place

Oost-Indisch Huis (Amsterdam)

Bouwwerk van Hendrick de KeyserOost-Indisch HuisRenaissancebouwwerk in NederlandRijksmonument in Amsterdam-CentrumUniversiteit van Amsterdam
Oih1
Oih1

Het Oost-Indisch Huis is een gebouw in het centrum van Amsterdam aan de Oude Hoogstraat 24, dat als bestuurs- en administratiekantoor diende voor de Amsterdamse kamer van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Naast de vergaderingen van de 20 bewindhebbers van de Amsterdamse kamer, vonden hier ook meestal de vergaderingen plaats van de Heren XVII, de 17 leden tellende centrale directie van de VOC. Het Oost-Indisch Huis was het eerste gebouw dat speciaal voor de VOC gebouwd werd. Naast het vergaderen werden hier ook scheepsbemanningen geronseld en de archieven en kaarten van de VOC bewaard. Een poort met Toscaanse halfzuilen aan de Oude Hoogstraat leidt via een tunneltje naar een binnenplaats met sierlijke gevels. De gevels op de binnenplaats zijn in Amsterdamse renaissance-stijl, typerend voor de stadsarchitect Hendrick de Keyser, die het gebouw (waarschijnlijk) heeft ontworpen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Oost-Indisch Huis (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Oost-Indisch Huis (Amsterdam)
Oude Hoogstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Oost-Indisch Huis (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.370833333333 ° E 4.8980555555556 °
placeToon op kaart

Adres

Oude Hoogstraat 24
1012 CE Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Oih1
Oih1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Bushuis
Bushuis

Het Bushuis was het geschutsmagazijn van de stad Amsterdam. Het is gebouwd omstreeks 1550 en afgebroken in 1890 of 1891 om plaats te maken voor het huidige neogotische gebouw. Het pakhuis had een korte gevel aan de Oude Hoogstraat en een lange zijde aan de Kloveniersburgwal. Het was het eigendom van de stad. In 1603 huurde de pas opgerichte VOC een deel van het pand voor de opslag van haar goederen. Twee jaar later kreeg ze beschikking over het geheel, en vertrok de schutterij naar de Singel. Aan de zuidzijde werden al gauw bijgebouwen rond een binnenhof neergezet. In 1604 was begonnen met de bouw van het Oost-Indisch Huis, dat in 1606 in gebruik werd genomen. Deze bebouwing is toegeschreven aan de stadsarchitect Hendrick de Keyser: zijn hand is te zien in de zandstenen banden en blokken, de ornamenten onder de ontlastingsbogen en de afsluitende balustrade op de topgevel, alles in de stijl van de Hollandse Renaissance. De Heeren XVII, het centrale college van bestuur van de zes kamers van de Compagnie, hielden hier hun halfjaarlijkse vergaderingen. De twintig bewindvoerders van de kamer Amsterdam zetelden hier permanent. De Heeren XVII kwamen bij toerbeurt zes jaren bijeen in het Oost-Indisch Huis, en vervolgens twee jaren in Middelburg. Tot de ontbinding van de VOC in 1798 was zij hier gevestigd. Daarna, tot 1808, was het de zetel van het koloniaal bestuur. Tegenwoordig is het complex Bushuis / Oost Indisch Huis een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam, het dient nu voornamelijk als huisvesting voor de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Het Stads-Bushuis uit 1606 aan het Singel werd het nieuwe arsenaal, met twee grote deuren voor de kanonnen. De fraai gerestaureerde gevel is nu nummer 423.

Bushuissluis
Bushuissluis

De Bushuissluis (brug 224) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Sluis staat hier voor stenen brug; er heeft hier geen sluis gelegen. Ze overspant de Kloveniersburgwal en verbindt zo de Oude Hoogstraat met de Nieuwe Hoogstraat. Het is de noordelijkst gelegen brug over de Kloveniersburgwal voordat ze (richting noorden) onder de Nieuwmarkt duikt en daarna verder gaat als Geldersekade. De brug wordt (behalve aan de zuidwestkant) omringd door gemeentelijke en rijksmonumenten, waar van het Trippenhuis het bekendst is. Er ligt hier al eeuwen een brug. Pieter Bast tekende in zijn kaart van 1599 hier al een ophaalbrug in. De kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 laat een juistere positie van de brug zien ten opzichte van de Zuiderkerk en haar begraafplaats. De brug voert dan over de Oude Cingel en ligt tussen de Oude en Nieuwe Hoogh-straet. Die ophaalbrug moet al snel daarna vervangen zijn, kunstschilder Jan van Kessel documenteerde rond 1672 een welfbrug met vijf bogen, waarvan de vier aan de zijkant al dienden tot opslag. Hij legde de brug vast toen hij een schilderij maakte van de naamgever van de brug: het Bushuis, een wapenopslagplaats van de gemeentelijke schutterij. Die welfbrug werd rond 1802 vervangen door een brug met maar een doorvaart, getuige een bouwtekening in het bezit van Beeldbank Amsterdam. Die hoge brug werd rond 1890 weer onderwerp van gesprek, men wilde een lagere brug of indien mogelijk demping van de burgwal tussen Nieuwmarkt en de Hoogstraten. Enkele raadsleden drongen aan op een spoedige verlaging en verbreding toen eenmaal de demping van tafel was. Anderen meldden dat snelheid hier niet aan de orde was, want bouwwerkzaamheden hier waren niet mogelijk in verband met de grondige verbouwing van het Bushuis/Oost-Indische Huis. Pas in mei 1892 volgde de aanbesteding voor de benodigde materialen voor deze en drie andere bruggen en het verlagen en verbreden van brug 224. De werkzaamheden werden begeleid door de stadsingenieur. Er moesten sloopwerken aan te pas komen, die het verkeer hier danig verstoorden; voetgangers konden gebruik maken van een noodbrug. Er kwam toen een standaardmodel van een ijzeren liggerbrug. Die brug hield het net geen eeuw uit. Bij een grootscheepse aanpak van de Oude en Nieuwe Hoogstraat in de periode 1983-1985 werd ook de brug wederom vernieuwd. Het was destijds de vraag of de brug daarbij weer haar oude welfvorm kreeg of dat men koos voor het ontwerp uit 1892. Men besloot deze brug in de vorm van de brug van 1892 te laten, maar zij kreeg daarbij wel de moderne bouwmiddelen mee.

Oost-Indische Huisbrug
Oost-Indische Huisbrug

De Oost-Indische Huisbrug (brug 223) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug overspant de Kloveniersburgwal en vormt zo de verbinding tussen het Rusland en de zuidelijke kade van de Raamgracht. De brug is sinds 10 oktober 1995 een gemeentelijk monument. De brug is vernoemd naar het Oost-Indische Huis gelegen op de hoek Kloveniersburgwal en Oude Hoogstraat, waardoor het gedeelte van de kade tussen Oude Hoogstraat en Rusland Oost-Indische Kaai werd genoemd. Er ligt hier al eeuwen een brug. Op zijn stadsplattegrond uit 1625 tekende Balthasar Florisz. van Berckenrode hier al een ophaalbrug met de hamei aan de stadskant; de Kloverniersburgwal heette toen nog Oude Cingel, Rusland 't Rus-landt en de Raamgracht Verwers Graft. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1904. Toen besteedde de gemeente Amsterdam aan “Het vernieuwen van de vaste brug no. 223 over den Kloverniersburgwal vóór het Rusland, met bijbehorende werken". Er moest destijds gewerkt worden onder het regime van de ingenieur, hoofd der afdeling Onderhoud van de Dienst der Publieke Werken. Het werd een brug met ijzeren/stalen liggers die in een lichte welving over een vijftal jukken liggen. Daarboven liggen de planken dwars met daarop weer balustrades. In maart 1940 was de brug even buitendienst, er moesten kabels vernieuwd worden. De brug is in 1970 geheel vernieuwd, inclusief het landhoofd van brug 225 onder leiding van de Dienst der Publieke Werken. Er kwam een brug met stalen balken en beton en houten pijlers. De houten dwarsliggers zijn ook in 2020 nog aanwezig. De brug is sinds 1995 een gemeentelijk monument.