place

Biltstraat 60

Gemeentelijk monument in Utrecht (stad)
Biltstraat 60 Utrecht NL
Biltstraat 60 Utrecht NL

Biltstraat 60/60bis-Obrechtstraat 2/2bis is een gemeentelijk monument in Utrecht. Het pand werd in 1905 gebouwd en vormt een architectonisch geheel met het pand Obrechtstraat 2/2bis. Het kwam in de plaats van een ouder huis, dat samen met de naastgelegen panden rond 1900 werd gesloopt. Het is gebouwd in de stijl van de jugendstil, die in Utrecht niet veel voorkomt. Het gebouw staat op de hoek van de Biltstraat en de Obrechtstraat. De begane grond en kelder waren oorspronkelijk ingericht als slagerij en slagerswoning. De eerste eigenaar was de slager Hoogland, wiens zoon Herman Hoogland de eerste Nederlandse wereldkampioen dammen werd in 1912. Hij werd vervolgens bij zijn huis in de Biltstraat gehuldigd. Hoogland nam de slagerij over van zijn vader en werkte er zelf tot 1926, waarna hij de zaak verkocht en Slagerij van Diepen zich er vestigde. Nadat die in 1967 zijn winkel sloot, kreeg het winkelpand diverse andere bestemmingen, zoals snackbar en makelaarskantoor. De hogere verdiepingen hebben altijd een woonfunctie gehad. In de jaren 2000 is het pand gerestaureerd. Tegenwoordig is op de begane grond een vestiging van Bagels & Beans. Naast het pand staat nog een karakteristieke hoge Hollandse iep, die in 1901 is geplant. Deze iep staat op de gemeentelijke bomenlijst.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Biltstraat 60 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Biltstraat 60
Biltstraat, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Biltstraat 60Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.095297222222 ° E 5.1292055555556 °
placeToon op kaart

Adres

Biltstraat 60-BS
3572 BD Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Biltstraat 60 Utrecht NL
Biltstraat 60 Utrecht NL
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kapelstraat (Utrecht)
Kapelstraat (Utrecht)

De Kapelstraat is een straat in de Nederlandse stad Utrecht in de buurt Wittevrouwen. De straat loopt vanaf de Biltstraat tot aan de Kleine Singel en Blauwkapelseweg waar hij in overgaat. De lengte van deze straat is ongeveer 300 meter. De Kapelstraat is het eerste deel van de oorspronkelijke weg van Utrecht naar Het Gooi met de naam Kapelseweg. Deze liep van de Biltstraat, naar het toenmalige plaatsje Blauwkapel dat zijn naam te danken heeft aan het kapelletje uit 1451 met een blauw plafond. Toen rond 1860 de nieuwbouw van de buurt Wittevrouwen een aanvang nam, kreeg het verkeer richting Hilversum door de Kleinesingel een directe aansluiting op de Wittevrouwensingel. Op de Kapelstraat komen vier straten uit te weten de Bouwstraat, Frederikastraat, Staalstraat en Leistraat. De straat bevat zowel eengezinswoningen alsook boven- en benedenwoningen. De straat ligt midden in een typisch laatnegentiende-eeuwse arbeidersbuurt, waar veel kleinschalige bedrijfjes en winkels onderdak vonden. Net als in heel Wittevrouwen worden de huisjes gerenoveerd nadat de straat in de jaren 70 in verval was geraakt. Christiaan Kramm ontwierp in de 19e eeuw het inmiddels verdwenen landhuis Rusthof in de straat en woonde er tussen 1828 en 1875. Tijdens de oorlog in de nacht van 22 op 23 juni 1943 zijn brokstukken van de Lancaster ED928-B naar beneden gevallen op de woonhuizen van de Kapelstraat nummer 47-49. In de straat stond een brandspuithuisje maar of de brandweer nog iets heeft kunnen betekenen, vertellen de annalen niet. Bij de ramp zijn een jongetje van vier jaar oud en vijf van de zeven bemanningsleden van het neergeschoten Britse vliegtuig om het leven gekomen. Aan het pand Kapelstraat 47 hangt een informatiebord wat nog herinnerd aan de neergestorte bommenwerper.

Breyerskameren
Breyerskameren

De Breyerskameren is een rijksmonument bestaande uit serie vrijwoningen in Buiten Wittevrouwen in Utrecht. Het oudste deel is het blok op de hoek van de Wittevrouwensingel en Gasthuisstraat, dat in de eerste helft van de 17de eeuw werd gebouwd als hofje van acht rug-aan-rug-woningen. Dankzij burgemeester Johan Breyer werd een tweede, losstaand deel met tien woningen bijgebouwd. Zijn testament gaf het beheer van de achttien kameren na Breyers overlijden in 1749 in handen van de diaconie van de Nederduits hervormde kerk. Het pleintje tussen de twee delen, waar zich de waterpomp bevond, werd rond 1910 bebouwd, waardoor een aaneengesloten complex ontstond van 22 woningen. In 1962 werden de woningen verkocht aan de gemeente, die de woningen beschikbaar stelde aan kunstenaars. Bij de restauratie in 1975 werd het gebouw uit 1910 gesloopt en twee nieuwe woningen in oude stijl gebouwd, die geen rijksmonument zijn. Zes woningen uit het oudste deel werden samengevoegd tot drie, waardoor het complex thans zeventien woningen omvat. De oorspronkelijke trapgevel aan de Wittevrouwensingel werd niet als zodanig hersteld. Het complex is nu in eigendom van coöperatie Mitros. Op de gevelsteen staat geschreven: DEWEL ED . GESTRENGE . HEER EN MrJOHAN . BREYER RAAD . INDE . VROEDSCHAP . BURGEMEESTER EN . HOOFDSCHOUT . DER . STAD . UTRECHT ENZ . ENZ . OVERLEDEN . D . XXIII . MAART . MDCCXLIX MAAKTE DEZE ACHTIEN . KAMEREN BY . UITERSTEN . WILLE AAN . DE . DIACONY DER . NEDERDUITSCHE . HERVORMDE . KERK TOT . VRYE . WONINGEN VOOR . ARME . BEDEELDE . LEDEMATEN

Stevensfundatie
Stevensfundatie

De Stevensfundatie was een hofje in Utrecht. Slechts enkele woningen zijn bewaard gebleven waardoor het niet meer als hofje herkenbaar is. Gerardus Hendrikus Stevens bepaalde bij testament van 18 juni 1853 dat een deel van zijn nalatenschap zou moeten worden aangewend voor de oprichting van vrijwoningen voor protestantse ambachtslieden. Na zijn dood kochten de beheerders van de Stevensfundatie een stuk grond van het Heilige Kruisgasthuis aan tussen de Kruissteeg (vanaf 1869 Kruisstraat), de Biltstraat, de Stadsbuitengracht en de Gasthuisstraat, waar zich de Breyerskameren bevinden. In 1860 werden op dit terrein 50 woningen gebouwd op een binnentuin. De architect S.A. van Lunteren kwam uit een familie van tuinders. Het hofje werd volgens die tijd moderne hygiënische maatstaven gebouwd. Tijdens een uitbraak van cholera in de Gasthuisstraat viel in de Stevensfundatie slechts één dode. De bepaling dat de huizen bedoeld waren voor mannelijke ambachtslieden werd strikt nageleefd: als een man overleed, moesten zijn vrouw en kinderen het hofje verlaten terwijl een man die weduwnaar werd mocht blijven. De regels zijn in de jaren 30 versoepeld. Door de komst van de Rijkshogereburgerschool in 1866 en concertgebouw Tivoli in 1871 was de Kruisstraat een drukke straat geworden en de gemeente wilde de straat verbreden. Plannen hiertoe werden in 1935 ingetrokken maar in 1955 alsnog uitgevoerd. Hierdoor moest de Stevensfundatie terrein inleveren: één fundatiewoning werd afgebroken en het voorterrein verkleind. Het ijzeren hek werd vervangen door een laag muurtje. Het gebouw Tivoli werd in 1955 afgebroken en de gemeente was van plan een nieuw cultuurcentrum te bouwen op de plaats van de Stevensfundatie. De fundatie (stichting) vroeg hiervoor 500.000 gulden en in 1959 werd de gemeente eigenaar. De fundatie bouwde vervangende woningen in Zuilen. Inmiddels waren de plannen van de gemeente weer gewijzigd en werd het terrein niet aangewend voor Tivoli. Het hofje werd bewoond door studenten en oorspronkelijke bewoners. Ondanks protesten werd in 1968 begonnen met de sloop van het merendeel van het hofje, dat plaats maakte voor een parkeerplaats. In 1986 werden hier een parkeergarage en etagewoningen gebouwd. De stichting Stevensfundatie verkocht in 1988 haar woningen in Zuilen maar bleef bestaan en keert incidenteel uitkeringen uit. Een tweetal waterpompen van de Stevensfundatie zijn hergebruikt en vormen naast de Jacobikerk een rijksmonumentale waterpomp.

Lucasbolwerk
Lucasbolwerk

Het Lucasbolwerk is een straat in de Nederlandse stad Utrecht. In de periode van circa 1577 tot 1597 werden met de vestingbouwkundige Adriaen Anthonisz aan de stadsmuur van Utrecht vijf nieuwe aarden verdedigingsbolwerken aan de reeds bestaande vier stenen bolwerken toegevoegd. Een van die vijf was het Lucasbolwerk. Omstreeks 1722 werd op dit bolwerk de suikerraffinaderij Suikerhuis gebouwd, dat vanaf 1844 onderdak bood aan een tegelbakkerij. In 1867 werd deze industrie gesloopt en het bolwerk geïntegreerd in het Zocherpark, dat langs de singel werd aangelegd. Aan de zuidwestzijde gaat het Lucasbolwerk over in de Nobelstraat. Het uit 1895 daterende hoekpand Nobelstraat-Lucasbolwerk is van de hand van architect P.J. Houtzagers. Het Lucasbolwerk heeft een belangrijke uitgaansfunctie: aan deze straat zijn de Utrechtse Stadsschouwburg, twee studentenverenigingen (Unitas S.R. en B.I.T.O.N.) en meerdere cafés gevestigd. Er staan ook panden met een woon- of kantoorfunctie. In het jaar 2002 besloot het Utrechts bestuurlijk college bestaande uit Leefbaar Utrecht, PvdA, VVD en D66 tot de bouw van een parkeergarage onder het Lucasbolwerk. Dit zou noodzakelijkerwijs aanzienlijke schade aan het park als gevolg hebben. Om dit tegen te gaan werd het Comité Behoud Lucasbolwerk opgericht. Verscheidene belanghebbenden, waaronder Unitas S.R. en B.I.T.O.N., sloten zich hier als partners bij aan. Door het starten van verscheidene bezwaarprocedures werd de bouw van de parkeergarage sterk vertraagd. In 2005 verkreeg de gemeente weliswaar de kleine monumentenvergunning, die al enige voorbereidende werkzaamheden mogelijk maakte, maar inmiddels was de publieke opinie duidelijk omgeslagen. Toen de procedures zich tot na de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 voortsleepten namen Leefbaar Utrecht en de PvdA de parkeergarage niet meer in hun verkiezingsprogramma op. Hierdoor was het project van de baan.