place

Entrepotdok

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumGracht in AmsterdamStraat in Amsterdam-Centrum
Entrepotdok
Entrepotdok

Het Entrepotdok is een gracht met een complex pakhuizen met dezelfde naam in Amsterdam, tussen het Kadijksplein en de Sarphatistraat, evenwijdig aan de Hoogte en Laagte Kadijk en de Plantagekade en dierentuin Artis. Het is het grootste bewoonde pakhuizencomplex van Amsterdam. Halverwege wordt het Entrepotdok doorsneden door de Entrepotdoksluis. Iets verder naar het oosten ligt de "Geschutswerf". De Nijlpaardenbrug (brug nr. 1907; ophaalbrug voor fiets- en voetverkeer uit 1987) verbindt het Entrepotdok in zuidelijke richting met de Plantage Kerklaan en de Plantage Doklaan. Vanuit het westen is het voor fietsers en voetgangers toegankelijk via de poort in het voormalige hoofdgebouw op het Kadijkseiland.Vanuit noordelijke richting vanaf de Wittenburgergracht bereikbaar met de Pelikaanbrug. In 2018/2019 werd op een dukdalf in het water het beeldje Het duikstertje van Street Art Frankey gezet.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Entrepotdok (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Entrepotdok
Entrepotdok, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: EntrepotdokLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.368055555556 ° E 4.9155555555556 °
placeToon op kaart

Adres

Entrepotdok 55
1018 AD Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Entrepotdok
Entrepotdok
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Nijlpaardenbrug
Nijlpaardenbrug

De Nijlpaardenbrug (brug 1907) is een ophaalbrug voor voetgangers en fietsers uit 1987 in Amsterdam-Centrum. De brug ligt over het Entrepotdok en werd aangelegd in de periode dat de pakhuizen van het dok werden omgebouwd tot woningen. Er kwam toen ook een wandel- en fietsroute tussen de Plantage en Oostelijke Eilanden. De bruggen in deze omgeving hebben dierennamen, zo is er de Ezelsbrug, de Witte Katbrug, de Pelikaanbrug en de Zebrabrug. Ontwerper van de Nijlpaardenbrug is Dirk Sterenberg, die na een periode bij de Dienst der Publieke Werken als zelfstandig (brug-)architect was gaan werken. Er werd bezuinigd, daarom moest Sterenberg een bovenbouw van elders hergebruiken. (Duivendrechtsevaart en Haarlemmertrekvaart). De naamgeving is bijzonder. Een bewoner uit de omgeving wist te vertellen dat hier ooit nijlpaarden hadden gelopen van een schip bij het Entrepotdok naar Artis aan de Plantage Kerklaan. Hij opperde de naam en wilde die aanschouwelijk maken door nabij de brug een nijlpaardengroep van graniet te plaatsen. De naam is er gekomen, de beeldengroep niet. Voor de naamborden van de dierenbruggen ontwierp graficus Piet Schreuders het lettertype. Voor voetgangers en fietsers is de brug vrij steil vanaf de kade van het Entrepotdok. Sterenberg diende rekening te houden met de waterbus waarmee in die jaren korte tijd geëxperimenteerd is; de doorvaarthoogte werd gesteld op 2,89 meter. Die hoogte bleek later onnodig; de waterbus werd lager uitgevoerd dan voorzien. De brug is geschilderd in de kleuren geel, rood, blauw en zwart; het ondersteunde beton is lichtgrijs. De brug aan het andere eind van de Plantage Kerklaan, de Lau Mazirelbrug, is eveneens versierd met beelden van nijlpaarden uitgevoerd door Adrianus Remiëns. In IJburg werd in de 21e eeuw de Nijlpaardenschutsluis gebouwd; deze kreeg wel het beeld van een nijlpaard als blikvanger.

Gebouw Plancius
Gebouw Plancius

Gebouw Plancius is een voormalige joodse repetitieruimte en sociëteit aan de Plantage Kerklaan 61 te Amsterdam, tegenover Artis. In het rijksmonument uit 1876 is sinds 1999 het Verzetsmuseum Amsterdam gevestigd. De naam verwijst naar de Amsterdamse dominee en geograaf Petrus Plancius (1550-1622). Het werd tussen 1874 en 1876 gebouwd op initiatief van de joodse mannenzangvereniging Oefening Baart Kunst, naar een ontwerp van Nicolaas Vos. Voor de bouw moest een huis worden afgebroken dat Plancius heette, waarna werd besloten het nieuwe gebouw eveneens Plancius te noemen. Gebouw Plancius ging op 24 mei 1876 open en was tot 1894 in gebruik bij Oefening Baart Kunst. In 1881 werd er een wintertuin bij gebouwd, en in 1883 volgde een verbouwing door architect Dolf van Gendt. Na het vertrek van de zangvereniging was Plancius nog in gebruik als zalencentrum. Vanaf 1900 werd het gebouw minder rendabel en in 1913 werd het verkocht aan de Taxi-Auto-Maatschappij (TAM) die er een taxicentrale begon. Door architect Harry Elte werd achter het pand een garage met overkapping gebouwd. In 1919 werd de TAM overgenomen door de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij (ARM), die het taxibedrijf voortzette. Toen tijdens de Tweede Wereldoorlog weer paardentractie werd gebruikt was Plancius een tijdje een paardenstal. In 1944-1945 werden er Duitse voertuigen neergezet. De ARM verhuurde vanaf 1955 een deel van het gebouw aan een lingeriefabriek. In 1970 vertrokken beide bedrijven uit het gebouw dat vervolgens werd gebruikt door de Ongevallendienst van de Amsterdamse verkeerspolitie. In 1998 verhuisde het Verzetsmuseum naar gebouw Plancius. Het museum ging op 1 mei 1999 open. In 2001 werd gebouw Plancius aangewezen als rijksmonument.