place

Hein Donnerbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
Brug 1922, overzicht
Brug 1922, overzicht

De Hein Donnerbrug (brugnummer 1922) is een bouwkundig kunstwerk op de grens van Amsterdam-Centrum en Amsterdam-Zuid. De brug is in 1991 vernoemd naar Jan Hein Donner in zijn hoedanigheid als schaker. De vaste betonnen brug overspant sinds omstreeks 1988 de Singelgracht. Zodoende verbindt ze het Max Euweplein (vernoemd naar schaker Max Euwe) en de Weteringschans (centrumzijde) met het Vondelpark en de Stadhouderskade (in Zuid). De brug is alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers, maar kan ook eventueel nooddiensten dragen; er is namelijk geen andere mogelijkheid om met zwaar vervoer het Max Euweplein op te komen. Zij is daarom acht meter breed. De brug is een ontwerp van Kees Spanjers, die samen met Pieter Zaanen voor de inrichting van het plein zorgden. Het Max Euweplein ligt hoger dan de Stadhouderskade; Spanjers koos voor een vrijwel platte brug met helling aan de zijde van de kade. Onder die helling geldt een doorvaarverbod; scheepvaart moet van de andere doorvaarten gebruik maken. Voor voetgangers en fietsers is het een stevige helling omdat de doorgaande voet- en fietsroute hier geregeld worden door verkeerslichten; fietsers moeten bijna vanuit stilstand de helling op of juist helling af remmen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hein Donnerbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hein Donnerbrug
Max Euweplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hein DonnerbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.362019444444 ° E 4.8821805555556 °
placeToon op kaart

Adres

Hein Donnerbrug

Max Euweplein
1017 MA Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q52322511)
linkOpenStreetMap (563157960)

Brug 1922, overzicht
Brug 1922, overzicht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Vondelpark 1
Vondelpark 1

Vondelpark 1 is een gebouw in Amsterdam-Zuid, Oud-Zuid. Het gebouwtje is een van de acht gebouwen in het Vondelpark, dat ook daadwerkelijk een adres heeft in dat park. Het betreft de voormalige opzichterwoning die stamt uit rond 1867. Het werd gebouwd in opdracht van de "Vereeniging tot aanleg van een rij- en wandelpark te Amsterdam". De architect Jan David Zocher is zeer vermoedelijk de ontwerper. Het gebouw is opgetrokken uit baksteen, maar geheel voorzien van een pleisterlaag. Het wordt ingedeeld bij de bouwstijl neoclassicisme. Het heeft een landelijke uitstraling. Het is gebouwd op een bijna vierkante plattegrond en heeft twee verdiepingen (begane grond en een etage). Het is opgezet in twee traveeen met een klein en laag enigszins teruggetrokken ingangsgedeelte en een groot en hoog hoofddeel. Het kleine travee staat deels onder het dak van het grote gebouw en heeft een rechthoekige toegangsdeur met een hoekig bovenlicht. Onder het (af-)dak is houtbeschot aangebracht met zaagtandmotief aan de onderzijde dat doorloopt tot onder het bovenlicht. Het grote gebouw heeft ramen met een flauwe kromming in de bovenzijde met daarboven een raam met romaanse boog en versiering. Het eerder genoemde zaagtandmotief is in het uitkragende dak terug te vinden, maar in veel kleinere uitvoering; er ontstaat zo een chaletachtig uiterlijk. Het gebouw heeft uitvouwen in de vorm van erkers (noordzijde) en serres (westzijde). De achterzijde aan de Vossiusstraat zier er ongeveer hetzelfde uit, maar heeft geen erker. In 1996 werd het als rijksmonument opgenomen in het Monumentenregister als onderdeel van het totale rijksmonument dat het Vondelpark al was. Het gebouw kreeg de benoeming dankzij de architectuurhistorische waarde en een architectonisch en functioneel onderdeel van het Vondelpark.

Willy Alberti-museum

Het Willy Alberti-museum was een museum in Amsterdam dat was gewijd aan de Amsterdamse zanger Willy Alberti, geboren Carel Verbrugge (1926-1985). Het was gevestigd in Nieuw-West en later heropend aan de rand van de Jordaan. Er werden stukken getoond over het leven van de Jordaanse zanger, zoals foto's, schilderijen, cadeautjes, krantenknipsels, kostuums en platenhoezen. Ook waren er allerlei onderscheidingen te zien, zoals gouden platen, een oorkonde bij een koninklijke onderscheiding en een plaquette met het opschrift "Neêrlandsch jongste tenor" die hij in oktober 1940 op zijn veertiende kreeg van het Asta-theater in Amsterdam. Ook toonde het museum de pijp die Cliff Richard aan Willeke Alberti schonk voor haar vader en een aansteker die Frank Sinatra in het Concertgebouw liet vallen en door Alberti werd opgevangen. Verder waren souvenirs te zien uit zijn Amerikaanse tournee in 1959, toen hij daar met Marina een nummer 6-notering in de hitlijsten had behaald. Veel stukken zijn afkomstig uit zijn nalatenschap die zijn weduwe, Ria Kuiper, ter beschikking stelde. Zij was ook betrokken bij het geven van rondleidingen en de initiatiefneemster van het museum, samen met de zanger en danser Hans van Oort die destijds voorzitter was van de Stichting Vriendenclub Willy Alberti. Verder waren er verwante memorabilia te zien, zoals foto's van de Willy Albertistraat in Hengelo. Ria Alberti-Kuiper overleed in maart 2011. Het museum werd aanvankelijk op 5 maart 1997 geopend in het souterrain van het Hem-Hotel aan de Voorburgstraat in Nieuw-West. Op dit adres kende het museum een kort bestaan en werd het vanwege een tegenvallend bezoekersaantal in april 1998 gesloten. In 2001 werd het heropend in het centrum van Amsterdam, in het Grand Café Peter Batenburg aan het Max Euweplein. Het museum werd tot circa 2011/2014 voortgezet en is inmiddels opgeheven.

Tranen voor het verzet
Tranen voor het verzet

Tranen voor het verzet ofwel Twee tranen is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. De twee tranen van glas op een blauwe plaat is een schepping van Bernard Heesen. Heesen gaf met de tranen het leed veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog weer. Het werk hangt in een van de doorgangen van het Max Euweplein. Dat plein is aangelegd op de terreinen van het voormalige Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Dat gebouw werd tijdens de bezetting door Nazi-Duitsland door de Sicherheitsdienst en Gestapo gebruikt. Onder de tranen is een verklarende tekst te vinden: Dit gebouw, het voormalige Huis van Bewaring, werd tijdens deDuitse bezetting door de SD en Gestapo gebruikt voor politiekegevangenen. Voor velen was dit het eerste station op de weg naarconcentratiekampen, Duitse gevangenissen en plaatsen waar zij,die zich tegen bezetter te weer stelden, ter dood werden gebracht.In 1944 zijn twee overvallen op dit gebouw gepleegd in eenpoging hen te bevrijden. De eerste overval stond onder leiding vanGerrit Jan van der Veen. De tweede werd geleid door Johannes Post. De Tranen voor het verzet werd op 25 februari 1993, toen ook de Februaristaking werd herdacht, door burgemeester Ed van Thijn onthuld in aanwezigheid van de weduwen van Dirk Walda (lid van het comité Februaristaking bij de Ford-fabrieken) en Gerrit Jan van der Veen. De gedenkplaat werd vervolgens geadopteerd door het Amsterdams Lyceum, dat gedurende de bezetting zowel mensen verloor na vergelding na een verzetsactie alsook 92 leerlingen aan de Jodenvervolging. Sommigen van die slachtoffers waren in deze gevangenis opgesloten geweest. Op dezelfde dag kregen straat in Geuzenveld-Slotermeer, die naar verzetsmensen waren vernoemd nieuwe straatborden met meer uitleg over hun acties. In de directe omgeving in die (onder)doorgang staat de Gedenksteen voor het voormalig Huis van Bewaring van Pieter Zaanen, de architect van de gebouwen rondom het Max Euweplein.

Stadhouderskade 29
Stadhouderskade 29

De gebouwen Stadhouderskade 29 en 29a zijn gelegen aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid. In de 19e eeuw stond hier nog ijzergieterij Rinckers, waarvan de gebouwen nogal krakkemikkig waren. Bovendien klaagden de bewoners van dit nieuwe stuk Amsterdam over de stank van het bedrijf die tot in het Vondelpark overlast bezorgde. Stadhouderskade 29 herbergde een Opelgaragebedrijf van M. van Genderingen. Het gebouw stond daar sinds 1903. Architect was Piet Heyn, de aanneemsom lag rond de 25.000 gulden in februari 1902. Het ging Van Genderingen voor de wind, want in 1907 kon hij bij Foeke Kuipers de gebouwen aan Falckstraat 15-29 bestellen. Hijzelf verhuisde zijn bedrijf in 1911 naar Stadhouderskade 93-94. Weer later begon hij aan een project in de Valkenierstraat 5-21. Hij verslikte zich hierin en zijn bedrijf werd kort daarna overgenomen door een Forddealer. Maurice van Gendringen overleed 1 juni 1928. In 1966 ging dit gebouw nr. 29 tegen de vlakte in verband met de nieuwbouw voor het Park Hotel Amsterdam. Vanaf de jaren dertig van de 20e eeuw diende het als garage van het Parkhotel. Stadhouderskade 29a is een woonhuis annex kantoor. In het gebouw was in de jaren dertig een huisarts gevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het pand van de Joodse eigenaars geroofd en kwam in handen van een NSB'er. In de jaren zestig woonde hier de familie Rosenberg, die op nummer 30 haar importbedrijf had voor Côte d'Or.