place

Brussels Museum van de Molen en de Voeding

Beschermd erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk GewestBouwwerk in EvereMolen in BrusselMolenmuseumMuseum in Brussel
MBMA Moulin Molen Evere
MBMA Moulin Molen Evere

Het Brussels Museum van de Molen en de Voeding (Frans: Musée bruxellois du Moulin et de l'Alimentation) is een museum in Evere in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is gevestigd in een voormalige molen. Verder is er op het terrein een geklasseerde specerijentuin.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brussels Museum van de Molen en de Voeding (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brussels Museum van de Molen en de Voeding
Jalan Tuanku Abdul Halim, Kuala Lumpur

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brussels Museum van de Molen en de VoedingLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 50.873055555556 ° E 4.395 °
placeToon op kaart

Adres

Parliament Compound

Jalan Tuanku Abdul Halim
50646 Kuala Lumpur
Malaysia
mapOpenen op Google Maps

MBMA Moulin Molen Evere
MBMA Moulin Molen Evere
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Evere
Evere

Evere (uitgesproken /ˈeːvərə/ in het Nederlands en /evɛʁ/ in het Frans) is een van de negentien tweetalige gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in België. De inwoners worden de Everenaars of Everaars genoemd en de patroonheilige is Sint Vincentius. Evere heeft 5 wijken: Germinal, Picardie, Platon, Destrier, Sint Vincentius. Na de talentelling van 1947 werd de gemeente Evere via een koninklijk besluit in 1954 van het Nederlandstalige gebied van de voormalige provincie Brabant overgeheveld naar het officieel tweetalig Arrondissement Brussel-Hoofdstad. Vanaf het begin verwierf Evere, als eerste gemeente, een statuut, dat voorzag in een tweetalig gemeentelijk onderwijs en een tweetalige administratie, en dit nog vóór de taalwetten van 1963 rond het taalgebruik in het onderwijs in de Brusselse agglomeratie. De tuinbouwers, pioniers van de witloof-cultuur, maakten naam. Het was ook - samen met de oude gemeente Haren - het centrum van de geschiedenis van de luchtvaart in België tussen 1914 en 1945 en verwelkomde de gemeente onder meer in de naburige gemeente Haren, de nieuwe Société Anonyme Belge de Constructions Aéronautiques (SABCA) en Société Anonyme Belge Exploitation de la Navigation Aérienne (Sabena). Evere bleef tot het einde van de Tweede Wereldoorlog een landelijke gemeente, de sterke bevolkingsgroei zorgde vervolgens voor de totale verdwijning van het landbouwgebied in 25 jaar. Evere telt ruim 44.000 inwoners

Sint-Suzannakerk
Sint-Suzannakerk

De Sint-Suzannakerk is een rooms-katholiek kerkgebouw te Schaarbeek, gelegen aan Blauweregenlaan 30. De kerk werd gebouwd in 1925-1928 op grond geschonken door Louise Thiéry, een zus van kanunnik Armand Thiéry en weduwe van generaal Albert Maes (1859-1915). Ze had naast haar echtgenoot ook haar dochter Suzanne verloren en liet de kerk naar haar wijden aan de heilige Suzanna. Het was de eerste kerk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarbij beton het belangrijkste bouwmateriaal was. Architect van het gebouw in art-decostijl was Jean Combaz. In de tijd van de bouw was art deco nog niet gebruikelijk voor het ontwerp van kerken, en het gebouw werd spottend: de bioscoop van het kerkhof van Schaarbeek genoemd, aangezien art deco reeds veelvuldig voorkwam bij cinema's en dergelijke. Combaz inspireerde zich op de baanbrekende Notre-Dame du Raincy, die enkele jaren voordien was gebouwd. Hij ontwierp een eenbeukige kerk. De symmetrische voorgevel wordt bekroond door een voorgebouwde toren. Het schip is 14 meter hoog, 27 meter breed en 47 meter lang. De toren is 49 meter hoog. Het doopvont, van 1935, werd vervaardigd in de werkplaatsen van de Abdij van Maredsous. Het orgel is van 1932 en werd vervaardigd door orgelbouwer Pels. De brandglasramen van Simon Steger en Jacques Colpaert zijn gevat in beton en dateren uit het midden van de 20e eeuw. In 2016-2019 onderging de kerk een grootscheeps renovatie geleid door architectenbureau Arsis, dat onder meer betonrot aanpakte.

Monument voor de Troepen der Afrikaanse Veldtochten
Monument voor de Troepen der Afrikaanse Veldtochten

Het Monument voor de Troepen der Afrikaanse Veldtochten (Frans: Mémorial des Troupes des campagnes d'Afrique) ligt in de Huart Hamoirlaan te Schaarbeek, gekeerd naar het Rigasquare. Het is een eerbetoon aan de koloniale Force Publique, die vanuit Belgisch-Congo in Afrika en daarbuiten heeft gevochten (1885-1960). De oprichting in 1970 was een initiatief van Urfracol, een federatie van koloniale verenigingen. Edmond Van der Meersch en Albert Goffin hadden hiervoor in 1963 een aanvraag gedaan bij de burgemeester. In een arduinen boog kapte beeldhouwer Willy Kreitz het silhouet uit van een Belgische koloniale officier (met tropenhelm) en van een Congolese soldaat (met de typische fez van de Force Publique). Een bronzen handklap symboliseert de veronderstelde wapenbroederschap. Op de achterzijde is een fragment gebeiteld van de speech die Boudewijn gaf bij de Congolese onafhankelijkheid: Ik stel er prijs op hier een bijzondere hulde te brengen aan de weermacht die haar zware taak met onverzettelijke moed en toewijding heeft vervuld. Rede gehouden door Z.M. Koning Boudewijn Iste, op 30 juni 1960 te Leopoldstad. De voorzijde herinnert aan de voornaamste campagnes: REDJAF 1890-1898: na de stichting van de Kongo-Vrijstaat ondernam Leopold II allerlei acties aan de noordgrens richting Soedan, met als grootste succes de overwinning bij Redjaf (1897). TABORA 1914-1918: tijdens de Eerste Wereldoorlog verdreef de Congolese Weermacht de Duitsers uit Rwanda en Urundi, om zes maanden later Tabora en vervolgens Mahenge te nemen. SAÏO 1940-1945: tijdens de Tweede Wereldoorlog streed de Force Publique aan de zijde van de Britten tegen de Italianen en nam ze met 3.000 soldaten Saïo in Ethiopië. Rond de boog zijn negen hardstenen blokken opgesteld die aan andere of verwante interventies herinneren: Kasongo (veldtocht in Maniema, 1893), Lindi (neerslaan van de Batetela, 1897), Usoke (veroverd op de Duitsers, 1916), Mahenge (1917), Abyssinië (1941), Nigeria (1942-43), Midden-Oosten (Egypte en Palestina, 1943-44), Birma (1944-46) en Italië (Suid-Afrikaanse Lugmag, 1944-45). Dat laatste laat zich verklaren doordat oud-strijders van de Zuid-Afrikaanse luchtmacht zich hadden aangesloten bij Urfracol. Jaarlijks wordt op 11 november een herdenkingsplechtigheid met bloemenhulde gehouden aan het monument. Een gelijkaardig gedenkteken is in 2005 onthuld in Kinshasa, weliswaar met slechts een gedeeltelijke overlapping in de herdachte campagnes omdat enkel wapenfeiten buiten Congo zijn weerhouden (Tabora, Redjaf, Asosa, Gambela, Saio en Birma).