place

Mos (restaurant)

Restaurant in AmsterdamRestaurant met Michelinster

Mos is een restaurant in Amsterdam van chef-kok Egon van Hoof en gastheer Henry Pattiwael van Westerloo. De eetgelegenheid heeft sinds 2017 een Michelinster.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Mos (restaurant) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Mos (restaurant)
IJdok, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Telefoonnummer Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Mos (restaurant)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.383797222222 ° E 4.8955027777778 °
placeToon op kaart

Adres

MOS

IJdok 185
1013 MM Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Telefoonnummer

call+31206380866

Website
mosamsterdam.nl

linkWebsite bezoeken

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Vluchthavenbrug
Vluchthavenbrug

De Vluchthavenbrug (brug 1927) is een basculebrug in Amsterdam-Centrum. Deze voetgangersbrug werd rond 2012 gelegd rond een binnenhaven die was ontstaan tussen de Westerdoksdijk en een nieuwbouwcomplex genaamd IJdock. De brug is ontworpen door architecten- en ingenieursbureau Ney & Partners. De stalen brugplaten worden gedragen door zes U-vormige brugpijlers. Het brugdek golft zoals het onderliggende water, concaven wisselen de convexen af in een simulatie van een vlucht van de reiger. De duizend balusters/stijlen volgen de beweging van de krommingen, maar dragen geen leuningen. De nachtelijke led-verlichting benadrukt de golvende elementen. Ney & Partners kregen voor deze brug een eervolle vermelding bij het Britse "Footbridge Congress 2014". Ze waren tevens winnaar, maar dan in de categorie “korte overspanning” voor twee voetgangersbruggen bij de Smedenpoort in Brugge. Het juryrapport over de Vluchthavenbrug: Briljante brug. Het gebruik van één enkele staalplaten dek is subliem en de borstweringen zijn fantastisch. Een elegante en doordachte vorm en aandacht voor detail. Door het rasterwerk kan men het onderliggen water zien. De daadwerkelijke basculebrug is alleen herkenbaar aan de seinlampen en blauw signaalbord(voor boten) en brughekken (voetgangers). Onder de andere brugdekken kan niet doorgevaren worden; ze zijn door een drijfbalk en/of remmingswerk geblokkeerd. De naam van de brug verwijst naar "De vluchthaven", een binnenhaven aan het open IJ achter het Koloniaal etablissement, waarin ten tijde van de bouw van IJdock de Amsterdamse Waterpolitie was gevestigd. Er lag een door middel van steigers gecreëerde binnenhaven waar schepen konden aanmeren. Op de plaats van die vluchthaven werd IJdock gebouwd, de Vluchthavenbrug werd gebouwd op de afgegraven en volgestroomde terreinen van het genoemde etablissement.

Zonder titel (Guido Geelen)
Zonder titel (Guido Geelen)

Aan de zuidelijke oevers van het IJ in Amsterdam-Centrum staat een titelloos kunstwerk. Het zou de werklust, saamhorigheid en ondernemerszin weergeven en ook het lokale met het internationale verbinden. Het is een creatie van Guido Geelen die het verzoek kreeg een beeld voor deze plek te maken. De financier wenste onbekend te blijven. Het beeld staat opgesteld op de plek waar het IJdok en de Westerdoksdijk elkaar kruizen. Geelen kwam met een kunstwerk dat de afmeting heeft van een zeecontainer (12 bij 2,60 bij 2,44 meter), ten teken van de bedrijvigheid van de Amsterdamse haven. Het beeld valt in twee gelijke delen uiteen. De sokkel is zes meter hoog en bestaat alleen uit de ribben van de denkbeeldig halve container. Daarboven staat het beeld, dat bestaat uit gelaste met elkaar in verbinding staande cirkels, waarbij de oude techniek filigraan lijkt te zijn gebruikt, maar dan zonder achtergrond. De cirkels hebben daarbij verschillende diameters. Door deze constructie te gebruiken is het beeld doorzichtig. De bedoeling daarachter is dat het kunstwerk het vrije uitzicht over het IJ niet belemmert. Een veelvuldig bezwaar van sommige Amsterdammers is dat zij als bewoners het contact met het IJ hebben verloren door bijvoorbeeld het Station Amsterdam Centraal. In het bovenste deel zijn nog restanten van het gietwerk te vinden zoals gietkanalen en gietbeker; bovendien zijn lasnaden en gietfouten expres niet weggewerkt. Het gebruikte materiaal is siliciumbrons (silicon bronze), dat bestand moet zijn tegenover weersinvloeden. Geelen werkt vaker met open constructies, zie bijvoorbeeld zijn Ei 2011.

Brug 2275
Brug 2275

Brug 2275 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Deze gecombineerde brug voor voetgangers en fietsers ligt in het verlengde van de IJ-Boulevard, De Ruijterkade en overspant de Westertoegang. De brug is bestemd voor dat verkeer dat geen gebruik meer mag maken van de iets zuidelijker gelegen Westertoegangsbrug. De verkeersstromen zijn hier afgelopen eeuw steeds aan veranderingen onderhevig geweest. In de 21e eeuw was een van de veroorzakers daarvan het Busstation IJsei aan de IJ-zijde van het Centraal Station Amsterdam. Door al die veranderingen kwamen oude bruggen steeds “verkeerd uit” en moesten vervangen worden. Brug 2275 werd in 2004/2005 gebouwd en is eigenlijk geheel van staal. Ze zorgt daarbij voor gescheiden verkeersstromen tussen langzaam verkeer (voetgangers en fietsers) en snel verkeer (gemotoriseerd). Hans van Heeswijk Architecten kwam met een brug met een boogconstructie om het uiterlijk van de brug de benadrukken. Bovendien voelen de gebruikers van de brug het klimmen en dalen. Het is daarbij een kleine tuibrug met voetpad aan de noordzijde en fietspad aan de zuidkant, verbonden door de tuien en een balk aan de uiteinden. Onder de tuiconstructie (de boog met kabels) is een doorkijk naar het water van de Westertoegang. De overspanning is ongeveer 30 meter lang. De overspanningen werden door middel van een drijvende bok tussen de betonnen nokken van de landhoofden gehangen. De brug werd gebouwd in opdracht van de Dienst Infrastuctuur en Verkeer van de gemeente Amsterdam. De brug heeft een zusje in de gedaante van brug 2274 over de Oostertoegang.

Westertoegang (brug)
Westertoegang (brug)

De Westertoegang of Westertoegangsbrug is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de De Ruijterkade en voert over de Westertoegang, haar naamgever. De geschiedenis van de brug loopt gelijk op met die van die van het Centraal Station Amsterdam. In de loop der jaren zijn er flink veel aanpassingen verricht als gevolg van wijzigingen van inzicht in de verkeersstromen. De belangrijkste wijziging vond plaats in 1962, toen hier net het Havengebouw was geopend (1960). Het verkeer nam almaar toe en er moest in plaats van een draaibrug met beperkte verkeerscapaciteit een veel bredere brug komen dan die er toen lag. De verantwoordelijke man voor de bruggen was destijds Dick Slebos van Publieke Werken. Hij ontwierp een zeer brede brug. De betonnen brug had gescheiden rijbanen met van noord aan zuid: voetpad richting west twee rijbanen richting west een brede “vluchtheuvel” met doorkijk naar het water van de Westertoegang drie rijbanen richting Centraal Station voetpad richting Centraal Station. Inrichting van het terrein zou rond de 1,9 miljoen gulden kosten. Werkzaamheden werden keer op keer uitgesteld vanwege een bestedingsstop, die opgelegd werd door het Rijk. Pas eind 1966 werd besloten de zandvlakte verder te gaan gebruiken voor aanleg van brug en wegen. Echt vlotten wilde het niet, pas rond september 1969 kon deze nieuwe brug geopend worden. Een groot probleem bij de bouw van de brug was dat veel aandacht besteed moest worden aan het complex aan de andere kant van het Centraal Station. Aan de westzijde lag vervolgens een brede brug die als een soort trechter overging in De Ruyterkade achter het Centraal Station, een verbreding van die De Ruyterkade bleef ook weer lange tijd uit. Een aantal van de bruggen ontworpen door Slebos verdween weer in de loop van de jaren, ook al weer als gevolg van wijziging in het verkeersbeleid. Ook deze brug van Slebos verdween. In 2004 werd de brug met pijlers en al afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe brug. Ook deze brug moest breed worden want er kwam een verkeersafslag op de brug. Van noord naar zuid lag er vervolgens: een breed voetpad twee rijbanen richting west een brede vluchtheuvel, verhoogd verdrijfvlak dan wel wegscheiding een rijbaan richting Centraal Station een afslag naar zuid voetpad Voor doorgaand voetgangers- en fietsverkeer kreeg de brug assistentie van twee nieuwe bruggen. Ook na oplevering van die brug bleef de gemeente Amsterdam sleutelen aan de verkeersstromen alhier; de weg naar de Westerdoksdijk en Van Diemenstraat werd opnieuw ingericht, waarbij de brug 147 vermoedelijk ook weer aangepast moet worden.

De moor, de dame en haar hondje
De moor, de dame en haar hondje

De moor, de dame en haar hondje is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het kunstwerk is afkomstig van het toenmalige kunstenaarsduo Berkman en Janssens bestaande uit Margot Berkman en Eline Janssens. De opdracht voor het werk was afkomstig van ProRail Amsterdam die zich geconfronteerd zag met een ingang in een dode hoek aan de De Ruijterkade. Die kade loopt hier ten einde op een spoorviaduct van het voormalige spooremplacement Westerdokseiland. Van dat viaduct hangt het oostelijke deel nog boven de kade; het middelste deel, de voormalige draaibrug over de Westertoegang staat na de buitengebruikstelling altijd in geopende toestand; het westelijk deel is gesloopt. De kunstenaars lieten zich inspireren door de geschiedenis ter plaatse, met haar nijvere handel in exotische producten zoals tafelstukken. Dat tafelstuk werd in de beeltenis een 17e-eeuwse kandelaar, hier in de vorm van een moor met toorts. De inspiratie voor de dame is van aanmerkelijk recenter datum. Eind 20e eeuw was ter plaatse een tippelzone aan de De Ruyterkade. Het hondje staat voor trouw. Het geheel is opgesierd met bloemmotieven. Het totale kunstwerk meet ongeveer 40 meter breedte en circa 3,5 meter hoogte. Het is uitgevoerd in een verdeling over negen stalen platen van 1000 kg per stuk. Als het donker wordt/is, wordt het kunstwerk verlicht. Berkman en Janssens waren in de tijd gespecialiseerd in het maken van kunst voor openbare ruimten. Zo ontwierpen ze bijvoorbeeld de Delftse Liefdesbrief en in een park in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn het kunstwerk A mon seul Désir. Margot Berkman ontwierp een sierlijke hekje rond de koningslinden, eigenlijk een late vervolgopdracht van De moor.

Droogbak (straat)
Droogbak (straat)

Droogbak is een straat en plein in Amsterdam-Centrum. Het is een eeuwenoude benaming voor een straat of beter gezegd voormalige kade alhier. Op de kaart van Gerrit de Broen uit 1729 wordt de naam Droogbag. vermeld naast Hout Tuynen. Het is dan de kade van een door een palenwering afgesneden deel van IJ met daarin onder andere de Nieuwe en Oude Stadsherberg. In de krant van 15 mei 1742 wordt een gebouw aan Droogbag en Korte Houtstraat te huur aangeboden. De verklaring van de naam is niet geheel duidelijk, er zijn vier mogelijkheden: het drogen van haringen (een van de zijstraten heet de Buiten Vissersstraat) verven van laken een scheepshelling voor onderhoud van schepen een verzamelplaats van Noordse scheepsbemanningen, gelieerd aan de Noorse plaats Drøbak destijds ook wel aangeduid als Droogbag. Er zou aan een van de etablissementen een uithangbord met een afbeelding van die stad hebben gehangen. Wanneer de officieuze benaming overging in een officiële is niet bekend. In de stadsatlas van 1850 ligt Droogbak in de Buurt TT en ligt het Westelijk Dok voor de deur. Dat Westelijk Dok werd deels gedempt voor het spoor richting naar en komende van Station Amsterdam Centraal. Op de kaart uit de stadsatlas van 1875 is gebouw Droogbak uit 1884 al ingetekend, al kan dat later handmatig ingevoerd zijn; die kaart werd tot 1906 gebruikt. In de moderne geschiedenis begint de straat Droogbak aan het Singel en gaat na de Buiten Wieringerstraat over in de Haarlemmer Houttuinen. Droogbak is ook de doorgang onder het spoor langs de Westertoegang. Vanwege de pontificale plaatsing midden in de openbare ruimte van het gebouw Droogbak wordt de ruimte voor dat gebouw doorsneden door de Nieuwe Westerdokstraat.