place

Pride (Ronald A. Westerhuis)

Beeld in Amsterdam-Noord
2024 Pride van Shell Asd (C)
2024 Pride van Shell Asd (C)

Pride is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Noord.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Pride (Ronald A. Westerhuis) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Pride (Ronald A. Westerhuis)
Grasweg, Amsterdam Noord

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Pride (Ronald A. Westerhuis)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.388322222222 ° E 4.9021333333333 °
placeToon op kaart

Adres

Grasweg
1031 HW Amsterdam, Noord
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2024 Pride van Shell Asd (C)
2024 Pride van Shell Asd (C)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kubus (Arie Jansma)
Kubus (Arie Jansma)

De Kubus is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Noord. Van het werk is weinig bekend. Het is ontworpen (en wellicht ook gemaakt) door Arie Jansma. Het stamt uit 1975 en was bedoeld voor Shell. Jansma was echter hobbykunstenaar. Hij haalde zijn inkomsten uit het werk van zijn eigen De Vier NV; een bedrijf dat exposities inrichtte van/voor musea en tentoonstellingsruimten. In 1969 kreeg hij wel een eigen tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam, maar de titel Dingen van Arie, verried dat dit geen gewone tentoonstelling was met kunstwerken. Jansma maakte tijdens zijn werk en vrije tijd allerlei wiskundige constructies. Zo ook is daar de Kubus, alhoewel niet bekend is of dit daadwerkelijk de officiële titel is. Het geheel ziet eruit als een aantal kubussen die als een driedimensionale demontagepuzzel in en aan elkaar gemonteerd zijn. Vlakken op de kubus zijn opgevuld met vierkanten en cirkels; het gevaarte rust op een aantal ribben van die kubussen. Jansens hobby was het uitzoeken hoe verbindingen in een constructie werken. Vanwege de verhuizing van Shell vanaf Overhoeks werd het object een aantal keren verplaatst. In 2024 staat het bij de ingang van de Energy Transition Campus Amsterdam (ECTA) aan Grasweg 31. In 1969 was er op genoemde tentoonstelling een paneel te zien van 3.000 houten balkjes, die je met de hand (enigszins geforceerd) kon verschuiven. Het object was zo poëtisch dat Bert Schierbeek er een tekst aan waagde, beginnend met Maak je eigen hoek van in- en uitval.

Eerste Nederlandse Tentoonstelling op Scheepvaartgebied
Eerste Nederlandse Tentoonstelling op Scheepvaartgebied

De Eerste Nederlandse Tentoonstelling op Scheepvaartgebied (ENTOS) was een tentoonstelling die in de zomer van 1913 werd gehouden op een terrein nabij het Tolhuis aan de noordzijde van het IJ in Amsterdam-Noord. Het doel was het presenteren van de scheepvaart als bron voor nationale welvaart en Amsterdam als belangrijke haven, die sinds de opening van het Noordzeekanaal flinke groei liet zien. Met de groot opgezette tentoonstelling zocht men aansluiting bij de vermaarde universele wereldtentoonstellingen uit die tijd. Om mensen te trekken werden diverse vermakelijkheden aangeboden. Naast de te bezichtigen schepen waren er ook 18 exposities, waar veel rederijen zich presenteerden. Zo waren op de stand van de Hollandsche Stoomboot Maatschappij een emplacement en een complete Handelskade nagebouwd, waar schepen geladen en gelost werden. Aan de kade waren schepen van de rederij te bezichtigen, zoals De Amstelstroom, De Waalstroom, De Texelstroom, De Eemstroom en de Zaanstroom. Er werden modellen van de modernste boten getoond, en er waren schilderijen en tekeningen van historische schepen. Daarnaast kon men kennis maken met de nieuwste snufjes op het gebied van scheepsmotoren. Tot slot waren er concerten en werden er roeiwedstrijden georganiseerd. Wekelijks was er een groot vuurwerk op zaterdagavond. Voor de tentoonstelling moesten bijgebouwen van het Tolhuis plaats maken voor tijdelijke nieuwbouw. Architect Herman Walenkamp ontwierp het hoofdgebouw dat met twee torens het uiterlijk kreeg van een monumentaal gebouw. Hierachter lag een heel groot terrein met twee grote expositiehallen en restaurant. Op de plek waar nu de Van der Pekbuurt is gelegen, werd een groot attractiepark neergezet. In zekere zin was de tentoonstelling een voorloper van het latere Sail, een evenement dat vanaf 1975 om de vijf jaar in Amsterdam plaatsvindt. Er werd ook een ENTOS-lied gemaakt: Entos, Entos, wat zijn wij blij, scheepjes kijken aan de overkant van het IJ! Speciaal voor de bezoekers voer een veerdienst vanaf een punt aan de westzijde van het Stationseiland, tegenover de Droogbak, rechtstreeks naar het festivalterrein. Van dit grote evenement zijn amper nog sporen in het landschap te traceren. Het meest tastbare dat ENTOS lang naliet, waren tramsporen op het westelijke deel van het Stationsplein (ten westen van Brug 13) bij het Centraal Station. Deze waren aangelegd ten behoeve van de bezoekers waar extra trams konden worden opgesteld in aansluiting op de veerdienst. Het restant van deze sporen werd, tot zij werden opgebroken in de loop van de jaren tachtig, aangeduid als het "Entos-spoor" en was tot in 1986 ingebruik als busstandplaats voor het GVB en de KLM-busdienst. Daarna stond hier tot 2023 de Fietsflat. Koningin Wilhelmina was na een van haar bezoeken aan de ENTOS zo onder de indruk, dat zij aanmoedigde om de collectie van historische voorwerpen ook na de ENTOS aan het publiek te tonen. Naar aanleiding hiervan werd een commissie opgericht bestaande uit enkele leden van het organisatiecomité zoals voorzitter Harm Smeenge en de reders Petrus Verschure en Daniël Goedkoop, enkele leden van de Historische Afdeling en andere heren uit de wereld van de scheepvaart. Het doel was de oprichting van een scheepvaartmuseum. Uiteindelijk heeft dit in 1916 geleid tot de oprichting van ‘de Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum’, die een collectie vormde. De eerste behuizing was gevestigd in de Lairessestraat hoek Cornelis Schuytstraat naar een ontwerp van G.F. La Croix in opdracht van projectontwikkelaar Heere van der Schaar Lzn. Het was meteen een van de meest vooraanstaande maritieme collecties van de wereld. In 1973 verhuisde het museum naar ‘s Lands Zeemagazijn op Kattenburg.

Leeuwenputbrug
Leeuwenputbrug

De Leeuwenputbrug (brug 371) is een vaste brug in Amsterdam-Noord. De verkeersbrug, waarover ook buslijn 38 rijdt, is gelegen in de Grasweg en overspant het Buiksloterkanaal. Aan de oostkant van het kanaal komt de Grasweg uit op de Ranonkelkade. De eerste plannen voor een brug op deze plek stammen uit 1916, toen het terrein in erfpacht werd gegeven aan de Dordtsche Petroleum Maatschappij tot aanleg van een weg etc. Die brug raakte midden jaren dertig dermate beschadigd, dat er reparaties moesten plaatsvinden aan een van de landhoofden. Vervolgens moest hij aan het verkeer onttrokken worden. In december 1936 konden bedrijven intekenen op de aanleg van een nieuwe brug. Het bedrijf mocht bij intekening ook een andere brug in de Grasweg aanleggen en de bijbehorende werken voor haar rekening nemen. Piet Kramer, werkzaam bij de Dienst der Publieke Werken ontwierp de brug, maar dan niet in zijn gebruikelijke Amsterdamse Schoolstijl. Hij ontwierp voor hier een "kale" constructie van beton (landhoofden) en staal (liggers). Die combinatie van Kramer is ook terug te vinden in een aantal bruggen die hij ontwierp voor het Amsterdamse Bos. Staande delen van de borstwering van de Leeuwenputburg zijn bijvoorbeeld ook terug te vinden bij brug 544 in het bos. Het geheel wordt gedragen door een dennenhouten paalfundering; hout is ook terug te vinden in de brugpijlers met juk. De brug wordt verlicht door sierlijke lantaarns. Leuningen, balusters en lantaarns zijn uitgevoerd in blauw. De werkzaamheden begonnen in januari 1937 en waren rond de zomer afgerond. In oktober 2018 besloten burgemeester & wethouders van Amsterdam, dat de brug die tot dan toe alleen onder een nummer (371) bekend stond, de naam Leeuwenputbrug kreeg, naar een put, met zuilen met leeuwen, die in het nabijgelegen vroegere galgenveld lag. De brug had een zusje in brug 365 die gelijk met deze brug werd gebouwd. Deze brug werd rond 1975 afgebroken.