place

Brug 1898

Brug in Amsterdam Nieuw-West
2020 Brug 1898, zijaanzicht
2020 Brug 1898, zijaanzicht

Brug 1898 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West De voet- en fietsbrug is gelegen in het Anton Schleperpad (vernoemd naar oprichter van vereniging De Oeverlanden blijven), dat het park De Oeverlanden als doorgaande wandel- en fietsroute van oost naar west doorkruist. Ze overspant een afwateringstocht dat het park afscheidt van de asfaltstrook van de Oude Haagseweg. De houten brug dateert uit circa 1999.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 1898 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 1898
Anton Schleperspad, Amsterdam Nieuw-West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 1898Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.333811111111 ° E 4.811675 °
placeToon op kaart

Adres

Anton Schleperspad

Anton Schleperspad
1066 BW Amsterdam, Nieuw-West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2020 Brug 1898, zijaanzicht
2020 Brug 1898, zijaanzicht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 1863
Brug 1863

Brug 1863 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West. De bruggen die gemeente Amsterdam administreert in de 1800-serie werden op een enkele na gebouwd in het eind van de 20e eeuw, toen Amsterdam polders aan de zuidwestkant richting Sloten ging volbouwen. Een van de uitzonderingen daarin is brug 1863. Deze duikerbrug dateert uit de periode 1933-1938 toen Rijkswaterstaat bezig was met de ontwikkeling van de eerste versie van Rijksweg 4 tussen Amsterdam en Sassenheim. Voor die aanleg was een aantal kunstwerken nodig zoals ook de Oude Haagsebrug (Brug 1864) over de Ringvaart Haarlemmermeerpolder. In het gebied van de Riekerpolder waar deze weg buiten de Haarlemmermeerpolder doorheen liep, liepen tot dan toe allerlei slootjes waarover krakkemikkige bruggetjes lagen; het was land- en tuinbouwgebied. Veel van de slootjes werden gedempt, maar een afwateringstocht van noord naar zuid bleef (enigszins verlegd) behouden en daarover moest een brug komen; een duikerbrug was voldoende want commerciële scheepvaart is er niet. Die brug was vanaf de bouw in beheer bij Rijkswaterstaat. Echter toen Amsterdam de nieuwe wijken ging bouwen, was de Rijksweg 4 (ook wel Haagseweg) bij de vernieuwing vanaf 1966 naar het noorden opgeschoven. Amsterdam benoemde de restanten van het oude traject in Oude Haagseweg (1975). Die weg werd steeds stiller tot zij degradeerde tot een soort Amsterdamse binnenweg. Het beheer van weg en brug ging over naar de gemeente Amsterdam en zo kreeg ze als oude brug een relatief hoog brugnummer. Dat ze ooit heeft gediend als onderdeel van een tweebaansweg is terug te vinden in de brede opzet. Bij de herinrichting van de Oude Haagseweg werd besloten de tweebaansweg te vervangen door een eenbaansweg met een middenbermpje met aan beide zijden voet- en fietspaden; er bleef nog een strook over, die "groen" gehouden kon worden.

Militaire Drinkwatervoorziening Nieuwe Meer
Militaire Drinkwatervoorziening Nieuwe Meer

De Militaire Drinkwatervoorziening was een nooddrinkwatervoorziening bij het fort aan de Nieuwe Meer om bij een belegering van de Stelling van Amsterdam, inwoners en militairen van drinkwater te kunnen voorzien. Bij de opzet van de Stelling van Amsterdam was het noodzakelijk om binnen de stelling voldoende drinkwater te hebben en niet afhankelijk te zijn van de waterwinning in de duinen bij Zandvoort. Het oppervlaktewater van de boezems van Amstelland en Rijnland en van de Utrechtse Vecht was te vies en voldeed ook na zuivering niet aan de eisen. Bij het Fort aan de Nieuwe Meer, net buiten de Haarlemmermeer in de Riekerpolder in de gemeente Sloten (in 1921 bij Amsterdam gevoegd), werden proeven gedaan met het oppompen van water. De eerste waterputten werden in 1899 geboord en hadden een capaciteit van 3500 m3. De kwaliteit was goed en er was voldoende water aanwezig om circa een miljoen mensen van drinkwater te voorzien. Voor dat doel werd tussen 1901 en 1905 een aparte installatie opgericht bestaande uit ruim 100 grondwaterputten, een zuiveringsinstallatie waaronder een ontijzeringsinrichting, en drinkwaterbassins. In 1907 en 1908 werd de capaciteit verdubbeld en de installatie kon toen per etmaal 15.000 m3 water leveren. De drinkwatervoorziening heeft nooit de taak van het normale waterbedrijf overgenomen. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland (1940-'45) in de Tweede Wereldoorlog heeft het Duitse leger de verwaarloosde installaties nog eens gebruiksklaar gemaakt als noodvoorziening.