place

Uitgeverij en Drukkerij De Spaarnestad

DrukkerijEconomie in HaarlemKatholieke zuil (Nederland)Voormalig bouwwerk in HaarlemVoormalige Nederlandse uitgeverij
Drukkerij De Spaarnestad aan de Nassaulaan, Inventarisnummer NL HlmNHA 1100 KNA006006773
Drukkerij De Spaarnestad aan de Nassaulaan, Inventarisnummer NL HlmNHA 1100 KNA006006773

Uitgeverij en Drukkerij De Spaarnestad was een Nederlandse katholieke uitgeverij en drukkerij in Haarlem, opgericht in 1906 met als een van de voornaamste uitgaven het tijdschrift Katholieke Illustratie (KI). De drukkerij was in het centrum van Haarlem gelegen in het Spaarnestadcomplex; dit complex lag tussen de huidige straten Nassaulaan en Kraaienhorst in en is in 1976 gesloopt.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Uitgeverij en Drukkerij De Spaarnestad (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Uitgeverij en Drukkerij De Spaarnestad
Nassaulaan, Haarlem

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Uitgeverij en Drukkerij De SpaarnestadLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.384425 ° E 4.6335083333333 °
placeToon op kaart

Adres

Nassaulaan 91
2011 PB Haarlem (Haarlem)
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Drukkerij De Spaarnestad aan de Nassaulaan, Inventarisnummer NL HlmNHA 1100 KNA006006773
Drukkerij De Spaarnestad aan de Nassaulaan, Inventarisnummer NL HlmNHA 1100 KNA006006773
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Remonstrants Hofje
Remonstrants Hofje

Het Remonstrants Hofje is een Haarlems hofje, het is te vinden aan de Ursulastraat nummer 16. Het Hofje is 1773 gesticht door Isabella van Leeuwarden op het terrein van het voormalige Ursulaklooster, dit was een klooster van de Orde der Franciscanen. Zoals vrijwel alle kloosters in Haarlem was ook dit klooster tijdens de reformatie gesneuveld. De ingang van het hofje bevindt zich in een overgebleven muur van het klooster, de kloosterkapel doet dienst als voorhuis. Isabella van Leeuwarden (1696–1773) was een koopvrouw en eigenaresse van een weverij. Op haar 41ste trad ze toe tot de remonstrantse gemeente. Ze trouwde op latere leeftijd (1752) met Pieter Merkman jr. (1699-1760), eigenaar van een garenlintfabriek. Na het overlijden van Merkman erfde ze ook zijn bedrijf, daarmee was Van Leeuwarden zeer vermogend. In de laatste jaren van haar leven hield Isabella van Leeuwarden zich bezig met een plan om de armoede binnen de remonstrantse gemeente te verzachten. Dit plan was een idee van haar in 1748 overleden broer Justus. In eerste instantie wilde ze geen eigen hofje, liever wilde ze de kosten dragen van het oudste Haarlemse hofje, het Hofje van Bakenes. Ze stelde wel een voorwaarde: een van de twee regenten moest remonstrants zijn. Deze voorwaarde werd niet ingewilligd. Hierop stelde Van Leeuwarden een deel van haar nalatenschap beschikbaar voor de stichting van een hofje voor zes arme weduwen of ongehuwde vrouwen uit de Haarlemse Remonstrantse gemeente. De eveneens remonstrantse timmerman Nicolaas Tijsterman, eigenaar van het terrein van het oude Ursulaklooster, maakte het ontwerp. In 1774 opende het 'Remonstrantsch Gereformeerd Hofje van Justus en Izabella van Leeuwaerden' zijn deuren voor de eerste bewoonsters.

Maria Magdalenaklooster (Haarlem)
Maria Magdalenaklooster (Haarlem)

Het Maria Magdalenaklooster, ook wel simpelweg Magdalenaklooster genoemd, was een klooster in de binnenstad van de Noord-Hollandse stad Haarlem. Het klooster lag in de hoek van de Kinderhuisvest en de Magdalenastraat. Het is niet duidelijk wanneer dit klooster is gesticht. De eerste schriftelijke vermelding van het klooster dateert uit 1474, het werd toen aangeduid als gemeenschap van de derde orde. Het klooster behoorde niet tot het Kapittel van Utrecht en was waarschijnlijk hoorde het klooster tot de orde van de Magdalenazusters. In 1475 kregen de zusters van de pastoor van de Grote of St.-Bavokerk toestemming om hun eigen klooster te bouwen en een eigen biechtvader te hebben. Ook mochten de zusters en andere personen bij het klooster begraven worden. In 1581 is het klooster geseculariseerd en in gebruik genomen als pesthuis. In 1656 is het pesthuis verhuist naar het Dolhuys aan de Schotersingel en werd het klooster in gebruik genomen als weeshuis voor het Armekinderenhuis. Bij opening zaten er 433 ouderloze kinderen, dit aantal groeide tot zo’n 600 wezen. In 1661 werd het voormalig klooster met een vleugel uitgebreid. Dit Armekinderenhuis werd in 1765 samengevoegd met het Heilige Geesthuis. Hieruit ontstond het Gereformeerde- of Burgerweeshuis dat in 1810 verhuisde naar het Oudemannenhuis. Sindsdien deed het dienst als Verenigd Diaconie- en Aalmoezeniersarmenhuis voor kerkelijk maatschappelijk werk. In 1856 werd de infirmerie van het garnizoen van Haarlem in het pand gevestigd, het werd toen ook wel het Garnizoenshospitaal en of Brokkenhuis genoemd. In 1938 heeft de Uitgeverij en Drukkerij De Spaarnestad het laatste restant van het klooster, de Magdelenakapel laten afbreken. In 2019 vestigde er een kunstenaarscollectief in het inmiddels gerestaureerde pand. Zo zijn er ateliers en een publiek toegankelijke tentoonstellingsruimte gerealiseerd.

Hofje van Oorschot
Hofje van Oorschot

Het Hofje van Oorschot is een Haarlems hofje, dat dateert uit 1769 en zich in het centrum van Haarlem bevindt, aan de Kruisstraat nr. 44, op de hoek met Krocht. Het Hofje van Oorschot is gebouwd in 1769 uit de nalatenschap van de Amsterdamse koopman Wouterus van Oorschot (1704-1768). Hij liet een bedrag na van 20.000 gulden, dit bleek onvoldoende om het hofje te realiseren. Uiteindelijk hebben de Staten van Holland 20.000 gulden bijgelegd en kon het hofje gebouwd worden. De bouw van het hofje had nogal wat voeten in de aarde. Aan de overzijde van het te bouwen hofje woonden twee rijke stadsbestuurders die zich bemoeiden met de bouw. De bestuurders eisten dat er een mooie tuin aangelegd zou worden die afgesloten moest worden met een hek in rococostijl. De keus viel op rococostijl omdat ook de huizen van de bestuurders in die stijl waren gebouwd. Door de eisen van de bestuurders was de nalatenschap van Wouterus van Oorschot onvoldoende om het hofje te bouwen en zag het ernaar uit dat het hofje er niet zou komen, wat ook precies de bedoeling van de bestuurders was. Ondanks de bezwaren van de bestuurders, ging het stadsbestuur akkoord met de bouw van het Hofje van Oorschot. De Staten van Holland legden 20.000 gulden bij om een hofje te laten bouwen dat 'een sieraad voor de stad zou zijn'. De bouw startte in 1769. Het hofje van Oorschot was bedoeld voor arme vrouwen van 50 jaar en ouder die lid waren van de hervormde gemeente. Het hofje is gebouwd rond een binnentuin, sinds 1973 staat in de tuin van het hofje een bronzen beeld van Eva (van Adam en Eva). Eva is ontworpen door beeldhouwer Johan Limpers. Het beeld stond van 1947 tot 1967 in het Kenaupark te Haarlem, vanwege vernielingen verhuisde Eva naar het Frans Halsmuseum. In 1973 kreeg het beeld, na restauratie, een plek in het Hofje van Oorschot tot het beeld in 1987 gestolen werd. De weduwe van Johan Limpers was nog in bezit van een model van Eva en er werd een replica gemaakt. De replica werd teruggeplaatst in het hof. Het Hofje van Oorschot is anno 2024 gesloten voor publiek.

Frans Loenenhofje
Frans Loenenhofje

Het Frans Loenenhofje is een Haarlems hofje, het hofje is te vinden aan de Witte Herenstraat nummer 24. Het hofje werd gesticht in 1607 uit de nalatenschap van de op 24 oktober 1605 overleden garentwijnder en koopman in lijnwaden Frans Klaeszoon Loenen. Loenen was een verwoede gokker en had - naast zijn gewone verdiensten - zoveel gewonnen met gokken dat hij zeer vermogend was. Voor de stichting van het hofje werd aan de Witte Herenstraat een stuk grond aangekocht dat vroeger toebehoorde aan Norbertijnenklooster. Dit klooster was in 1581 in beslag genomen door de stad Haarlem. De kloosterlingen van het Norbertijnenklooster gingen altijd gekleed in het wit, vandaar de 'Witte Herenstraat'. Het hofje werd gebouwd in de voormalige boomgaard van het klooster. Deze Sint Anthonieboomgaard stamde uit 1414 en was in die tijd beroemd. Bij de bouw van het hofje werd de oude boomgaard zo veel mogelijk intact gelaten en omgevormd tot hoftuin. In de loop der eeuwen is de tuin wel veranderd, maar nog steeds heeft het Frans Loenen een opvallende tuin met fruitbomen. Het Frans Loenenhofje bestond in 1607 uit elf kamers voor elf arme alleenstaande vrouwen. Het hofje werd al vrij snel (in 1609) met nog eens vijf kamers uitgebreid door de proost Jacobus Zaffius. Door samenvoeging van huisjes bestaat het hofje sinds 1986 uit tien woningen die rond de ruime tuin liggen. Het hofje wordt bewoond door wat oudere dames, alleen het poorthuis is geschikt voor bewoning door meer mensen. Het Frans Loenenhofje heeft een bijzondere gevelsteen, er staat een onthoofde leeuw op. Het hofje heeft de status rijksmonument in is ingeschreven onder 19835 in het monumentenregister.