place

Berlin-Schöneberg

Tempelhof-SchönebergWijk in Berlijn
Berlin Tempelhof Schöneberg Schöneberg
Berlin Tempelhof Schöneberg Schöneberg

Schöneberg is een stadsdeel van Berlijn dat deel uitmaakt van het district Tempelhof-Schöneberg. Het stadsdeel telt ruim 124.000 inwoners en ligt in het hart van de Duitse hoofdstad. Het noordelijke deel van Schöneberg behoort met de Wittenbergplatz, de Nollendorfplatz en de Tauentzienstraße tot de City-West, het westelijke centrum van Berlijn, het zuiden is vooral residentieel van karakter. Met de vorming van Groot-Berlijn in 1920 werd de voorheen zelfstandige stad Schöneberg een district van Berlijn. Dit district, waartoe ook het huidige stadsdeel Friedenau behoorde, fuseerde bij een bestuurlijke herindeling in 2001 met Tempelhof. Bekende gebouwen in het stadsdeel zijn het warenhuis KaDeWe en het Rathaus Schöneberg, waar tijdens de deling van het stad het West-Berlijnse bestuur zetelde.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Berlin-Schöneberg (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Berlin-Schöneberg
Đường Nguyễn Minh Hoàng, Ho Chi Minh City Ward 12 (Tan Binh District)

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Berlin-SchönebergLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.483333333333 ° E 13.35 °
placeToon op kaart

Adres

Đường Nguyễn Minh Hoàng

Đường Nguyễn Minh Hoàng
72106 Ho Chi Minh City, Ward 12 (Tan Binh District)
Vietnam
mapOpenen op Google Maps

Berlin Tempelhof Schöneberg Schöneberg
Berlin Tempelhof Schöneberg Schöneberg
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Rathaus Schöneberg
Rathaus Schöneberg

Het Rathaus Schöneberg (stadhuis) werd tussen 1911 en 1914 gebouwd naar een ontwerp van de architecten Peter Jürgensen en Jürgen Bachmann voor de destijds zelfstandige stad Schöneberg bij Berlijn. De eerstesteenlegging vond plaats op 26 mei 1911. Het gebouw staat aan de Badensche Straße in het zuidwesten van het stadsdeel Schöneberg. In 1920 werd Schöneberg geannexeerd en opgenomen in Groot-Berlijn. Na de Tweede Wereldoorlog en de politieke opdeling van Berlijn, was het Rathaus Schöneberg tot aan de Duitse hereniging in 1990 het politieke centrum van West-Berlijn. Zowel het parlement als de senaat van West-Berlijn hadden hier hun zetel. Het raadhuis, het omliggende plein en de daarop aansluitende straten waren de plaats voor veel politieke toespraken. Tijdens zijn staatsbezoek hield president John F. Kennedy van de Verenigde Staten hier op 26 juni 1963 zijn rede met de beroemde uitspraak Ich bin ein Berliner. Ter nagedachtenis aan Kennedy werd het plein voor het raadhuis na zijn dood in John-F.-Kennedy-Platz omgedoopt. Op 10 november 1989 hielden vanaf hetzelfde balkon de Duitse politici Hans-Dietrich Genscher, Willy Brandt en Helmut Kohl redevoeringen na de opening van de Berlijnse Muur. Op 2 oktober 1990 luidde de Freiheitsglocke om 23:55 de Duitse hereniging in. Op 24 september 1991 vond hier de laatste zitting van de senaat plaats, dat hierna verhuisde naar het Rotes Rathaus en op 25 maart 1993 was hier de laatste zitting van het huis van afgevaardigden, dat vervolgens verhuisde naar de Preußischer Landtag. In het achter het stadhuis gelegen Rudolph-Wilde-Park bevindt zich een metrostation met de naam Rathaus Schöneberg.

Rathaus Schöneberg (metrostation)
Rathaus Schöneberg (metrostation)

Rathaus Schöneberg is een station van de metro van Berlijn, gelegen in het Rudolph-Wilde-Park, nabij het stadhuis van het Berlijnse stadsdeel Schöneberg. Het metrostation werd op 1 december 1910 geopend onder de naam Stadtpark. Het station was onderdeel van de Schöneberger U-Bahn, die de toen nog zelfstandige stad Schöneberg zelf had aangelegd. Tegenwoordig wordt deze lijn aangeduid als U4. Tegelijkertijd met de bouw van de metrolijn legde men het Stadtpark (tegenwoordig Rudolph-Wilde-Park) aan. Het park ontstond op de plaats van een drooggelegd veenmeer en ligt daardoor een stuk lager dan het omliggende gebied. De metrolijn doorkruist het park echter op hetzelfde niveau als voorheen, wat station Rathaus Schöneberg een bijzondere ligging geeft. Tot aan de rand van het park liggen de sporen in een tunnel, vervolgens ligt de lijn bovengronds en gaat aan de andere zijde van het park wederom verder in een tunnel. Het op parkniveau gelegen spoor werd geheel overdekt met een stenen dam, waarin zich het station bevindt. Grote ramen aan weerszijden bieden uitzicht op het park. Later werd in de huidige U3 tussen de stations Fehrbelliner Platz en Heidelberger Platz een vergelijkbare constructie gebouwd.Op het dak van het station werd een rijk gedecoreerde voetgangerspromenade aangelegd, de Carl-Zuckmayer-Brücke. In deze naar de schrijver Carl Zuckmayer genoemde promenade bevindt zich de toegang tot het eronder gelegen station. De Carl-Zuckmayer-Brücke verbindt het noordelijke en zuidelijke deel van de Innsbrucker Straße en biedt met brede trappen aan beide zijden toegang tot het park dat de dam in tweeën deelt. Station Rathaus Schöneberg werd ontworpen door de architecten Johann Emil Schaudt en Richard Guhr en geniet de monumentenstatus.In de Tweede Wereldoorlog werd het station dermate zwaar getroffen dat het zes jaar duurde voordat het weer in gebruik genomen kon worden. Bij de heropening in 1951 kreeg het station zijn huidige naam, verwijzend naar het stadhuis waar gedurende de deling van de stad het West-Berlijnse bestuur zetelde. De dam en het station ondergingen van 1995 tot 2005 een uitgebreide renovatie, die door de moerassige bodem ernstig bemoeilijkt werd. Omdat het gebied waarin het station ligt 60 centimeter verzakt was, werd de fundering vernieuwd en uitgebreid. In 2002 werd aan de zuidkant van het station bovendien een nooduitgang gecreëerd. De aanleg van de nooduitgang volgde na een brand in station Deutsche Oper in 2000, waarna besloten werd dat alle ondergrondse stations over minstens twee uitgangen moeten beschikken. Om de nooduitgang te bereiken moet een van de sporen overgestoken worden.

Innsbrucker Platz (metrostation)
Innsbrucker Platz (metrostation)

Innsbrucker Platz is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder het gelijknamige plein. Er is een overstapmogelijkheid op de S-Bahn in het gelijknamige treinstation. Het metrostation opende in 1910, toen nog met de naam Hauptstraße. In 1933, gelijktijdig met de opening van het S-Bahnstation, werd de naam gewijzigd naar de huidige naam. Nadat de Hochbahngesellschaft, het bedrijf dat de eerste Berlijnse metrolijnen aanlegde en exploiteerde, in 1903 een metrolijn door Schöneberg had afgewezen, besloot de toentertijd nog zelfstandige stad zelf een lijn aan te leggen van de Nollendorfplatz naar de Hauptstraße. Het zuidelijke eindstation van de lijn werd ontworpen door Paul Jatzow. Hoewel de stations van de Schöneberger U-Bahn alle door een andere architect ontworpen werden, is het uiterlijk van de stations vergelijkbaar: stalen steunpilaren op het eilandperron en lichtgrijs betegelde wanden met grote reclameborden, omlijst met een contrasterende kleur, overeenkomend met die van de pilaren. Station Hauptstraße kreeg de kenkleur rood. Aangezien de Schönebergse metrolijn tot 1926 los van de rest van het net stond, beschikte de lijn over een eigen werkplaats. Deze bovengrondse werkplaats werd bereikt via de keersporen ten zuiden van station Hauptstraße en sloot in 1932. Nadat er in 1933 een S-Bahnstation aan de Innsbrucker Platz geopend was, kreeg het metrostation zijn huidige naam. In 1954 onderging station Innsbrucker Platz een herinrichting. De uitgang aan het zuidelijke uiteinde het perron werd afgesloten en vervangen door een trap in het midden van het station, waarvoor enige pilaren moesten wijken. Deze trap leidde naar een voor deze gelegenheid gebouwd glazen toegangsgebouw aan de noordzijde van het plein. Tussen 1971 en 1979 verbouwde men het station opnieuw, ditmaal in verband met de aanleg van de Berlijnse stadsring (BAB 100), die de Innsbrucker Platz in een tunnel kruist. De toegang uit 1954 werd weer gesloten, het glazen stationshalletje brak men af. In plaats daarvan kwam er een tussenverdieping met diverse uitgangen naar het plein en naar het S-Bahnstation, waarmee voorheen geen directe verbinding bestond. Op de plaats van de afgebroken uitgang plaatste men opnieuw pilaren, afkomstig uit het metrostation Richard-Wagner-Platz, dat in dezelfde periode door nieuwbouw vervangen werd. De verbinding met de keersporen achter het station werd onderbroken door de autotunnel, zodat Innsbrucker Platz een kopstation werd. In 2001 opende men het reeds in 1979 gebouwde, maar nooit in gebruik genomen oostelijke deel van de tussenverdieping. Tegelijkertijd vestigde zich een supermarkt in het station en bouwde men een lift in. Metrostation Innsbrucker Platz is opgenomen op de Berlijnse monumentenlijst.