place

Brug 1541

Brug in het Amsterdamse Bos
Brug 1541, zijaanzicht
Brug 1541, zijaanzicht

Brug 1541 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos ligt op de terreinen van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug voert naar een dijkje dat ligt te midden van het water Wetlands. Dit is een moerasachtige plas water op de plaats van de voormalige Vietnamweide tussen Sportpark Amstelpark en het Nieuwe Meer. In de plas liggen meerdere eilandjes die nauwelijks boven het wateroppervlak uitstijgen en kunnen dienen tot broedplaats van watervogels; het dijkje ligt wat hoger. Dit stukje Amsterdamse Bos werd aangelegd ter compensatie van een stuk wildernis dat verloren ging door plaatsing van genoemd sportpark, dat tot 1996 was gesitueerd bij Station Amsterdam-Zuid. Het werd tevens een barrière tegen mogelijke plannen het sportpark uit te breiden. De brug met bijnaam Wetlandsbrug dateert van rond 1995. In 1999 werden alle bruggen door MTD Landschapsarchitecten onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 1541 dat het voor het bos en omstreken een unieke brug is. Zij voerden aan: het is een drijvende brug (te vergelijken met een pontonbrug) de brug ligt als brug opvallend in het landschap, maar gaat vanwege haar onbewerkte hout op in haar omgeving de eenheid tussen houten dek en leuningen de brug lijkt geïnspireerd op bruggen die Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken voor het bos ontwierp (afgeronde toppen van de hoofdbalusters, toegepaste borstweringen). Het onbewerkte hout maakt dat de brug gevoelig is voor vocht met als gevolg houtrot.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 1541 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 1541
Wetlandbrug, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 1541Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.332091666667 ° E 4.8473722222222 °
placeToon op kaart

Adres

Wetlandbrug

Wetlandbrug
1182 AK Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Brug 1541, zijaanzicht
Brug 1541, zijaanzicht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 506
Brug 506

Brug 506 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos in de gemeente Amsterdam. Het Amsterdamse Bos ligt voor een deel in de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Het is een houten brug in het Boeierspad even ten noorden van de Koenensluis. De brug vormt vanaf 1937 de verbinding tussen het Nieuwe Meer en een kronkelige waterweg in het noorden van genoemd stadsbos. De versie uit 1937 werd ontworpen door Piet Kramer, architect bij de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het bos diverse soorten bruggen, van hout, van beton en een enkele ophaalbrug en hefbrug. Brug 506 was een houten brug, waarbij hij net als bij andere houten bruggen in het bos een uniek exemplaar schiep en teruggreep op zijn “oude” vak als timmerman. Kramers signatuur is terug te vinden in het gegalvaniseerd ijzeren kapje dat op de hoofdbalusters te zien is. Ook de afwerking van de overige balusters en de borstweringen bestaande uit een enkele houten balk verrieden Kramers hand. De brug kende twee nieveaus, een voor het voetpad, een lagere voor het fietspad. Deze brug werd samen met vijf andere bruggen, allemaal anders van vorm, aangelegd: brug 508, brug 528, brug 533, brug 534 en brug 535. Brug 506 werd met twaalf hardhouten heipalen gebouwd door de Nederlandse Heide Maatschappij in het kader van de werkverschaffing. In 1959 werd het brugdek vernieuwd en ook in 1979 vond er renovatie plaats, waarbij de brug enkele betonnen onderdelen kreeg. Rond 1995 werd de kronkelige sloot vervangen door een moerasachtig gebied, een rustplaats voor watervogels (Wetlands). In 1999 werden alle bruggen door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 506 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug was. Ze voerden aan: ze behoort tot de houten bruggen uit het Kramer-oeuvre eenheid in houten dek en leuningen karakteristieke houtverbindingen een punt dat zowel positief als negatief werd bevonden was de bruine kleur; ze ging door die kleur bijna geheel op in haar omgeving, anderzijds verdwenen daardoor architectonische kenmerken. In 2008 werd de gehele brug door Dura Vermeer gerestaureerd, opnieuw in haar bruine kleur. Het niveauverschil tussen voet- en fietspad, nog te zien op het land, verdween. De status van gemeentelijk monument kreeg ze in tegenstelling tot andere Kramerbruggen niet, vermoedelijk door alle aangebrachte wijzigingen.

Brug 592
Brug 592

Brug 592 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen voor dat bos werd ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Hij ontwierp voor dat bos allerlei typen bruggen, waarbij sommige wel sterk op elkaar lijken, maar toch allemaal verschillen. Deze brug uit 1954 ligt in de Koenenkade en maakt deel uit van de Koenensluis, een sluis die het verschil in waterpeil van de Nieuwe Meer en de Hoornsloot (een soort ringsloot om het Amsterdamse Bos) moet overbruggen. Kramer kwam hier met een hefbrug. Van Kramer zijn slechts een beperkt aantal hefbruggen bekend, deze brug 592, de Kikkerbilsluis, de Omvalbrug en de in 2019 herplaatste Gevlebrug. Die laatste drie zijn aanmerkelijk groter dan brug 592. Toch verschilt brug 592 technisch van de andere drie. De heftorens, alle voorzien van ronde kappen (ook de andere drie), hebben bij brug 592 de kabelopeningen aan de waterkant, terwijl dat bij de andere drie aan de rijdekkant is. Het is een van de laatste bruggen van de hand van Kramer, want hij zou de Publieke Werken op de grens van 1952/1953 verlaten. De brug werd samen met brug 591 en brug 595 aanbesteed en gebouwd, alle drie in de omgeving van de Nieuwe Meer. De brug, alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers, draagt Kramers handtekening in de balustrades en leuningen, die overal in het bos op zijn betonnen bruggen te vinden zijn. Het bestaat uit licht golvende motieven (net als de bruggen overal verschillend), gedragen door sierlijke balusters (ook overal verschillend). De siersmeedijzeren bovenlinten zijn middels een S-motief verbonden met de onderste linten. De brug is gebouwd op de fundamenten van het bovenhoofd van de Koenensluis en heeft een brugdek van stalen liggers met planken. Origineel had de brug nog brugdeuren, maar deze zijn in de loop der jaren verdwenen. De brug en de sluis wordt bediend op afspraak door 24 uur van tevoren te bellen naar het nummer op de borden bij de brug. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 592 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: de lichte kleur de brug accentueert in een gesloten bosomgeving; een hefbrug in de traditie is van de Amsterdamse School; het een karakteristiek decoratief smeedwerk heeft in strakke dunne leuningen; het een bepalend onderdeel vormt van de Koenensluis. In 2009 is er herstelwerk uitgevoerd. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug in 2013 tot gemeentelijk monument vanwege het sterk beeldbepalende karakter in de omgeving van de Nieuwe Meer. Bovendien is het de enig bekende hefbrug in miniatuuruitvoering en vond de gemeente Amstelveen de brug een wezenlijk onderdeel binnen het oeuvre van Kramer en de verzameling bruggen in het Amsterdamse Bos.

Brug 591
Brug 591

Brug 591 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen voor dat bos werd ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Hij ontwierp voor dat bos allerlei typen bruggen, waarbij sommige wel sterk op elkaar lijken, maar toch allemaal verschillen. Deze brug uit 1953 ligt in de Koenenkade. Ze overspant de in- en uitlaat van het Gemaal Koenensluis/Koenenkade. Er lag al een tijdelijke houten brug, aldus de aanbesteding van 30 juni 1952 (opruimen van de tijdelijke brug). Brug 591 is een van Kramers betonnen bruggen voor het bos; het bestaat uit een betonnen plaat met opstaande randen. De balustraden kragen uit boven de overspanning. De onderkant heeft echter een welfconstructie (segmentboog). Opmerkelijk zijn ook hier de keus van leuningen van stripstaal en Kramers keuze voor lusvormige balusters, verbindingen en uiteinden (de verderop gelegen brug 592 heeft bijvoorbeeld S-motieven). De betonnen balustraden laten een mengeling zien van hoeken en vloeiende lijnen. In de stijl van de brug ontwierp Kramer voor deze brug een betonnen zitbankje (voor elders in de stad ontwierp Kramer zitbankjes in baksteen en hout) op sokkel. Het zitbankje heeft gesloten zij- en rugleuningen en is monoliet (een geheel) op de houten zitplanken na. Het is uniek in zijn soort binnen het oeuvre van Kramer. De brug wordt gedragen door een houten paalfundering. Ze is alleen geschikt voor voetgangers, fietsers, die elke een rijdek op verschillen niveau hebben, en voertuigen met een asdruk van 500 kg. Ten oosten van de brug staat de sluiswachterwoning; ten westen het gemaal uit circa 1918. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 591 dat het voor het bos en sluis een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: het behoort tot het complex van brug, sluis, sluiswachterwoning en gemaal de lichte kleur geeft de brug een accent in een gesloten bosachtige omgeving het is een kleine plateaubrug van gewapend beton met karakteristiek decoratief smeedwerk in strakke dunnen leuningen. De gemeente Amstelveen benoemde de brug in 2013 tot gemeentelijk monument vanwege de strakke geleding van de betonmassa tegenover de sierlijke balustrades en het opvallende bankje.

Brug 507
Brug 507

Brug 507 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Deze klassiek aandoende ophaalbrug werd gebouwd in het kader van een aantal kunstwerken om de Bosbaan. Zij werden in een keer aanbesteed op 16 november 1936. Het ontwerp van die bruggen is afkomstig van Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Van zijn hand verschenen allerlei brugtypen in het park, aangepast aan gebruik en omgeving. Voor deze plek kwam Kramer met een ophaalbrug in de stijl van 19e-eeuwse ophaalbruggen met een in rondboog uitgevoerde hameipoort, veelal toegepast in Noord-Holland. Het is een mogelijkheid dat deze brug geïnspireerd is op de Magere Brug waarvoor Kramer in 1934 een renovatie-ontwerp had gemaakt. Deze brug 507 heeft op nog geen honderd meter verder een broertje staan, brug 504. Beide staan over een kanaal, ook wel naar de vorm De Banaan genoemd, dat de Bosbaan verbindt met het Nieuwe Meer. Tussen de bruggen zit een klein verschil. Brug 504 staat op brugpijlers en jukken eigenlijk in het water, daar waar brug 507 op de wanden van de Bosbaansluis staat bij de noordelijke sluisdeuren. Beide bruggen geven het landschap een meer Hollands karakter (het Nieuwe Meer is natuurlijk, de Bosbaan is mensenwerk). Brug 507 staat net als de sluizen vermoedelijk op een houten paalfundering. Ze heeft geen brugpijlers, steunen of aanbruggen. De overspanning bestaat voor het grootste deel uit hout. Daarboven is er de houten opbouw. De brugleuningen zijn eveneens van hout, waarbij in de constructie diverse houtbewerkingmotieven zijn te vinden, Kramer was van origine timmerman. Bij de aanbesteding van 16 november 1936 kon geoffreerd worden voor de bouw van brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512. In 1959 heeft er enig renovatiewerk aan de brug plaatsgevonden (balans). De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument vanwege het passend ontwerp binnen de overgang van de karakters van het landschap, de ensemblevorming, het beeldbepalend karakter dat de brug heeft langs de Bosbaan en de verschijningsvorm binnen het oeuvre van de architect.

Brug 509
Brug 509

Brug 509 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen in dat bos is ontworpen door Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken en deze is zeer vermoedelijk ook door hem ontworpen. Er werden voor het Amsterdamse Bos allerlei bruggen ontworpen in serie (zoals de ballenbruggen van Kramer), maar ook unieke bruggen voor dit park. Daarbij kwamen er houten (waaronder brug 500), betonnen bruggen (zoals brug 501) en zelfs een enkele antiek uitziende ophaalbrug (zoals brug 504). Brug 509 past dan weer niet in de bovengenoemde categorieën. De brug leidt een sober bestaan. Ze ligt in een af te sluiten voetpad dat langs de Bosbaan loopt. Ze ligt over een zijwater van die Bosbaan en geeft samen met brug 510 toegang tot het terrein waar de (wedstrijd-)roeiers hun boten vanuit het botenhuis (ook ontworpen door de genoemde Dienst) naar de Bosbaan brengen en terug. Zij zijn naast trimmers dan ook bijna de enigen die van dit bruggetje gebruik maken. De brug is gebouwd op een houten paalfundering met betonnen landhoofden. Daarop steunen eikenhouten balken, die het rijdek van houten planken dragen. Vanuit het rijdek komen ronde balusters naar binnen gericht omhoog die de houten leuning dragen, die op enkelhoogte is gemonteerd. De brug werd na de aanbesteding op 16 november 1936 in 1937 in een pakket van bruggen gebouwd. In dezelfde aanbesteding zaten brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512.

Bos Peel
Bos Peel

Bos Peel is een artistiek kunstwerk in het Amsterdamse Bos op het grondgebied van gemeente Amstelveen, maar in beheer bij gemeente Amsterdam. Op de plek, even ten noorden van de Bosbaan, stond een beeld van Gabriel Lester uit 2016, dat in 2018 ten prooi viel aan vernielzucht. Het was origineel gemaakt voor de tentoonstelling "Warande" in Tilburg, waarna het werd geplaatst bij het Amsterdamse Bostheater en weer later op een speelveld. Vaste bezoekers vonden het verdwijnen van het beeld een gemis aangezien het een ontmoetingsplaats was als ook een speelobject voor kinderen. De gemeente Amsterdam gaf de kunstenaar daarop de opdracht te komen met een nieuwe versie, die wel bestand is tegen vandalisme. In december 2020 werd begonnen met de opbouw van deze zitplek, waarvan het middenstuk omhoog is gekruld alsof iemand het uit de zitbank heeft geschild (Engels: to peel betekent schillen). De kunstenaar zei zelf over het beeld in Het Parool van 20 december 2020: Ik merk dat zo’n beeld een sterke aantrekkingskracht uitoefent op voorbijgangers. Het is alsof je in contact komt met een andere tijd, dat je onderdeel wordt van iets onmogelijks. Het beeld uit 2020 is opgebouwd uit een stalen frame met Douglasplanken, die wit geschilderd zijn. Die spierwitte kleur moet tijdens mist en schemering ook dienen als een bescheiden lichtbron. Bovendien moet het beeld door de kleurstelling de dialoog aangaan met de zwart-witte brug 504 van Piet Kramer. Eenzelfde soort beelden zijn te zien in Medellín (Colombia) (getiteld Twister) en Gagnef (Zweden) (Sexappeel).

Brug 504
Brug 504

Brug 504 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Deze klassiek aandoende ophaalbrug werd gebouwd in het kader van een aantal kunstwerken om de Bosbaan. Zij werden in een keer aanbesteed op 16 november 1936. Het ontwerp van die bruggen is afkomstig van Piet Kramer, bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken. Van zijn hand verschenen allerlei brugtypen in het park, aangepast aan gebruik en omgeving. Voor deze plek kwam Kramer met een ophaalbrug in de stijl van 19e-eeuwse ophaalbruggen met een in rondboog uitgevoerde hameipoort, veelal toegepast in Noord-Holland. Het is een mogelijkheid dat deze brug geïnspireerd is op de Magere Brug waarvoor Kramer in 1934 een renovatie-ontwerp had gemaakt. Deze brug 504 heeft op nog geen honderd meter verder een broertje staan, brug 507. Beide staan over een kanaal dat de Bosbaan verbindt met het Nieuwe Meer. Tussen de bruggen zit een klein verschil. Brug 504 staat op brugpijlers en jukken eigenlijk in het water, daar waar brug 507 op de wanden van de schutsluis staat. Beide bruggen geven het landschap een meer Hollands karakter (het Nieuwe Meer is natuurlijk, de Bosbaan is mensenwerk). Brug 504 staat op een houten paalfundering met houten brugpijlers waarop jukken liggen. Ook de overspanning bestaat voor het grootste deel uit hout, slechts de aanbruggen liggen op stalen balken. Daarboven is er de houten opbouw. De brugleuningen zijn eveneens van hout, waarbij in de constructie diverse houtbewerkingmotieven zijn te vinden, Kramer was van origine timmerman. In de loop der jaren moest herstelwerk aan de brug uitgevoerd worden; daarbij zijn de randbalken vervangen door betonnen exemplaren. Bij de aanbesteding van 16 november 1936 kon geoffreerd worden voor de bouw van brug 500, brug 502, brug 504, brug 507, brug 509, brug 510, brug 511 en brug 512. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument vanwege het passend ontwerp binnen de overgang van de karakters van het landschap, de ensemblevorming, het beeldbepalend karakter dat de brug heeft langs de Bosbaan en de verschijningsvorm binnen het oeuvre van de architect.

Brug 549
Brug 549

Brug 549 is een brug in de gemeente Amstelveen, maar in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam. Deze ophaalbrug overspant een sloot in het Amsterdamse Bos. In die sloot is nauwelijks scheepvaart (alleen kano en kajak) mogelijk, toch is de brug beweegbaar uitgevoerd. De brug werd namelijk opgehaald als er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan of voorstellingen werden gegeven in het openluchttheater. Vanwege het ontbreken van enige elektriciteit ter plaatse moest de brug met de hand bediend worden. De esthetisch architect Dick Slebos van de Dienst der Publieke Werken kwam daartoe hier met een tweetal bruggen. De voorganger van Slebos Piet Kramer had voor het Amsterdamse Bos al een reeks ballenbruggen ontworpen, waarbij de zware ballen dienen tot contragewicht. De bedienaar van de brug kan via die ballen of kabels de brug ophalen. Slebos liet zich voor deze twee bruggen inspireren door Kramer, die op zijn beurt bij de ballenbruggen geïnspireerd werd door het werk van Bernard Forest de Bélidor. De ballenbrug kent een aantal varianten. Brug 549 staat op een houten paalfundering. De brug hangt tussen gewapend betonnen landhoofden, waarop geleidehekjes staan, en twee betonnen brugpijlers. De tropisch hardhouten balanspriemen en ballen zijn gemonteerd op betonnen pijlers naast de brug, die weer op uitbouwen van de brugpijlers staan, een zogenaamde staartbrug. De priemen zijn daarbij in de standaard blauw/witte uitvoering, de zes ballen van drie gewichtklassen zijn rood. De balanspriemen vervullen tevens de functie van brugleuningen, aan de priemen hangt ook de brug. De overspanning bestaat uit houten balken en planken met antislipgleuven. De brug, hoe klein dan ook, heeft twee doorvaarten van elk 2,86 breed waarvan slechts een open kan; ze heeft tevens twee aanbruggen. Aan de overzijde kan een metalen ketting dienen als brughek. De brug heeft drie doorvaarten, de centrale is 3 meter breed; de twee anderen 1,95. De brug heeft in Brug 548 een tweelingzus.

Brug 589
Brug 589

Brug 589 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos in Amsterdam. De brug werd aangelegd daar waar de Jachthavenweg een verbinding moest krijgen met het Tjotterspad aan de noordelijke grens van het Amsterdamse Bos. Bij de aanleg van de Jachthavenweg in 1952 was de brug al ingetekend op de kaart. Die brug was eind jaren vijftig aan verbreding toe, hetgeen er op neer kwam dat de brug in haar geheel afgebroken werd en dat er een nieuwe neergelegd werd. Er werd eerste een noodbrug geplaatst, want de brug vormde destijds al de enige toegang tot het Tjotterspad. De nieuwe versie kwam van de tekentafels van de Dienst der Publieke Werken met als architect Dick Slebos, die rond die tijd als opvolger van Piet Kramer diens werk had overgenomen. Hij nam het uiterlijk van de te slopen brug grotendeels over, maar had minder brugpijlers nodig (twee in plaats van vier). Over betonnen pijlers met jukken en tussen de betonnen landhoofden liggen stalen liggers, die het houten rijdek dragen. Daarbij is de rijweg bijna net zo breed als de brug zelf; aan de randen zijn smalle verhogingen aangebracht waar voetgangers moeten lopen, maar er is hier nauwelijks verkeer (alleen van en naar het Tjotterspad). Wel hangen aan de brug allerlei buizen voor nuts-voorzieningen. MTD Landschapsarchitecten constateerde in 1999 bij een onderzoek naar het cultureel belang van alle bruggen in het Amsterdamse Bos, dat dit voor deze brug gering is. Ze omschreven het als een (poging tot) imitatie van Kramers werk (mist raffinement in detaillering) elders in het bos. De witte leuningen/balustraden zorgen voor een opvallende verschijning, eigenlijk niet toepasbaar in een bos, maar omdat het hier een jachthavengebied betreft wel passend.