place

Nieuwe Brug (Amsterdam)

Brug in Amsterdam-Centrum
Nieuwe brug Amsterdam
Nieuwe brug Amsterdam

De Nieuwe Brug (brug 303) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de Prins Hendrikkade en voert over het water dat het Damrak met het Open Havenfront verbindt. Haar naam is een verwijzing naar de Oude Brug, die over het Damrak gespannen was ter hoogte waar nu de straat onmiddellijk te noorden van de Beurs van Berlage ligt. Op diverse kaarten van de 13e en vroeg 14e eeuw is de Oude Brug wel te zien, maar op de plaats van de Nieuwe Brug is het Damrak van het IJ gescheiden door palenrijen met daarop een kantoortje. De eerste brug hier zou dateren van eind 14e eeuw, begin 15e. Op de kaart van Cornelis Anthonisz. uit 1538 is er een houten brug te zien met stenen aanbruggen. De brug moest nog steeds beweegbaar zijn voor in het Damrak gelegen schepen. Op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 is echter bijna een geheel vaste brug te zien, die grotendeels door palen wordt gedragen. Alleen in het middenstuk is nog een beweegbaar element ter doorvoer van zeilschepen gemaakt, een oorgatbrug. De brug heeft dan de naam Nieuwe Brugh; die brug is ook te zien op de plattegrond van stadsarchitect Daniël Stalpaert uit 1662. Als in 1685 Jacobus Storck zijn schilderij maakt, ligt er een stenen brug (sluis genoemd), waarbij het Paalhuys is verdwenen. Op de plattegrond van Gerrit de Broen (1737) is weer een stenen brug te zien met bastionachtige landhoofden aan de kant van het IJ. De brug met twee doorvaarten (met oorgaten) verbindt dan de Texelse Kay (in 1879 omgedoopt tot Prins Hendrikkade) met de Zeedijk. De middelste pijler wordt vanaf 1876 als draaischijf van een draaibrug. De brug werd toen al verbreed tot 8 meter, want de paardentram en even later de elektrische tram kwamen eraan. Jacob Olie legde die versie vast. In 1931 verscheen "Het voorlopig schema van verkeersverbeteringen in de binnenstad" waarbij de brug in 1938 geslachtofferd werd voor een vaste oeververbinding. Door het toenemende verkeer moest de brug opnieuw verbreed worden in 1955; die nieuwe versie nam de gehele lengte/breedte van de pijlers in beslag, zodat die onder de brug kwamen te liggen. Rond 1968 is opnieuw een verbreding nodig als de Prins Hendrikkade aangewezen wordt als aan-en afvoerroute van de IJtunnel. In plaats van de brug te verbreden, werd er gekozen voor een nieuwe brug ten noorden van de “oude”. Deze brug, Nieuwe Nieuwe Brug genoemd, kreeg brugnummer 326 en zorgde voor het verkeer stad in; de "oude" voor verkeer stad uit. Begin 21e eeuw werd de oude versie van de Nieuwe Brug afgebroken in verband met de aanleg van de Noord/Zuidlijn en weer vernieuwd. De Nieuwe Nieuwe Brug moest toen al het verkeer opvangen. Nadat die nieuwbouw in 2008 van bijna 26 meter breed werd opgeleverd, kwam daar al het verkeer over te rijden. In 2015 werd de noordelijke brug weer afgebroken, ook weer vanwege de Noord/Zuidlijn. Het oostelijke landhoofd van de Nieuwe Nieuwe Brug bleef daarbij als plateau staan. Sinds 1963 wordt de brug ook gebruikt door de tram, als onderdeel van de keerlus via het Oostelijke Stationsplein. Al eerder, van 1879 tot 1900 had er een paardentram overheen gereden (lijn Dam - Prins Hendrikkade).

Fragment uit het Wikipedia-artikel Nieuwe Brug (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Nieuwe Brug (Amsterdam)
Damrak, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Nieuwe Brug (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.376880555556 ° E 4.8988972222222 °
placeToon op kaart

Adres

Nieuwe Brug

Damrak
1012 LG Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Nieuwe brug Amsterdam
Nieuwe brug Amsterdam
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Nieuwe Nieuwe Brug
Nieuwe Nieuwe Brug

De Nieuwe Nieuwe Brug (brug nr. 326) was een vaste brug in het centrum van Amsterdam als onderdeel van de Prins Hendrikkade en voerde over het water dat het Damrak met het Open Havenfront verbindt. De brug is in 1967/68 als tijdelijke brug aangelegd ten noorden van de ernaast gelegen Nieuwe Brug om deze te ontlasten. Het verkeer in westelijke richting ging voortaan over deze brug terwijl het verkeer in oostelijke richting over de Nieuwe Brug ging. De brug was voor het verkeer een belangrijke doorgaande route van oost naar west en was ook voor het openbaar vervoer van groot belang. Op de brug bevonden zich een tweetal uitstaphaltes. Aan de noordzijde een voor de GVB bussen uit Noord die ingebruik was van 1980-2008 en één aan de zuidzijde voor de NZH (sinds 1999 Connexxion) bussen uit Waterland die ingebruik was van 1972 tot de verplaatsing van het busstation naar een tijdelijk platform boven het Oosterdok na 2000. Om de passagiers te beschermen tegen het voortrazende verkeer was de halte voorzien van paaltjes met een ketting. De NZH bussen keerden dan via de Nieuwe brug naar het busstation bij de Sint Nicolaaskerk. Na de tijdelijke afbraak van de Nieuwe Brug ging het verkeer in beide richtingen over de 12 meter lange Nieuwe Nieuwe Brug. Voor de werkzaamheden aan de Noord/Zuidlijn moest de brug in 2015 worden afgebroken om niet meer terug te keren. In 2008 werd ter vervanging van beide bruggen de Nieuwe Brug breder herbouwd en in gebruik genomen voor het verkeer in beide richtingen. Het technisch ontwerp van de brug was dit keer afkomstig van de afdeling Tunnelbouw van de Dienst der Publieke Werken. De naam Nieuwe Nieuwe Brug verwijst naar de er naast gelegen Nieuwe Brug die nog steeds bestaat.

Plaquette Chet Baker
Plaquette Chet Baker

De Plaquette Chet Baker is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het is een kleine hommage aan de trompettist Chet Baker. Die overleed in de nacht van 12 op 13 mei 1988, vermoedelijk onder invloed, uit het raam viel van Hotel Prins Hendrik, gevestigd aan de Prins Hendrikkade 52-58. Hij was door zijn val op een Amsterdammertje haast onherkenbaar geworden. Hij had eigenlijk moeten optreden in Singer Museum in Laren. Fan en leider van de eenkoppige "Stichting Jazz Impuls" Bob Hagen spande zich sindsdien in voor een klein eerbetoon aan de overledene. Hij begon met een foto en trompetje aan het paaltje. Samen met Lex Lammer van KRO werd contact opgenomen met hotel en gemeente Amsterdam. Deze vonden het enerzijds een leuke geste, maar zagen daarentegen niets in een monument voor een junk. Na tien jaar, als Baker overlijden eigenlijk nergens meer herdacht wordt, startte Hagen opnieuw, nu met een lauwerkrans. Het leverde weer commentaar op van de Gemeente Amsterdam; er was geen vergunning voor. Dit gaf het kleine project een doorstart, waarna hij samen met Tanya Wijngaarde van Nederlands Jazz Archief opnieuw probeerde te overreden. Ze hadden mazzel want kregen contact met een ambtenaar, die ook fan was van Bakers muziek. Ook de hoteleigenaar was inmiddels om; hij kreeg steeds vragen van toeristen omtrent de plaats van overlijden. Er werd een actie gestart om geld bijeen te brengen. Op 13 mei 1999 werd de plaquette onthuld. Zhuk beeldde Chet Baker af zoals hij er de jaren zeventig van de 20e eeuw moet hebben uitgezien. De bronzen plaquette is circa 50 bij 70 cm en bevat een portret en de tekst: Trumpet player and singerChet Bakerdied here on May 13th 1988He will live on in his Musicfor anyone willingto listen and feel. Inmiddels had de hoteleigenaar de openslaande ramen dichtgespijkerd om verdere valpartijen te voorkomen.

Prins Hendrikplantsoen
Prins Hendrikplantsoen

Het Prins Hendrikplantsoen is een voormalig klein plantsoen in het centrum van Amsterdam, tegenover Station Amsterdam Centraal, dat tot 22 juli 2018 dienst deed als busstation, en nadien grotendeels ingenomen is door het Open Havenfront en de fietsenstalling eronder. Het Prins Hendrikplantsoen was gelegen tussen de Prins Hendrikkade tegenover het Victoria Hotel en het Open Havenfront. Het plantsoen werd vernoemd naar Hendrik van Oranje-Nassau. Zijn borstbeeld stond tot 1979 in het plantsoen maar werd toen verplaatst naar een locatie tegenover het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade. Het plantsoen werd in 1883 aangelegd, gelijk met de bouw van het Centraal Station. Naast grasveld bestond de vegetatie uit linden, esdoorns, iepen en platanen en was omgeven door een hekwerk. Ook bevonden zich in het plantsoen een aantal bankjes en stonden er een tweetal peperbussen. In het voorjaar en de zomer bloeiden er volop bloembollen. In de jaren zestig werd een deel van het plantsoen in gebruik genomen als busstation voor Maarse en Kroon, onder meer voor de lijnen naar Schiphol. Ook was er een speciaal tramspoor waarop wachtwagens werden opgesteld. Vanaf 1973 werden de bussen van Maarse en Kroon vervangen door bussen van Centraal Nederland, in 1994 door de NZH en sinds 1999 door Connexxion. In de jaren tachtig werd het busstation verder uitgebreid en veranderd en bleef er een miniplantsoentje over. Het plantsoen werd volop gebruikt voor het stallen van fietsen, alhoewel dat niet was toegestaan, waarvoor vooral de oude plataan werd gebruikt. Deze verdween echter in 2006, evenals het eethuisje en de peperbussen. In 2008 werd het busstation weer heringericht en verdween al het groen, zodat er geen plantsoen meer over was en er slechts een asfaltvlakte restte. Het plantsoen moest geheel verdwijnen om ruimte te maken voor bushaltes die van het Stationseiland moesten verdwijnen door de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Het (voormalige) Prins Hendrikplantsoen bood tot 22 juli 2018 ruimte aan de GVB-buslijnen 18, 21, 22 en de Connexxion-lijnen 347/N47, 357/N57, N92, N94 en N97. Ook vertrok hier van 1991 tot 2005 in de zomermaanden Touristtram-lijn 20. Verder was er ruimte voor toerbussen, waaronder de dubbeldeks Hop on, hop off-bussen. Tot 2010 vertrok hier ook de Opstapper. Ook op 22 juli 2018 verdween het autoverkeer op de Prins Hendrikkade. Na de verhuizing van de bussen naar het busstation IJzijde zou het plantsoen worden afgegraven en ruimte bieden als nieuwe ligplaats voor de rondvaartboten. Door de gewijzigde plannen hoefde er op deze plek ook geen tijdelijk tramstation te komen en kon het hele gebied rondom het Stationsplein in december 2022 gereed zijn. Het plantsoen werd afgesloten en veranderde in een bouwterrein waarbij het voormalige plantsoen werd afgegraven en de tramsporen zijn verlegd, dichter bij de huizen van de Prins Hendrikkade. Na het afgraven werd het Open Havenfront aan de zuidkant verbreed. Er kwamen ook nieuwe steigers voor de rondvaartboten.

Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis
Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis

Het Noord-Hollands Koffiehuis werd in 1911 aan het Amsterdamse Stationsplein tegenover het Centraal Station gebouwd, naar een ontwerp van architect J.H.W. Leliman. Het ontwerp was geïnspireerd op de Noordhollandse stolpboerderij en het vroegere 'Paalhuis' uit 1562 op de hoek van het Damrak en de Nieuwe Brug. Op 29 april 1912 werd het geopend door de toenmalige burgemeester van Amsterdam. Vanaf het koffiehuis voer een bootje naar het tramstation aan de overkant van het IJ, om aan te sluiten op de Waterlandse tram. Het koffiehuis en niet het tramstation in Noord gold als beginpunt van de rit naar Purmerend of Volendam. Sinds de overname van de lijnen door de NZHVM hanteerde zij de officiële benaming Trambootstation. In 1932 werd het gebouw aam de oostzijde uitgebreid. Vanaf 1 december 1932 werd de exploitatie van (Tweede) Noord-Hollandsche Tramweg-Maatschappij (TNHT) overgenomen door de NZH – sindsdien wordt het gebouw Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis genoemd. In de volksmond werd het vaak Het Koffiehuis genoemd. Na de opheffing van de tram naar Volendam in 1956 vertrokken de bussen van de NACO vanaf de Valkenweg in Amsterdam-Noord. Na de opening van de IJtunnel in 1968 kregen de bussen hun vertrekhalte op het Stationsplein ter hoogte van het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis. Het in late art-nouveaustijl gebouwde koffiehuis moest in 1972 wijken voor de metrobouw. Het werd geheel gedemonteerd. De genummerde onderdelen van het gebouw werden opgeslagen in pakhuis Insulinde. In 1980 werd het weer opgebouwd, met gebruikmaking van oude onderdelen, zij het op een iets andere locatie. Het gebouw werd gedeeltelijk bovenop het caisson van het ondergrondse metrostation gezet. Voorts werd in dezelfde stijl een aanbouw gerealiseerd met een torentje om het informatie- en kaartverkoopkantoor van vervoerbedrijf GVB in onder te brengen. Daarnaast zetelt in het gebouw ook het VVV-kantoor, en heeft rederij Lovers hier een aanlegplaats voor de rondvaartboten. In 2003 kwam er nog een uitbreiding, inclusief een extra torentje. In 2007 kwam er aan de oostzijde in dezelfde stijl nog een uitbreiding met een losstaand informatiepunt voor toeristen. Gedurende bijna een eeuw, van 1919 tot 2014, was Smits Koffiehuis in het gebouw gehuisvest. Sinds 2016 is er in het voormalig koffiehuis een vestiging van Loetje, Loetje Centraal.

Brug 133
Brug 133

Brug 133 was de aanduiding van een aantal kunstwerken in Amsterdam. Er zijn minstens drie kunstwerken geweest, die dat nummer droegen. Alle drie zijn inmiddels afgebroken dan wel onder het zand verdwenen. De eerstbekende brug 133 betreft een bruggetje nabij de Willem de Zwijgerlaan. Deze brug overspande De Krommert of een overhaal daarnaar toe. Bij demping van De Krommert werd de brug overbodig. Een tweede brug 133, een duiker was geplaatst langs de ringspoorbaan in Amsterdam-West. Het derde kunstwerk dat het nummer droeg was een voetgangerstunnel. Ze werd aangelegd in verband met toegenomen drukte op de Stationsplein voor het Station Amsterdam Centraal. De rijweg liep westwaart destijds nog voor de ingang langs en de vele voetgangers hielden het verkeer op en omgekeerd. Daarom werd er vanuit de centrale hal in het stationsgebouw een tunnel gegraven onder die weg door, die haar uitgang op het plein had naast het ronde VVV gebouwtje. De tunnel werd aangelegd in 1954/1955. Het ontwerp was in handen van de Dienst der Publieke Werken, vermoedelijke architect was Dick Slebos of Gerrit Feiko Janssonius of een combinatie van die twee. Er werd tegelijkertijd gebouwd aan Duiventil, een wisselwachtershuisje, ontworpen door Slebos. Janssonius was bij de opening op 23 juli 1955 aanwezig. Het bijzondere aan de tunnel was dat de drie toe- en uitgangen een ring met dekplaat boven zich kregen. Voorafgaand aan de plaatsing van op de tunnel was ook de ontvangsthal van het Centraal Station aanmerkelijk gewijzigd; de kaartverkoop tot dan toe in het midden werd naar de zijkanten verbannen. Na vijfentwintig jaar was de verkeerssituatie van het Stationsplein aan aanpassing toe. Door de bouw van het metrostation, waarvoor een toegang moest worden gerealiseerd met het station (dat niet in de hal maar voor het station uitkwam) moest de rijweg voor het station verdwijnen waardoor de tunnel overbodig werd en afgesloten en daarna in 1980/81 gesloopt.