place

Van de Veldestraat

Straat in Amsterdam-Zuid
Van de Veldestraat 10 (1)
Van de Veldestraat 10 (1)

De Van de Veldestraat is een relatief korte straat in het Museumkwartier Amsterdam-Zuid. De straat werd op 10 juni 1880 per raadsbesluit vernoemd naar de broers en schilders Adriaen van de Velde (bekend van landschappen) en Willem van de Velde de Jonge (zeegezichten). De gehele straat is voetgangersgebied.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Van de Veldestraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Van de Veldestraat
Jan Luijkenstraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Van de VeldestraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359352777778 ° E 4.8797555555556 °
placeToon op kaart

Adres

Jan Luijkenstraat 37-H
1071 CL Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Van de Veldestraat 10 (1)
Van de Veldestraat 10 (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Crystal houses
Crystal houses

De Crystal houses (Kristalhuizen) zijn een aantal vernieuwde winkelpanden in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam-Zuid. Aan het eind van de 19e eeuw verrezen hier panden in voornamelijk de eclectische bouwstijl, die in al haar versies toch min of meer één geheel vormden. De huisnummers 94 en 96 waren twee vrijwel identieke woon-/winkelhuizen met een witte bepleistering, gebouwd in circa 1890, architect H. Pleiter. De nieuwe eigenaar van de gebouwen begin 21e eeuw zag mogelijkheden tot verruiming van het gebruik van de panden. Hij wilde de gebouwen een moderner aanzien geven. Vanaf 2008 werden ontwerpen gemaakt waarbij in eerste instantie de gebouwen een voorgevel zouden krijgen van glasstenen. Bovendien zouden de gebouwen flink hoger worden. Daarop kwam bezwaar van de welstandscommissie, die het ontwerp wat al te “wild” vond voor deze buurt. Daarop werd het ontwerp aangepast. De voorgevel zou van op de eerste woonetage een overgang laten zien van glassteen naar baksteen. Daaronder is dus een geheel glasstenen gevel ontstaan. Daarboven werd een 19e-eeuwse bakstenen etage geprojecteerd met houten vensters en idem dakplint. Het pand werd afgebouwd met een dak met pannen. De glazen stenen geven het pand een enigszins groen uiterlijk. Het gebouw werd tijdens dit traject gedurende 2014 en 2015 geheel afgebroken, er werd een kelder gestort en een stalen constructie neergezet. Bij oplevering was er nog maar sprake van één huisnummer, zonder toegang naar de bovenwoningen. Het gebouw werd wel wat hoger, maar past nog in het straatbeeld. Een jaar na de oplevering begon de voorgevel barsten te vertonen en men vreesde het ergste. Na studie bleek het te gaan om barsten in de polymeerlijm. Het glas bleek bij wisseling koud/warm meer uit te zetten en te krimpen dan was voorzien. De op scheuren lijkende gevolgen werden beschouwd als onderdeel van de nieuwe experimentele architectuur. De stenen kwamen uit Venetië. Het modehuis Chanel vestigde zich in april 2016 tijdelijk in het gebouw, de firmanaam is in de glasgevel verwerkt. In 2018 vertrok Chanel naar een ander gebouw in de P.C. Hooftstraat en moest de voorgevel aangepast worden. In april 2019 opende Hermès na een uitvoerige verbouwing van meer dan een jaar een nieuw filiaal in het pand. In 2016 kreeg het de Glas Award toebedeeld, samen met Museum Voorlinden.

Willem Sandbergplein
Willem Sandbergplein

Willem Sandbergplein is een plein in Amsterdam-Zuid. Het voetgangersgebied werd op 13 maart 1996 vernoemd naar Willem Sandberg. Hij was tussen 1945 en 1963 directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam. Het Willem Sandbergplein is gelegen tussen de Paulus Potterstraat en het Museumplein, tussen het eerder genoemde Stedelijke Museum en het Van Gogh Museum. Het plein ligt daarbij op het profiel van een voormalig deel van de Van de Veldestraat, die aan de overkant van de Paulus Potterstraat ligt. De Van de Veldestraat liep in de tijden dat er nog een ijsclub op het Museumplein gevestigd was door tot aan dat plein. Er waren nog plannen om een aansluiting te realiseren met de Ternierstraat. Dat plan uit 1889, opgemaakt door architecten Karel Muller en Jonas Ingenohl, vond geen doorgang. Volgens de definitie die de gemeente Amsterdam hanteert begint het plein aan de rooilijn tussen beide musea en loopt ongeveer veertig meter richting het Museumplein. Volgens die gegevens haalt ze qua lengte niet eens de eindgevels van beide gebouwen. Volgens de definitie van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen begint ze aan de stoeprand van de Paulus Potterstraat en eindigt ze op het Museumplein. Het plein kent met die twee gebouwen toch slechts één huisnummer. Dat huisnummer 1 is gekoppeld aan een zijingang van het Van Goghmuseum, dat afhankelijk van welke gegevens men hanteert, al niet meer tot het gebied behoort. Voor de verwerking van dat adres kreeg de straat een postcode: 1071DB. Om tot die zijingang te kunnen dienen zijn er in het trottoir verankerde dranghekken geplaatst en zijn er borden voor eventuele mededelingen richting de museumbezoekers. Deze werden in december 2018 verwijderd.

Vossiusstraat 21-32
Vossiusstraat 21-32

Vossiusstraat 21-32 te Amsterdam is een bouwblok gelegen aan de Vossiustraat te Amsterdam-Zuid. De Vossiusstraat, per raadsbesluit van 19 november 1879 vernoemd naar Gerardus Vossius, was in eerste instantie maar een kort straatje. Ze werd aangelegd in een strook ten zuiden van het latere Vondelpark. Ze liep vanaf de Stadhouderskade eigenlijk maar tot huisnummer 21. Ze werd vergezeld door het noordelijker gelegen Schapenburgerpad dat veel verder doorliep. In het begin van de 20e eeuw was enige grond alhier in handen van de "Algemene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente". Nadat die verzekeringsmaatschappij tot overeenstemming was gekomen met de gemeente Amsterdam over het doortrekken van de straat en overdracht van het beheer, kon er vanaf het Schapenburgerpad gebouwd worden aan twaalf herenhuizen langs de Vossiustraat. Overigens moest de Maatschappij het doortrekken van de straat zelf bekostigen. Het ontwerp van dit blok is weliswaar van één hand, maar de architect is vooralsnog onbekend. Men vermoedt enerzijds de heer J. Draijer, die echter voornamelijk als makelaar bekend stond. Rond 1900 was er nauwelijks scheiding tussen beroepen pandeigenaar, makelaar en architect. Een andere naam die wel genoemd wordt in Schermhaven, maar deze naam komt binnen de gemeente Amsterdam niet voor. Het blok van twaalf herenhuizen in traditionele opzet bevat bij de portieken enig beeldhouwwerk in de vorm van eekhoorns, bloemen of het “beeldmerk” van de maatschappij. Overigens is de verlenging van die Vossiusstraat niet alleen aan de bebouwing te zien (de huizen zijn dieper ten opzicht van de nummers 20 en lager), de straat gaat ter hoogte van huisnummers 20 en 21 naar een hoger straatpeil. Op 26 juni 2012 werd het bouwblok tot gemeentelijk monument verklaard.

The brick pixelation
The brick pixelation

The brick pixelation bestaat uit twee vernieuwde winkelpanden in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam. Aan het eind van de 19e eeuw, hier ongeveer 1875, verrezen aan deze straat gebouwen in voornamelijk de eclectische bouwstijl, die in al haar versies toch min of meer een geheel vormden. De vier huizen op P.C. Hoofstraat 136-142 bestonden daarbij uit vier gelijke panden van vermoedelijk architect of opdrachtgever H.C. Scholten. Gebouwen werden grotendeels opgetrokken uit baksteen met de verdeling souterrain, drie woonlagen en een zolder. De P.C. Hooftstraat werd in de 20e eeuw steeds meer een winkelstraat voor het duurdere/luxere segment en woonhuizen werden daarbij omgebouwd. Het souterrain werd daarbij samengetrokken met de beletage, zodat een begane grond van circa vijf meter hoogte ontstond waar winkels met etalages in ondergebracht konden worden. Daarbij werd de wens steeds duidelijker om een “opener beeld” te creëren, dat wil zeggen meer glas. Een van de eerste gebouwen in die categorie werd de Crystal houses van MVRDV (2018). Dit werd op de voet gevolgd door The looking glass van UNStudio waarbij glasstroken over de volledige hoogte van de voorgevel kwamen te liggen, waardoor de nadruk ook bleef liggen bij de baksteenelementen. Het jaar daarop begon de transformatie van P.C. Hoofstraat 140-142. Opnieuw kwam een ontwerp van UNStudio tot uitvoer, die een balans zocht tussen de oude en nieuwe bouw. Allereerst werden de gebouwen samengetrokken, daarna werd een nieuwe gevel opgetrokken. De begane grond kreeg daarbij rondom de glaspartijen “stenen” van roestvast staal met daarop verlijmd glas. De daadwerkelijke glaspartijen voor etalages en toegangsdeur werden verdiept aangelegd in stalen kaders; de ruiten zijn daarbij hellend geplaatst. De entree tot de bovenwoningen, de deurklink en de deurbel zijn geheel geïntegreerd in deze materiaalsoort maar dan met ondoorzichtig glas. De overgang naar de woonetages bestaat uit een horizontale lijst met daaronder de oude baksteenmotieven. De voorgevel van de twee woonetages zijn uitgevoerd in donkergrijs baksteen waarbij verspreid over de eerste verdieping de pixelstenen terugkeren om de overgang naar de tweede verdieping aan te geven (geheel grijs baksteen). (Het model van) De daklijst stamt vervolgens weer uit de 19e eeuw en gaat over naar de zolderetage met twee dakkapelletjes, uitgevoerd in het originele ontwerp. Het gebouw werd in het voorjaar van 2020 opgeleverd; Louis Vuitton trok er vrijwel direct in. In december 2020 werd de gevel beschadigd bij een ramkraak.

Sight point (for Leo Castelli)
Sight point (for Leo Castelli)

Sight point (for Leo Castelli) is een kunstwerk in Amsterdam-Zuid. Het kunstwerk is een creatie van de Amerikaanse kunstenaar Richard Serra (1938-2024). Het beeld vloeide voort uit een prijsvraag rond 1972 uitgeschreven door de Wesleyan University in Middletown (Connecticut). Ondanks dat hij de prijsvraag won, wilde de universiteit niet tot plaatsing overgaan vanwege de grootte van het object. Even later ontmoette de kunstenaar Edy de Wilde, directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam. Hij zag wel mogelijkheden om het gigantisch werk te plaatsen in “zijn” museumtuin. Het werd er in 1975 geplaatst. Het was Serra’s eerste werk binnen een categorie grote beelden. Richard Serra maakte een plastiek van drie weervaste staalplaten. Weervast staal is daarbij een legering van koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom. Deze legering heeft de eigenschap onder corrosie roodbruin te kleuren, hetgeen ook direct na plaatsing een aanvang nam, maar meer dan een jaar in beslag nam. De platen zijn elk 11,7 bij 3 meter elk en elk wegend 17.000 kilo. De platen staan scheef ten opzichte van elkaar maar raken elkaar aan de bovenzijde als in een driehoek. Samen met het contact met de grond houden de platen zich zodoende in evenwicht. Dit werd een handelsmerk van de kunstenaar, die zich lage tijd door een ingenieur liet begeleiden voor dit soort kunstwerken. Door rond of onder de platen te lopen verandert mede vanwege de grootte de indruk die de kijker krijgt van het beeld, er verschuift iets in het perspectief van het beeld. De museumtuin aan het Museumplein ging als gevolg van de herinrichting van dat plein aan het eind van de jaren negentig op de schop, waarmee ook dit beeld verdween. Die herinrichting werd gevolgd door de sloop van een deel van het Stedelijk Museum en de wederopbouw daarvan (bekend als De Badkuip) onder leiding van architect Mels Crouwel. Er was overeenstemming tussen de directeur (Gijs van Tuyl), de architect en de kunstenaar om het beeld vervolgens te plaatsen op een nieuw ontstaan plein aan de zuidoostelijke kant van het museum. In de nazomer van 2013 werd het beeld door middel van kranen teruggeplaatst, onder directeur Ann Goldstein.