place

Vluchthavenbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
2021 Brug 1927, Asd overzicht (3)
2021 Brug 1927, Asd overzicht (3)

De Vluchthavenbrug (brug 1927) is een basculebrug in Amsterdam-Centrum. Deze voetgangersbrug werd rond 2012 gelegd rond een binnenhaven die was ontstaan tussen de Westerdoksdijk en een nieuwbouwcomplex genaamd IJdock. De brug is ontworpen door architecten- en ingenieursbureau Ney & Partners. De stalen brugplaten worden gedragen door zes U-vormige brugpijlers. Het brugdek golft zoals het onderliggende water, concaven wisselen de convexen af in een simulatie van een vlucht van de reiger. De duizend balusters/stijlen volgen de beweging van de krommingen, maar dragen geen leuningen. De nachtelijke led-verlichting benadrukt de golvende elementen. Ney & Partners kregen voor deze brug een eervolle vermelding bij het Britse "Footbridge Congress 2014". Ze waren tevens winnaar, maar dan in de categorie “korte overspanning” voor twee voetgangersbruggen bij de Smedenpoort in Brugge. Het juryrapport over de Vluchthavenbrug: Briljante brug. Het gebruik van één enkele staalplaten dek is subliem en de borstweringen zijn fantastisch. Een elegante en doordachte vorm en aandacht voor detail. Door het rasterwerk kan men het onderliggen water zien. De daadwerkelijke basculebrug is alleen herkenbaar aan de seinlampen en blauw signaalbord(voor boten) en brughekken (voetgangers). Onder de andere brugdekken kan niet doorgevaren worden; ze zijn door een drijfbalk en/of remmingswerk geblokkeerd. De naam van de brug verwijst naar "De vluchthaven", een binnenhaven aan het open IJ achter het Koloniaal etablissement, waarin ten tijde van de bouw van IJdock de Amsterdamse Waterpolitie was gevestigd. Er lag een door middel van steigers gecreëerde binnenhaven waar schepen konden aanmeren. Op de plaats van die vluchthaven werd IJdock gebouwd, de Vluchthavenbrug werd gebouwd op de afgegraven en volgestroomde terreinen van het genoemde etablissement.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Vluchthavenbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Vluchthavenbrug
Vluchthavenbrug, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: VluchthavenbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.383544444444 ° E 4.8939972222222 °
placeToon op kaart

Adres

Vluchthavenbrug

Vluchthavenbrug
1013 MM Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2021 Brug 1927, Asd overzicht (3)
2021 Brug 1927, Asd overzicht (3)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

De moor, de dame en haar hondje
De moor, de dame en haar hondje

De moor, de dame en haar hondje is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het kunstwerk is afkomstig van het toenmalige kunstenaarsduo Berkman en Janssens bestaande uit Margot Berkman en Eline Janssens. De opdracht voor het werk was afkomstig van ProRail Amsterdam die zich geconfronteerd zag met een ingang in een dode hoek aan de De Ruijterkade. Die kade loopt hier ten einde op een spoorviaduct van het voormalige spooremplacement Westerdokseiland. Van dat viaduct hangt het oostelijke deel nog boven de kade; het middelste deel, de voormalige draaibrug over de Westertoegang staat na de buitengebruikstelling altijd in geopende toestand; het westelijk deel is gesloopt. De kunstenaars lieten zich inspireren door de geschiedenis ter plaatse, met haar nijvere handel in exotische producten zoals tafelstukken. Dat tafelstuk werd in de beeltenis een 17e-eeuwse kandelaar, hier in de vorm van een moor met toorts. De inspiratie voor de dame is van aanmerkelijk recenter datum. Eind 20e eeuw was ter plaatse een tippelzone aan de De Ruyterkade. Het hondje staat voor trouw. Het geheel is opgesierd met bloemmotieven. Het totale kunstwerk meet ongeveer 40 meter breedte en circa 3,5 meter hoogte. Het is uitgevoerd in een verdeling over negen stalen platen van 1000 kg per stuk. Als het donker wordt/is, wordt het kunstwerk verlicht. Berkman en Janssens waren in de tijd gespecialiseerd in het maken van kunst voor openbare ruimten. Zo ontwierpen ze bijvoorbeeld de Delftse Liefdesbrief en in een park in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn het kunstwerk A mon seul Désir. Margot Berkman ontwierp een sierlijke hekje rond de koningslinden, eigenlijk een late vervolgopdracht van De moor.

Zonder titel (Guido Geelen)
Zonder titel (Guido Geelen)

Aan de zuidelijke oevers van het IJ in Amsterdam-Centrum staat een titelloos kunstwerk. Het zou de werklust, saamhorigheid en ondernemerszin weergeven en ook het lokale met het internationale verbinden. Het is een creatie van Guido Geelen die het verzoek kreeg een beeld voor deze plek te maken. De financier wenste onbekend te blijven. Het beeld staat opgesteld op de plek waar het IJdok en de Westerdoksdijk elkaar kruizen. Geelen kwam met een kunstwerk dat de afmeting heeft van een zeecontainer (12 bij 2,60 bij 2,44 meter), ten teken van de bedrijvigheid van de Amsterdamse haven. Het beeld valt in twee gelijke delen uiteen. De sokkel is zes meter hoog en bestaat alleen uit de ribben van de denkbeeldig halve container. Daarboven staat het beeld, dat bestaat uit gelaste met elkaar in verbinding staande cirkels, waarbij de oude techniek filigraan lijkt te zijn gebruikt, maar dan zonder achtergrond. De cirkels hebben daarbij verschillende diameters. Door deze constructie te gebruiken is het beeld doorzichtig. De bedoeling daarachter is dat het kunstwerk het vrije uitzicht over het IJ niet belemmert. Een veelvuldig bezwaar van sommige Amsterdammers is dat zij als bewoners het contact met het IJ hebben verloren door bijvoorbeeld het Station Amsterdam Centraal. In het bovenste deel zijn nog restanten van het gietwerk te vinden zoals gietkanalen en gietbeker; bovendien zijn lasnaden en gietfouten expres niet weggewerkt. Het gebruikte materiaal is siliciumbrons (silicon bronze), dat bestand moet zijn tegenover weersinvloeden. Geelen werkt vaker met open constructies, zie bijvoorbeeld zijn Ei 2011.

Fotokijkers
Fotokijkers

Fotokijkers of Viewers is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het is het werk van de kunstenaar Robin van 't Haar, die in zijn werk veelal mensen afbeeldde in hun stedelijke omgeving. Hij was van mening dat die omgeving (open ruimte) de mens beïnvloedde en daardoor invloed had op het gedrag van diezelfde mens. Van 't Haar maakte de fotokijkers rond 2008 als een tijdelijk project dat plek kreeg op het Kadijksplein, deze kade van de Schippersgracht, voor het Zeemanshuis. Volgens Jan Pieter Ekker van de kunstredactie van Het Parool (2023) waren er toen drie lichtblauwe trommels op zuiltjes, waarin foto’s te zien waren die Van 't Haar eerder in de omgeving had gemaakt. Hetzelfde artikel maakt melding van: een trommel met afbeeldingen van vrouwen die over het plein lopen een trommel met afbeeldingen van mannen, die voor zich uit staren een trommel met afbeeldingen fietsende toeristen. Dit past geheel in de hierboven omschreven gedachtegang van de kunstenaar. Na de beoogde periode verdwenen de trommels uit het straatbeeld om een aantal jaren op de duiken op het heringerichte Westerdoksplein. Opnieuw staan de trommels (nu twee) aan de waterkant. Van 't Haar keek hier ook naar de omgeving, maar richtte zich nu op “slechts” twee hoofdpersonen; zijn echtgenote en een vriendin die zijn afgebeeld op foto’s in de trommels die je deels zelf door draaibewegingen naar voren moet halen. Kijken in de kijkers levert een desoriënterend indruk op van de omgeving. Je staat namelijk zelf in de omgeving waarvan je op hetzelfde moment foto’s bekijkt, maar dan net van een ander gezichtspunt. Ekker omschreef de foto’s in één van de trommels als een serie waarbij er vanaf Amsterdam-Noord steeds wordt ingezoomd naar het Westerdok, waarbij je uiteindelijk uitkomt bij de trommel zelf. De trommels staan er overigens onopvallend bij, zodat bij bezoek geconstateerd werd, dat er nauwelijks gebruik van gemaakt wordt. Ook een tegel met toelichting, zoals elders, zou geen overbodige luxe zijn, aldus Ekker.

Westerdokseiland
Westerdokseiland

Het Westerdokseiland is een eiland in Amsterdam tussen het Westerdok en het IJ. Het ontstond in 1832 toen door aanleg van de Westerdoksdam dit deel van het IJ werd afgescheiden en daardoor ook geen eb en vloed meer kende in het tot 1870 nog in open verbinding met de Zuiderzee staande IJ. Aan de westzijde ontstond zo de omsloten watervlakte die nu Westerdok heet. Aan de oostkant ontstond op soortgelijke wijze het Oosterdok. Het Westerdokseiland was vanaf de jaren twintig jarenlang vooral in gebruik als een spoorwegemplacement, dat via de spoorbrug Westerdokseiland verbonden was met de sporen van het achtergelegen Centraal Station. Op het amper vier hectare grote eiland groeiden meer dan 150 wilde plantensoorten. Dat had alles te maken met het havenverleden van het eiland, en de aanwezigheid van het Koloniaal etablissement aan de Westerdoksdijk. Geen werelddeel ontbrak: aardpeer, alsemambrosia, bezemkruid, sorgo, kafferkoren en zegekruid. In het begin van de 21ste eeuw is hier grootschalige woningbouw gerealiseerd. Het betreft hier grote appartementencomplexen. Bij de aanleg is geen rekening gehouden met de zichtlijnen vanuit de oude stad, zo heeft bijvoorbeeld de Prinsengracht het uitzicht op het IJ geheel verloren. Bij de aanleg van het IJdock, een nieuw aan het Westerdokseiland aangeplempt schiereiland, heeft men dit ondervangen door inkepingen te maken in de bebouwing. Het water van het Westerdok heeft tegenwoordig onder andere de functie van jachthaven. Aan het einde van het eiland loopt de Westerdoksdijk door in de Silodam. Aan het Stenen Hoofd lag eind jaren zestig als studentenonderkomen het schip Caledonia. Gedurende de bouw van het Pontsteigergebouw vertrok hier van 2015 tot 2018 het Distelwegveer naar de NDSM.

Droogbak (gebouw)
Droogbak (gebouw)

De Droogbak is een 19e-eeuws kantoorgebouw in neorenaissancestijl in Amsterdam, in 2001 aangewezen als rijksmonument. Het staat ten westen van het Centraal Station aan de gelijknamige straat Droogbak en langs de spoorlijn. Het werd gebouwd als hoofdkantoor van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) en heeft later onder meer gediend als kantoor van het Nederlands Architectuurinstituut (NAI) en de Raad van de Arbeid, als Rijksadministratiegebouw en als onderkomen van de Hogeschool van Amsterdam. Anno 2012 is het Britse advocatenkantoor Clifford Chance in het gebouw gevestigd. Het monumentale gebouw heeft een vierkante plattegrond met drie verdiepingen en een overkapte binnenplaats. Langs de daklijn zijn halsgevels geplaatst en, aan noordzijde, een torentje met windwijzer. De vestibule geeft toegang tot een sober vormgegeven, maar monumentale trap. Aan de achterzijde ligt het maaiveld hoger dan aan de voorzijde. Hier is onder meer de ingang naar de parkeergarage van het gebouw. De straten aan zowel oost- als zuidkant van het gebouw dragen de naam Droogbak. De straat Droogbak aan de oostkant van het gebouw ligt in het noordelijk verlengde van het Singel en loopt onder de spoorlijn door tot aan de De Ruyterkade bij het IJ. Bushalte Droogbak bevindt zich aan de De Ruyterkade, bij het noordelijk einde van Droogbak. De straat Droogbak aan de zuidkant van het gebouw wordt in westelijke richting voortgezet als de Haarlemmer Houttuinen.