place

Dr. Dünnerbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
Amsterdam canal trees
Amsterdam canal trees

Dr. Dünnerbrug (brug 251) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de Weesperstraat en overspant de Nieuwe Prinsengracht. De brug heeft ongeveer dezelfde geschiedenis als de Dr. Meijer de Hondbrug, al zal deze iets ouder zijn, vanwege de ontwikkeling van de stad vanuit het centrum. Oudere versies van de bruggen werden fotografisch vastgelegd door Jacob Olie (1891) en Gustaaf Oosterhuis (1904, een ophaalbrug). Zij moesten steeds vervangen/vernieuwd worden in verband met de ombouw van de Weesperstraat tot hypermoderne radiaalweg van Amsterdam. Piet Kramer ontwierp de versie van 1925. Daarvan is veel verloren gegaan door verdere verbredingen en aanleg van de Oostlijn. De bakstenen walkanten in een soort van Amsterdamse School en de brugpijlers zijn de enige zaken die nog aan Kramer doen denken. De brug kreeg, gelijk met de Dr. Meijer de Hondbrug, in 1966 haar naam, een vernoeming naar Joseph Hirsch Dünner, een opperrabijn.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Dr. Dünnerbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Dr. Dünnerbrug
Weesperstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Dr. DünnerbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.363536111111 ° E 4.906575 °
placeToon op kaart

Adres

Doctor Dünnerbrug

Weesperstraat
1018 XW Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q29100119)
linkOpenStreetMap (760766482)

Amsterdam canal trees
Amsterdam canal trees
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Weesperstraat (Amsterdam)
Weesperstraat (Amsterdam)

De Weesperstraat is een straat in Amsterdam-Centrum. De oorspronkelijke bebouwing is afgebroken in de jaren zestig, waarna de straat is verbreed tot een stadsautoweg, die het J.D. Meijerplein verbindt met het Weesperplein. De drukke verkeersweg is een deel van de S112, die de IJtunnel en het Mr. Visserplein via de Wibautstraat verbindt met de Gooiseweg. De straat kruist vier grachten: de Nieuwe Herengracht, Nieuwe Keizersgracht, Nieuwe Prinsengracht en Nieuwe Achtergracht. De Weesperstraat lag vroeger in de Amsterdamse Jodenbuurt en veel herinnert nog aan dit verleden. Zo staat er het Monument van Joodse Erkentelijkheid. Het draagt de tekst Aan de beschermers der Nederlandse Joden in de bezettingsjaren. Het monument werd in 1947 door Jobs Wertheim ontworpen. De rooms-katholieken Willem Vroom en Anton Dreesmann openden op 21 mei 1887 hun eerste gezamenlijke manufacturenzaak in het pand Weesperstraat 70, die zou uitgroeien tot de warenhuisketen V&D. Brug 238, over de Nieuwe Herengracht, hoek Weesperstraat, is vernoemd naar de journalist Mozes Vaz Dias (1881-1963). Brug 240 over de Nieuwe Keizersgracht, hoek Weesperstraat, is vernoemd naar de in 1942 in Polen omgekomen laatste vooroorlogse opperrabbijn L.H. Sarlouis. Brug 251, over de Nieuwe Prinsengracht, hoek Weesperstraat, is vernoemd naar de rector en opperrabbijn dr. J.H. Dünner (1833-1911). Brug 257, over de Nieuwe Achtergracht, hoek Weesperplein, is vernoemd naar dr. Meijer de Hond, die in 1943 in Sobibór, Polen, omkwam. Bij de hoek Weesperstraat / Nieuwe Kerkstraat staat de sculptuur Fête galante uit 1997 van beeldhouwer Hans van den Ban. Aan de Weesperstraat, tussen de Nieuwe Herengracht en de Nieuwe Keizersgracht, ligt de onder architectuur aangelegde gemeenschappelijke binnentuin van de huizen Het Corvershof, Amstelrank, Van Limminkhof en het Hodshonhuis. Samen met de Amstelhof (het huidige H'ART Museum) behoorden deze panden tot het Amstelhoven-complex, waar de Diakonie zich al vanaf de 17e eeuw wijdde aan de verzorging van ouderen en zieken. Nog steeds zijn hier aan de Protestante Diaconie Amsterdam verwante organisaties gevestigd. Zo biedt het voormalige knekelhuisje in de tuin, inmiddels omgedoopt tot het Krekelhuis, onderdak aan het Straatpastoraat.

L.H. Sarlouisbrug
L.H. Sarlouisbrug

De L.H. Sarlouisbrug (brug 240) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de Weesperstraat en overspant de Nieuwe Keizersgracht. De brug heeft een geschiedenis vergelijkbaar met de Dr. Dünnerbrug en Dr. Meijer de Hondbrug, al zal deze iets ouder zijn, vanwege de ontwikkeling van de stad vanuit het centrum. Oudere versies van de bruggen werden in beeld vastgelegd door de schilder Jan Bulthuis (eind 18e eeuw) en de fotograaf Jacob Olie. De bruggen moesten enkele keren vervangen of vernieuwd worden in verband met de ombouw van de Weesperstraat tot radiaalweg van Amsterdam. Piet Kramer ontwierp de versie van 1925. Daarvan is een gedeelte verloren gegaan door verdere verbredingen en de aanleg van de Oostlijn van de Amsterdamse metro, waarvoor de brug gedeeltelijk gesloopt werd. De bakstenen walkanten, geïnspireerd door de Amsterdamse School, en de brugpijlers zijn de enige zaken die nog aan Kramer doen denken. Naast de brug ligt het rijksmonument Occo's Hofje (Huis van Barmhartigheid), de brug en het tehuis zijn in 1789 in een prent vastgelegd door Jan Bulthuis. De brug kreeg, net als de Dr. Dünnerbrug en Dr. Meijer de Hondbrug een vernoeming naar een Joods geestelijke, in dit geval Lodewijk Hartog Sarlouis (1884-1942), een opperrabbijn, omgebracht in het concentratiekamp Auschwitz. De vernoeming is opmerkelijk omdat de heer Sarlouis zelf in 1938 aanwezig was geweest bij de opening van een vorige versie van brug 238, sinds 1964 M.S. Vaz Diasbrug genaamd, 100 meter noordelijker.

Piet Meerburgbrug
Piet Meerburgbrug

De Piet Meerburgbrug (brug 234) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug ligt over een tweetal parallel liggende duikers. Die duikers verbinden een siervijver in de Hortus Botanicus Amsterdam met het water van de Nieuwe Keizersgracht. De brug vormt de verbinding tussen aan de westzijde het Hortusplantsoen en de noordelijke kade van de Nieuwe Keizersgracht en aan de oostzijde de Plantage Parklaan en het J.W. Overlooppad. Omdat de rijweg op de brug al een bocht noordwaarts maakt, werd de brug breder uitgevoerd, dan in het geval dat beide wegen in een rechte lijn lagen. Aan de westzijde van de brug staat aan de Nieuwe Keizersgracht een aantal rijksmonumenten, aan de overzijde staat een aantal gemeentelijke monumenten. Het idee voor de brug ontstond eind 1876. Bij de gemeente Amsterdam kwam een verzoek binnen voor een “kortere gemeenschap” tussen de gebouwen aan de noordkade van de Nieuwe Keizersgracht en de Plantage Parklaan. Het obstakel vormde destijds de Muidergracht die hier doorliep tot aan de Nieuwe Herengracht. In het voorstel werden (voor die tijd) rigoureuze maatregelen nodig geacht: Het Sint Anthoniekerkhof moest plaatsmaken voor het Hortusplantsoen, dat voor het publiek toegankelijk zou worden (de Hortus Botanicus was dat niet) de Muidergracht zou aangeplempt worden, demping van de gracht was niet mogelijk; er moest ter plaatse een mogelijkheid voor watercirculatie blijven aan de noordzijde van de versmalde gracht zou dan een wandelbrug komen (de latere brug 233); aan de zuidzijde een duiker (de latere brug 234) aanleg van wegen door het Hortusplantsoen en een doorgang over de duikers. In november 1877 lagen de bruggen er, aangevuld met een brug tussen de genoemde bruggen, de brug 232 (later omgedoopt tot Johan van Hulstbrug). Na de aanleg is er hier nauwelijks meer iets veranderd; het verkeersaanbod werd nooit groot. De brug ligt vrij onopvallend in het wegdek. De brug is alleen te herkennen aan de twee bakstenen balustrades. De zuidelijke daarvan heeft deels opengewerkte balustrades met daarop een natuurstenen leuning. De noordelijke balustrade bestaat alleen uit een dichte bakstenen muur, voor de versiering is er zowel horizontaal als verticaal metselwerk te zien. De duikers zijn te vinden onder ontspanningsbogen. De andere twee bruggen (bruggen 233 en 234) over de vijver zijn voor wat betreft uiterlijk sierlijker en werden beide tot rijksmonument bestempeld. De brug ging meer dan een eeuw zonder vernoeming door het leven. Op 12 september 2013 onthulden oud-burgemeester Ed van Thijn en toenmalige burgemeester Eberhard van der Laan een naamplaat op de brug; zij kreeg een vernoeming naar Piet Meerburg, die gedurende het Naziregime tijdens de Tweede Wereldoorlog talloze Joodse kinderen wist te redden uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, een jonge Ed van Thijn was een van die kinderen. Na de oorlog bleef Meerburg theaterondernemer, directeur en producer van bijvoorbeeld musicals in Amsterdam.

Brug 232 (Hortus Botanicus Amsterdam)
Brug 232 (Hortus Botanicus Amsterdam)

Brug 232 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug, alleen toegankelijk voor voetgangers, leidt vanuit het Hortusplantsoen naar de eigenlijke Hortus Botanicus Amsterdam. Het bruggetje is sinds 13 juli 2001 een rijksmonument. De brug stamt uit 1877. Zij is van (giet-)ijzer, dat gefabriceerd is door de fabriek H. Dalhuizen te Kampen. De overspanning bestaat uit ijzeren spanten in I-profiel, die met een welving over het water liggen. Het wandeldek bestaat uit dwarsliggende planken. De landhoofden en walkanten zijn van opgemetseld baksteen hier en daar afgedekt met natuursteen. Op de buiten de brug eindigende landhoofden zijn 270 graden ronde zuilachtige constructies met versieringen te zien waarop vazen staan. De op de brug staande balustrades zijn eveneens uitgevoerd in een dubbele welving/boog. De onderste boog is gemonteerd op de houten balklaag en heeft een flauwe welving; de bovenste boog wordt gedragen tot verticale stijlen, die aan tuidraden doen denken, maar in wezen staanders zijn. Tussen die staanders zijn kruisverbanden aangebracht. Zowel staanders als kruisverbanden zijn door bouten door de metalen bogen heen gemonteerd. De staanders worden daarbij aan de onderzijde nog eens ondersteund door een de buitenzijde van de bogen gemonteerde S-motieven; het monumentenregister omschrijft ze als voluten. De brug overspant een siervijver en vormt een toegang tot de Horus Botanicus. De brug heeft daarbij aan de kant van het plantsoen een toegangshek gekregen, dat in de stijl van de brug is uitgevoerd, maar van aanmerkelijk jongere datum is. Ze heeft verticale spijlen en naar buitenstaande stekels om overklimmen te voorkomen. De brug stond tot april 2016 bekend als de Oostelijke Hortusbrug, maar deze officieuze benaming is in april 2016 door de gemeente Amsterdam ingetrokken. Er was toen onvoldoende animo om de officieuze tenaamstelling officieel te maken. In oktober 2016 kreeg de brug een vernoeming naar Johan van Hulst, maar die vernoeming werd in begin 2018 doorgeschoven naar brug 233.