place

Herenmarkt

Straat in Amsterdam-Centrum
West Indisch Huis
West Indisch Huis

De Herenmarkt in Amsterdam-Centrum is een straat die een rechthoekige uitsparing vormt tussen de Brouwersgracht en de Haarlemmerstraat. Op dit plein staat een van de historische monumenten van de stad, het West-Indisch Huis, dat in 1617 werd gebouwd als vleeshal en wachtruimte voor de schutterij. In 1623 werd het pand gehuurd door de West-Indische Compagnie en tot 1647 gebruikt door de bestuurders van de WIC. In 1660 werd het een hotel, in 1825 een bejaardenhuis en tegenwoordig fungeert het West-Indisch Huis als kantoorruimte en worden er congressen gehouden en huwelijken gesloten. In het gebouw is ook het John Adams Institute gevestigd, dat culturele uitwisseling tussen Nederland en de Verenigde Staten nastreeft. Aan beide kanten van het West-Indisch Huis zijn woonhuizen gebouwd.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Herenmarkt (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Herenmarkt
Herenmarkt, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: HerenmarktLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.379830555556 ° E 4.8920388888889 °
placeToon op kaart

Adres

Herenmarkt 11-1
1013 EC Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

West Indisch Huis
West Indisch Huis
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Haarlemmerstraat 65-67 (Amsterdam)
Haarlemmerstraat 65-67 (Amsterdam)

Haarlemmerstraat 65-67, Binnen Wieringerstraat 2 te Amsterdam is een gebouw aan de Haarlemmerstraat te Amsterdam-Centrum. De Haarlemmerstraat is een eeuwenoude straat net ten noorden van de grachtengordel. De originele gebouwen zijn in de loop der eeuwen grotendeels vervangen door nieuwbouw, dan wel nieuwbouw op nieuwbouw. In het hoekpand was gevestigd Magazijn Willem III, een handel in textiel in de ruimste zin des woords (van kleding tot vitrage) van winkelier Th. Berger. In 1869 had er al aan Haarlemmerstraat 65 een verbouwing plaatsgevonden. Op 25 september 1880 werd er een grote verbouwing aanbesteed door architect IJme Gerardus Bijvoets. In 1880/1881 werd het winkelpand groots verbouwd, zodat op 16 april 1881 een heropening kon plaatsvinden. De zaak was populair want in 1890 waarschuwde ze nog voor oplichters. Genoemd magazijn ging in 1935 failliet, maar Berger was toen al niet meer de bedrijfsvoerder. In het bedrijfsgedeelte was later een deftige kapperszaak gevestigd (Salon Coiffures de Paris); het zijn dan de jaren vijftig; bovenetage waren in gebruik bij Al No Tex (Confectie). Vanaf de jaren zestig was er Hotel Arrivé (later Quentin Arrive Hotel) gevestigd (de gevelreclame werd in 1961 geplaatst). De verbouwing van 1880-1881 werd uitgevoerd in de stijl neo-Lodewijk XVI-stijl waarbij Haarlemmerstraat 65 en 67 werden samengevoegd. Deze wordt gekenmerkt door symmetrie, dat dan alleen geldt voor de gevel aan de Haarlemmerstraat. Aan de zijde van de Binnen Wieringerstraat werd dat niet toegepast, vermoedelijk in verband met de glasbelasting (glasbelasting werd berekend voor het vensteroppervlak). Na die verbouwing hebben er nog een tiental verbouwingen plaatsgevonden. Het gebouw bestaat uit vier bouwlagen met zolderetage achter een dakkapel. Ook in 2022 is Willem III nog in de gevel leesbaar. De begane grond is dan in gebruik bij een restaurant. Sinds 23 november 2004 is het gebouw een gemeentelijk monument. Haarlemmerstraat 65 te Leiden is eveneens een gemeentelijk monument.

Haarlemmerstraat 51 (Amsterdam)
Haarlemmerstraat 51 (Amsterdam)

Haarlemmerstraat 51 te Amsterdam is een gebouw aan de Haarlemmerstraat in Amsterdam-Centrum. Die Haarlemmerstraat is een eeuwenoude straat net ten noorden van de grachtengordel. De originele bebouwing is in de loop der eeuwen (grotendeels) vervangen door nieuwbouw, dan wel nieuwbouw op nieuwbouw. Alhoewel in de gevel “anno 1736” wordt vermeld, dateert het gebouw uit 1896. Toen werd op deze plek een creatie gebouwd van architect François Marie Joseph Caron, bekend van zijn werk voor Willem Vroom en Anton Dreesman (Vroom & Dreesman). Hier in de binnenstad van Amsterdam was geen plek voor een groot gebouw; het gebouw dat op een hoek staat van de Rodekoegang (Roode Koegang; Haarlemmerstraat 57-59 ligt nog steeds teruggetrokken) is zelfs smal te noemen. Op de begane grond bevindt zich een winkelruimte met aan de linker zijde de winkelingang en een aparte ingang voor de bovenwoningen. Daarboven bevinden zich twee woonverdiepingen en een zolderruimte. Caron kwam voor die laatste met een niet alledaags ontwerp. Vanaf buitenaf te zien lijkt die zich te bevinden onder een puntdak. Echt vlak daarachter is te zien dat het gebouw ene plat dak heeft. De bouwstijl van het pand is eclectisch te noemen, maar dan richting “verleden” en “toekomst”. Zo zijn er elementen van het traditioneel bouwen, maar er zijn ook kenmerken van de art nouveau. Met name het houtsnijwerk, de kleurstelling en details van de horizontale metalen ondersteuningsbalk, gevelversieringen, tegelwerk van het portaal en hijsbalk wijzen op die kunststroming. Ook de kleurstelling en bladmotieven van de jaarstenen "Anno 1736" duiden daarop. Overigens valt het gebouw niet alleen voor wat betreft bouwstijl op. Tussen alle bruine en rode baksteen ter plekke is dit pand opvallend opgetrokken in de kleuren wit en groengrijs. Het groen is voorts nog terug te vinden in de naam van de eerste gebruiker van het gebouw: J.J.F. Möllmann (Josephus Johannes Franciscus Möllmann, die een handel in boter, kaas, eieren, kruideniers-, grutterswaren en comestibles dreef. Hij had de winkel overgenomen van zijn vader. De groene letters zijn gezet tegenover een gele achtergrond; detailversieringen sluiten de naambalk aan beide kanten af. Hij opende hier op 8 augustus 1896 zijn handel. Krant De Tijd omschreef het destijds als “een aardig huisje rijker” en in vrijen gothieken stijl opgetorkken, daarbij zorgend zoowel voor een doelmatige inrichting als voor een fraai, teekenachtig geveltje. Hoelang dit bedrijf er gevestigd was is niet bekend. Een van de opvolgers was de rijwielhandel Presto met een stalling in de gang, die ook Haarlemmerstraat 49 in gebruik nam. Het bedrijf zou er tot in de jaren tachtig daar gevestigd zijn; het had de voorgevel ontsierd door middel van een groot reclamebord. In de jaren negentig was er Warmteservice gevestigd (handel in cv-bouwpakketten). In 2022 is er een souvenirwinkel gevestigd (Haarlemmer Buddha). Op 4 oktober 2005 werd het gebouw tot gemeentelijk monument verklaard. Ook de Haarlemmerstraat 51 te Leiden is een gemeentelijk monument en ook een woon/winkelhuis.

Brouwersgracht 51 (Amsterdam)
Brouwersgracht 51 (Amsterdam)

Brouwersgracht 51 te Amsterdam is een woonhuis aan de Brouwersgracht in Amsterdam-Centrum. De Brouwersgracht is een eeuwenoude gracht in Amsterdam. Veel van de originele bebouwing aan die gracht is al verdwenen, zo ook het gebouw dat op huisnummer 51 stond. Dat gebouw werd op verzoek van J.J.F. de Ruiter rond 1900 afgebroken en op die plaats kwam een gebouw ontworpen door architect Jos Hegener; de architect woonde om de hoek aan Droogbak 16. Daar waar de omringende gebouwen Brouwersgracht 29-59 toch vooral het uiterlijk hebben van grachtenpanden (souterrain, woningen en opslag) ziet dit gebouw er afwijkend uit. Allereerst valt het gebruikte bouwmateriaal op; Hegener gebruikte vaak geel baksteen, hier gele verblendsteen afgewisseld met banden van groene glazuurstenen. Een tweede dat opvalt is de asymmetrische compositie, links in rechte lijn aan de gevel, rechts erker en balkon. Het geheel is opgetrokken op een natuurstenen plint/sokkel met een bewerkte vensteropening voor het souterrain. De deuropeningen bevinden zich op enigszins verhoogd niveau. De toegangspartij wordt afgesloten met bovenramen waarboven een stenen versiering in boogvorm is geplaatst. De hoekstenen hebben een bloemenfiguratie gekregen, de sluitstenen ringen. In het kozijn is een driehoek uitgespaard. Daarboven bevinden zich vensters van de eerste en tweede verdieping, waartussen een reliëf met vrouwengezicht is afgebeeld. Boven het venster van het souterrain bevindt zich de ramenpartij van de bel-etage. Aan de bovenzijde daarvan zijn de consoles geplaatst die een rechthoekige erker draagt. In het pleisterwerk van de grond van de erker is een bloemmotief te zien. De basis van de erker gaat over in een trapeziumvormige erker van glas. Het dak van dat geheel dient tevens tot ondergrond van een balkonnetje op de tweede verdieping. Het balkonnetje heeft een houten balustrade met houtsnijwerk. Het geheel wordt daar afgerond door middel van een stenen sierstrip in de vorm van de strip boven de toegangsdeur. Wat volgt is een daklijst waarboven de symmetrie ineens toeslaat. Onder een flinke kroonlijst met consoles en overstek zijn nog twee ramen zichtbaar; voor één daarvan is de sierlijke hijsbalk (boven erker en balkon) geplaatst. De ramenrij wordt aan beide kanten afgesloten door middel van abstract houtsnijwerk. Van ramenrij tot afdak is hout tegen de gevel geklampt. Het gebouw heeft door haar versieringen, onder andere wat sierijzerwerk, tekenen van de art nouveaustijl; een bouwstijl die destijds populair was. Het gebouw werd rond 1 april 1902 opgeleverd; het werd toen door de gemeente gekeurd. Het gebouw is sinds 23 november 2004 een gemeentelijk monument.