgaat in haar omgeving. Na de renovaties in 1979 en later wordt het bruggetje gedragen door betonnen brugpijlers/jukken en ook de landhoofd zijn van beton. Van landhoofd naar landhoofd lopen houten liggers waarop houten planken als dek liggen. De balustrades/leuningen zijn eveneens van hout. Kramer was van origine timmerman en liet in de koppen van de hoofdbalusters figuurtjes uithakken/uitsnijden. Bovendien zijn de toppen van alle balusters afgetopt (ronde uiteinden) en zijn de hoofdbalusters verder in de hoogterichting bewerkt, de kleine balusters zijn eenvoudig gehouden. De balustraden/leuningen zwenken aan het begin en eind enigszins uit en hebben daar een dalende lijn. Op de brug zelf volgen ze het profiel als het brugdek. De gemeente Amstelveen benoemde het bruggetje tot gemeentelijk monument vanwege juist de eenvoud die uit uitstraalt passend bij een niet-relevant watertje. Voorts was de toegepaste houtbewerking een reden tot benoeming. Bovendien is het de enige in zijn soort in het stadsbos. De brug ligt ten noordoosten van een kampeerterrein en ten westen van graasland voor Schotse Hooglanders.

Brug 556
Brug 556

Brug 556 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug is in 1941 ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos allerlei typen bruggen zoals vlonderbruggen, duikers en een enkele ophaalbrug (brug 504). Brug 556 vormt samen met de brug 540 (Blauwebrug) en brug 566 (Boogbrug) een drietal boogbruggen. Die gezamenlijke omschrijving is dan tevens het enige dat de bruggen gemeen hebben. Zo is de brug 540 een welfbrug van beton; de brug 566 is een betonnen boogbrug en brug 556 is een houten brug. Het duurde lang voordat brug 556 gerealiseerd werd. Hij wordt gedateerd op 1957. De brug is relatief steil ten opzichte van andere bruggen in het bos, terwijl hoogte er hier niet toe doet. Behalve kanoërs en kajakkers is hier geen scheepvaart. Het zou erop wijzen dat Kramer hier een esthetisch statement wilde maken. De brug komt is een vorm die het meest doet denken aan bruggen uit het oude Japan, zoals vastgelegd door Ando Hiroshige. Kramer had belangstelling voor de Oosterse kunst. De omgeving is dan weer nauwelijks Japans; de brug sluit aan op het radarterrein in het bos en ten zuiden van de brug staan Schotse Hooglanders. De brug heeft voor haar doen relatief grote en massief aandoende betonnen landhoofden. De overspanning wordt getild door een houten brugpijlers met juk. Geconstateerd is dat de brug in deze bouwstijl eigenlijk geen ondersteuning in het midden nodig heeft; de boogconstructie zorgt zelf voor de benodigde stevigheid. Tussen de landhoofden ligt de brug als een spaghettisliert gebogen met stalen liggers en houten planken. Alles is daarbij rank uitgevoerd. Kramers originele beroep van timmerman kwam om de hoek kijken bij het ontwerp van de leuningen. De vier leuningen aan beide zijden golven mee met de boog in de brug. Niet alleen buigen ze verticaal, maar ook horizontaal buigen ze mee. Het eind en het begin van de brug zijn breder dan het middendek. De leuningen beginnen en eindigen in houten pilaren met verstekken en afgeronde toppen. De balusters die de leuningen dragen zijn driehoekig van opzet. Drie van de vier leuningen zijn rechthoekig, terwijl de bovenste leuning meer is aangepast aan de bovenzijde van de pilaren. De boven elkaar liggen leuningen zijn zo geplaatst zodat zij lichtjes uitkragen. Ten slotte heeft het rijdek twee hoogtes; het voetpad ligt hoger dan het fietspad. De brug wordt ook wel aangeduid als Hoedbrug, vanwege de gelijkenis met een hoed. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument. Ze voerde aan als redenen: de fraaie boogvorm de opvallend glooiende verschijning in een rechthoekig landschap de brug is representatief voor de variatie is de bruggen van Kramer hier de brug is herkenbaar en wezenlijk onderdeel in de bruggen van Kramer voor het Amsterdamse Bos.

Brug 562
Brug 562

Brug 562 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze houten brug van circa 24 meter lengte, valt in de eerste categorie, maar ze is pas rond 1953 gebouwd. De brug maakt met brug 558, brug 559 en brug 560 deel uit van een ensemble; lijken sterk op elkaar, maar zijn alle toch verschillend. Deze brug valt op door haar kleurstelling. De liggers zijn geel, leuningen en balustraden zijn wit, onderleuningen (die langer doorlopen dan de bovenste) grijsgroen. Bij de scheiding van de leuningen boven de brugpijlers met jukken zijn kogelvormige staven aangebracht in de kleur blauw. Aan de kopse kanten van de jukken is houtbewerking toegepast. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer. De brug valt door haar grotendeels witte kleur behoorlijk op het landschap dat hier van open ruimte (grasveld) overgaat in bosachtige omgeving. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 562 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element. Dit is terug te vinden in de enigszins naar buitenstaande balustraden en de uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte.

Brug 561
Brug 561

Brug 561 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1940 met het ontwerp voor deze brug voor voetgangers en ruiters te paard. De brug heeft een zuster in brug 555 (gelijke indeling) en een halfzus in brug 564. Deze houten brug 561 met stalen liggers is circa 17 meter lang en wordt gedragen door de betonnen landhoofden en twee series brugpijlers met jukken. De uiteinden daarvan kennen inkepingen. Vanwege de scheiding tussen voetpad enerzijds en ruiter- en fietspad anderzijds in een opstaande middenscheiding aangebracht, die wordt geaccentueerd door een staander aan het begin en eind. In het oeuvre van Kramer alhier valt verder de kleurstelling op: rood (leuningen), grijs (schorten) en wit (algeheel uiterlijk). De brug heeft een lichte welving, de bovenste leuningen en leuning op de middenbalustrade lopen iets verder door dan de middenleuning. De borstwering waaiert enigszins uit. Daar waar brug 555 een eindbaluster heeft om de middenscheiding, wordt deze hier afgesloten met een verlengde leuning. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en een van de houten bruggen van Kramer, zij meldden de kleurstelling rood en wit. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 555 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De drie bruggen vormen daarin een speelser element. Zij meldden ook de kleurstelling rood en wit, maar meldden extra dat die rode schorten alleen te vinden zijn bij de noordelijke leuningen en de middenbalustrade. Verder is er een uitwaaiering aangebracht op de betonnen landhoofden. Opvallend is het verschil in de eindbalusters; die van de buitenleuningen heeft houtbewerking; die van de middenreeks een bolvormig kapje. De gemeente constateerde dat brug is grover is uitgevoerd dan het oorspronkelijke ontwerp van Kramer.

Brug 555
Brug 555

Brug 555 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1940 met het ontwerp voor deze brug voor voetgangers en ruiters te paard. De brug heeft een zuster in brug 561 en een halfzus in brug 564. Deze houten brug 555 met stalen liggers is circa 22 meter lang en wordt gedragen door twee series brugpijlers met jukken. Vanwege de scheiding tussen voetpad enerzijds en ruiter- en fietspad anderzijds in een opstaande middenscheiding aangebracht, die wordt geaccentueerd door een staander aan het begin en eind. In het oeuvre van Kramer alhier valt verder de kleurstelling op: rood (schorten) en wit (leuningen, balustrades). In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en één van de houten bruggen van Kramer, zij meldden de kleurstelling rood en wit. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 555 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De drie bruggen vormen daarin een speelser element. Zij meldden ook de kleurstelling rood en wit, maar meldden extra dat die rode schorten alleen te vinden zijn bij de noordelijke leuningen en de middenbalustrade. Verder is er een uitwaaiering aangebracht op de betonnen landhoofden. Opvallend is het verschil in de eindbalusters; die van de buitenleuningen heeft houtbewerking; die van de middenreeks een bolvormig kapje. De gemeente constateerde dat brug is grover is uitgevoerd dan het oorspronkelijke ontwerp van Kramer.