place

IJboulevard

Straat in Amsterdam-Centrum
2023 IJboulevard, Asd (1)
2023 IJboulevard, Asd (1)

De IJboulevard is een officieuze benaming voor een boulevardachtig gebied in Amsterdam-Centrum. Het is een onderdeel van de De Ruijterkade en wel dat gedeelte dat tussen het Station Amsterdam Centraal en IJ ligt. Het maakt ook onderdeel uit van de IJ-oevers. Amsterdam was al jaren bezig het gebied ten noorden van het Centraal Station een beter aanzien te geven. In de 20e eeuw groeide het gebied uit tot tippelzone, maar renovatie (en aanpassingen) van het station en de omgeving stuurden het een totaal andere richting op. Allereerst werd het snelverkeer dat gebruik maakte van de De Ruijterkade ondergronds gelegd in de Michiel de Ruijtertunnel. Nadat die tunnel na jaren van vertraging in 2015 werd opgeleverd, moest het bovendek opnieuw ingericht worden. Daarbij moest tevens rekening gehouden worden met een te bouwen Fietsenstalling IJboulevard. Het ontwerp van beide infrastructuurdelen werd gegund aan VenhoevenCS in samenwerking met Van Hattum en Blankevoort en DS Landschapsarchitecten. Er werd voor gekozen het gebied een weids uitzicht te geven over het IJ, daar waar het Centraal Station wordt omschreven als een blokkade tussen stad en water. De vloer van de IJboulevard werd natuurstenen betegeling met enkele natuurstenen zitbanken. De lichtgrijze tinten moeten daarbij een samenspel aangaan met water en lucht. Daar er geen andere bebouwing en beplanting toe te staan ontstond een ongeremd uitzicht over de volle lengte en breedte. De ingangen voor de ondergronds fietsenstalling zijn mede daardoor aan beide uiteinden geplaatst. Die ingangen zijn te onderscheiden omdat het materiaal daarvoor een tint donkerder is genomen dan de betegeling. Werkzaamheden vonden plaats tussen 2019 en 2023; de fietsenstalling en boulevard werden opgeleverd in respectievelijk februari en april 2023. De IJboulevard is geografisch de tegenhanger van de IJpromenade aan de overkant van het IJ.

Fragment uit het Wikipedia-artikel IJboulevard (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

IJboulevard
De Ruijterkade, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: IJboulevardLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.379969444444 ° E 4.9013722222222 °
placeToon op kaart

Adres

Amsterdam Centraal IJboulevard

De Ruijterkade
1012 AA Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2023 IJboulevard, Asd (1)
2023 IJboulevard, Asd (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Stationseiland
Stationseiland

Het Stationseiland is het eiland waarop het Amsterdamse Centraal Station met het Stationsplein ligt. Dit eiland is het middelste van drie eilanden die tussen 1870 en 1880 werden aangeplempt in het IJ. Hiervoor werd zand gebruikt uit de duinen ten westen van Velsen dat vrijkwam bij het graven van het Noordzeekanaal en het sluizencomplex bij IJmuiden. In 1869 werd opdracht gegeven voor de aanleg van het Centraal Station op een kunstmatig eiland in het IJ. De aanleg van het stationseiland, stationsgebouw en emplacement heeft twintig jaar geduurd. Vooral de aanleg van de fundering was problematisch; 9000 palen werden geheid om de bouwwerken een stevig fundament te geven. Met de uitvoering van het plan werd de binnenstad afgesloten van het IJ. Op 15 oktober 1889 werd het nieuwe Centraal Station geopend. Het middelste eiland werd het Stationseiland, aan weerszijden daarvan kwamen het Oostelijk Eiland en het Westelijk Eiland te liggen, waarop spoorwegemplacementen kwamen te liggen. Het water tussen het Stationseiland en de Prins Hendrikkade heet Open Havenfront. Op het Stationseiland werd tussen 1880 en 1889 het door Pierre Cuypers ontworpen Centraal Station gebouwd. Aan de zuidzijde hiervan bevindt zich het Stationsplein, aan de noordzijde de De Ruijterkade. Het eiland wordt aan de oostzijde over de Oostelijke Doorgang en aan de westzijde over de Westelijke Doorgang met spoorwegviaducten en met verkeersbruggen verbonden met de aangrenzende eilanden. Met de Prins Hendrikkade wordt het eiland verbonden met drie bruggen: de Kamperbrug, de Middentoegangsbrug en de Westelijke Toegangsbrug. Naast het Centraal Station is nog andere bebouwing op het eiland aanwezig: aan de oostzijde het voormalige pakketpostgebouw, ontworpen door Eduard Cuypers, een neef van Pierre Cuypers, waarin nu diensten van de Nederlandse Spoorwegen zijn ondergebracht, alsmede het informatiecentrum Stationseiland en een fietsenstalling; aan de westzijde bevinden zich het Ibishotel, het hoofdkantoor van Wagons-Lits, een overdekte fietsenstalling en boven het aangrenzende water de 'fietsenflat', een grote stalling in meerdere etages voor fietsen. Aan de zuidoostzijde van het eiland staat het Noord-Zuid-Hollands Koffiehuis. Op het Stationseiland hebben alle tramlijnen die het Centraal Station aandoen een halte. Een bijzonderheid is de vroegere tramlijn 22, die van 1922 tot 1944 een rondje over het eiland reed.

Alliantiewapen Oranje-Nassau en Waldeck-Pyrmont
Alliantiewapen Oranje-Nassau en Waldeck-Pyrmont

Het Alliantiewapen Oranje-Nassau en Waldeck-Pyrmont is een reliëf in Amsterdam-Centrum. Het is een van de vele beeldhouwwerken die de gevels van het Station Amsterdam Centraal sieren. Het werd al aangebracht tijdens de bouw; het stamt uit de periode 1881 tot 1889 toen aan het station gebouwd werd. Dit alliantiewapen in reliëfvorm geeft de echtelijke verbinding weer tussen Willem III der Nederlanden en Emma zu Waldeck und Pyrmont, koning en koningin tijdens de bouw van het spoorstation. Er zijn twee wapenschilden te zien, gepresenteerd door een tweetal leeuwen. Het linker wapenschild van Willen III toont opnieuw een leeuw (symbool van Oranje-Nassau; het rechter van Emma een achtpuntige ster (Waldeck-Pyrmont). In de banderol leest men de wapenspreuk Je maintiendrai. Het geheel wordt omkaderd door twee zuilen die het fronton ondersteunen. In die zuilen zijn een atlant (links, staand voor gezag) en een kariatide (rechts, staand voor zachtmoedigheid) uitgebeiteld. Frans Vermeylen (1857-1922) uit Leuven ontwierp de alliant en kariatide naar een voorbeeld van architect Pierre Cuypers. Vermeylen werkte voor een aantal beelden hier samen met uitvoerend beeldhouwer Martin van Langendonck. Het werk kwam in opdracht van Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, die tevens aan Vermeylen de opdracht gaf voor het ontwerp van een koninklijk wapen. Beide wapens sieren de koninklijke wachtkamer; het alliantiewapen is gepositioneerd boven de voormalige ingang van paarden en koets. Het alliantiewapen wordt sinds jaar en dag beschermd door middel van een vogelnet.

Tulpen palepai
Tulpen palepai

Tulpen palepai (Engels: Tulip palepai, Navigating the river of the world) is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het kunstwerk uit 2017 is een schepping van Jennifer Tee en een van de acht kunstwerken in Amsterdam die geïnitieerd werden door de aanleg van de Amsterdamse Metrolijn 52 (Noord/Zuidlijn). Dat was destijds een voortzetting van het kunstproject dat hoorde bij de aanleg van de Oostlijn; denk daarbij bijvoorbeeld aan de krantenletters bij metrostation Wibautstraat. Per metrostation werd een thema gekozen en dat werd voor “Centraal” verbinding met de wereld. Tee kreeg de opdracht op voorspraak van onder meer Benthem Crouwel Architekten (supervisie bouw metro) en het Stedelijk Museum Amsterdam; de Amsterdamse burgemeester en wethouders deed de rest. In eerste instantie dacht Tee aan een kunstwerk met de rechte lijnen uit het werk van Piet Mondriaan. Tee kwam echter met twee gobelinachtige werken, in basis niet opgebouwd uit stoffen, maar uit ruim 100.000 tulpenblaadjes. Tee liet zich inspireren door het symbool van Nederland, de tulp en de Sumatraanse palenpai. Die doeken, ook wel scheepjesdoeken of grote muurdoeken (ze hingen in huis) genoemd waren een typische uitdrukking van (culturele) rijkdom in Zuid-Sumatra en gingen van generatie op generatie over. Zij greep bij die combinatie terug op haar familiegeschiedenis; haar familie kwam in 1950 van Indonesië naar Nederland. Haar opa van moeders kant had een tulpenbollenbedrijf met export naar de Verenigde Staten. Als laatste inspiratiebron gebruikte ze de allegorische beeldencollectie die het Station Amsterdam Centraal in al haar gevels herbergt. Tee gebruikte rond blaadjes van circa 50 tulpensoorten, alleen al het drogen van de blaadjes nam zes maanden in beslag. Om tot het werk te kunnen komen legde ze bezoeken af aan de Keukenhof, tulpenkwekers, en Hortus Bulborum in Limmen. Daarna onderzocht ze in een zelfgebouwde droogkast welke tulpensoort de beste blaadjes voor het kunstwerk leverde (kleurvastheid, tint, vorm en afmeting). Tee gaf het vorm middels een schip met voor- en achtersteven met mensen, dieren, altaren etc., de centrale mast gaat over in een levensboom, volgens de kunstenaar symbool staand voor de reis van de mens naar andere levensfasen uitmondend in het hiernamaals. Tee verwerkte allerlei objecten zoals kruizen, grachtenpanden in het werk. De Amsterdamse grachtengordel is terug te vinden in de voor- en achterstevens; metrostellen met bijbehorende rails zijn centraal afgebeeld. Het werk was in oorspronkelijke vorm in 2016 te zien in de Rijksakademie van beeldende kunsten aan de Sarphatistraat en in voorjaar 2017 in het Rijksmuseum. In 2018 werden fotografische weergaven van de palenpai geplaatst in de centrale hal van de metrohal onder Amsterdam Centraal Station. Beide afbeelding zijn circa drie bij negen meter. Drie soortgelijke werken maar op kleinere schaal bevinden zich in de kunstcollectie van het Academisch Medisch Centrum.

Brug 133
Brug 133

Brug 133 was de aanduiding van een aantal kunstwerken in Amsterdam. Er zijn minstens drie kunstwerken geweest, die dat nummer droegen. Alle drie zijn inmiddels afgebroken dan wel onder het zand verdwenen. De eerstbekende brug 133 betreft een bruggetje nabij de Willem de Zwijgerlaan. Deze brug overspande De Krommert of een overhaal daarnaar toe. Bij demping van De Krommert werd de brug overbodig. Een tweede brug 133, een duiker was geplaatst langs de ringspoorbaan in Amsterdam-West. Het derde kunstwerk dat het nummer droeg was een voetgangerstunnel. Ze werd aangelegd in verband met toegenomen drukte op de Stationsplein voor het Station Amsterdam Centraal. De rijweg liep westwaart destijds nog voor de ingang langs en de vele voetgangers hielden het verkeer op en omgekeerd. Daarom werd er vanuit de centrale hal in het stationsgebouw een tunnel gegraven onder die weg door, die haar uitgang op het plein had naast het ronde VVV gebouwtje. De tunnel werd aangelegd in 1954/1955. Het ontwerp was in handen van de Dienst der Publieke Werken, vermoedelijke architect was Dick Slebos of Gerrit Feiko Janssonius of een combinatie van die twee. Er werd tegelijkertijd gebouwd aan Duiventil, een wisselwachtershuisje, ontworpen door Slebos. Janssonius was bij de opening op 23 juli 1955 aanwezig. Het bijzondere aan de tunnel was dat de drie toe- en uitgangen een ring met dekplaat boven zich kregen. Voorafgaand aan de plaatsing van op de tunnel was ook de ontvangsthal van het Centraal Station aanmerkelijk gewijzigd; de kaartverkoop tot dan toe in het midden werd naar de zijkanten verbannen. Na vijfentwintig jaar was de verkeerssituatie van het Stationsplein aan aanpassing toe. Door de bouw van het metrostation, waarvoor een toegang moest worden gerealiseerd met het station (dat niet in de hal maar voor het station uitkwam) moest de rijweg voor het station verdwijnen waardoor de tunnel overbodig werd en afgesloten en daarna in 1980/81 gesloopt.

Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis
Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis

Het Noord-Hollands Koffiehuis werd in 1911 aan het Amsterdamse Stationsplein tegenover het Centraal Station gebouwd, naar een ontwerp van architect J.H.W. Leliman. Het ontwerp was geïnspireerd op de Noordhollandse stolpboerderij en het vroegere 'Paalhuis' uit 1562 op de hoek van het Damrak en de Nieuwe Brug. Op 29 april 1912 werd het geopend door de toenmalige burgemeester van Amsterdam. Vanaf het koffiehuis voer een bootje naar het tramstation aan de overkant van het IJ, om aan te sluiten op de Waterlandse tram. Het koffiehuis en niet het tramstation in Noord gold als beginpunt van de rit naar Purmerend of Volendam. Sinds de overname van de lijnen door de NZHVM hanteerde zij de officiële benaming Trambootstation. In 1932 werd het gebouw aam de oostzijde uitgebreid. Vanaf 1 december 1932 werd de exploitatie van (Tweede) Noord-Hollandsche Tramweg-Maatschappij (TNHT) overgenomen door de NZH – sindsdien wordt het gebouw Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis genoemd. In de volksmond werd het vaak Het Koffiehuis genoemd. Na de opheffing van de tram naar Volendam in 1956 vertrokken de bussen van de NACO vanaf de Valkenweg in Amsterdam-Noord. Na de opening van de IJtunnel in 1968 kregen de bussen hun vertrekhalte op het Stationsplein ter hoogte van het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis. Het in late art-nouveaustijl gebouwde koffiehuis moest in 1972 wijken voor de metrobouw. Het werd geheel gedemonteerd. De genummerde onderdelen van het gebouw werden opgeslagen in pakhuis Insulinde. In 1980 werd het weer opgebouwd, met gebruikmaking van oude onderdelen, zij het op een iets andere locatie. Het gebouw werd gedeeltelijk bovenop het caisson van het ondergrondse metrostation gezet. Voorts werd in dezelfde stijl een aanbouw gerealiseerd met een torentje om het informatie- en kaartverkoopkantoor van vervoerbedrijf GVB in onder te brengen. Daarnaast zetelt in het gebouw ook het VVV-kantoor, en heeft rederij Lovers hier een aanlegplaats voor de rondvaartboten. In 2003 kwam er nog een uitbreiding, inclusief een extra torentje. In 2007 kwam er aan de oostzijde in dezelfde stijl nog een uitbreiding met een losstaand informatiepunt voor toeristen. Gedurende bijna een eeuw, van 1919 tot 2014, was Smits Koffiehuis in het gebouw gehuisvest. Sinds 2016 is er in het voormalig koffiehuis een vestiging van Loetje, Loetje Centraal.

Cuyperspassage
Cuyperspassage

De Cuyperspassage is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. De tunnel annex spoorbrug ligt aan de westzijde van het Station Amsterdam Centraal en voert van het Stationsplein naar de De Ruijterkade. Door de tunnel is er rechtstreeks voet/fietsverkeer tussen de Martelaarsgracht – Westelijke Toegangsbrug - Stationseiland – De Ruijterkade – IJveerverbindingen mogelijk. Daarvoor moesten fietsers gebruikmaken van de kades langs de Wester- en Oostertoegang. Dit zou ook gaan gelden voor de voetgangers. Er waren weliswaar al voettunnels onder de sporen, maar deze kregen toegangspoorten te bedienen met de OV-chipkaart. De honderdtien meter lange, tien meter brede en drie meter hoge tunnel is voorbehouden aan voetgangers en fietsers (snorfietsen en scooters niet toegestaan). De twee verkeersstromen zijn gescheiden door een niveauverschil in het loop-/rijdek. Bovendien is een lichtstrook van led aangebracht in de opstap/stoeprand tussen beide niveaus. De voetgangers en fietsers zijn niet alleen fysiek gescheiden. Beide delen hebben een ander uiterlijk. Het voetpad is (ver)licht uitgevoerd waarbij de gehele wand inclusief tunneldak is uitgevoerd in het tegeltableau Zeegezicht aan het IJ van Irma Boom. Dezelfde tegels, maar dan zonder versieringen, vormen de bodem. Het fietsgedeelte is donker uitgevoerd met alleen lampen in het plafond, een metaalrooster als wand en een asfalt fietspad. Die roosters moeten wildplakken en graffiti voorkomen, maar zorgen tevens voor een absorptie van geluid. De tunnelmonden zijn van roestvast staal en hebben de vorm van manchetten die in een vloeiend vlak zowel grond, wanden en dak bevatten. Voor de bouw van de tunnel was het noodzakelijk enige sporen van het bovenliggende station buiten werking te houden (zogenaamde Trein Vrije Perioden, TVP). De tunnel werd op 21 november 2015 geopend, maar was al enige tijd klaar. Echter omdat het autoverkeer nog over De Ruijterkade raasde had de tunnel geen veilige noordelijke uitgang. Toen het autoverkeer onder de grond werd geleid in de Michiel de Ruijtertunnel was er een veilige passage en kon de tunnel geopend worden. Er werden per dag 15.000 fietsers verwacht en 10.000 voetgangers. De tunnel is vernoemd naar Pierre Cuypers, architect van het Centraal Station. Amsterdam kent nog een officieuze Cuyperspassage; het is de onderdoorgang in het Rijksmuseum, waarvan Cuypers ook de architect is.