place

Lastage (restaurant)

Restaurant in AmsterdamRestaurant met Michelinster

Lastage is een restaurant dat gevestigd is in de Amsterdamse Lastagebuurt aan de Geldersekade. Het restaurant is geopend in juli 2010 en al in november 2011 kreeg het restaurant zijn eerste Michelinster. Chef-kok is Rogier van Dam, die eerder een Michelinster kreeg toen hij kookte in het Monninckendamse restaurant De Posthoorn. De keuken van Lastage is een combinatie van Franse en Hollandse gerechten. In 2023 verloor het restaurant de Michelinster.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Lastage (restaurant) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Lastage (restaurant)
Geldersekade, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Telefoonnummer Website Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Lastage (restaurant)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.375452777778 ° E 4.9023666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Restaurant Lastage

Geldersekade 29
1011 EJ Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Telefoonnummer

call+31207370811

Website
restaurantlastage.nl

linkWebsite bezoeken

linkWikiData (Q3125913)
linkOpenStreetMap (2725794732)

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kraansluis
Kraansluis

De Kraansluis (brug 300) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de Prins Hendrikkade en voert over de monding van de Waalseilandgracht naar het Open Havenfront. De brug ligt in genoemde kade in het verlengde van brug 301 (Kolkwaterkering) en brug 299 (Hoofdbrug). In de aanloop naar de brug en aan de kade van de Waalseilandgracht, Kromme Waal staat het vol met rijksmonumenten. Aan de oostkant van de brug staat maar een gebouw en rijksmonument; het Scheepvaarthuis. Tot de jaren 30 van de 17e eeuw lag hier water. Het was een binnenhaven met palen, ook wel Oude Waal genoemd. Een deel van die binnenhaven werd rond 1634 aangeplempt, het noordelijke deel bleef water. Al snel verrezen er gebouwen op het Waalseiland waardoor ook een brug noodzakelijk werd. Deze brug werd loodrecht over de ontstane gracht gelegd, zoals te zien is op een tekening van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1657. Op de plattegrond van Frederik de Wit uit 1688 is een houten brug ingetekend, ook al is te zien, dat de doorvaart onder de brug maar een fractie is van de breedte van de gracht. Onder de brug lag dan voorts een sluis. Die brug en sluis, ook wel bekend als Kraanswaterkering, werd in 1681 aanbesteed door burgemeester Hudde, net als de eerder genoemde bruggen 299 en 301, om het getijdegevoelige water van het IJ buiten de stad te houden. In de wand van de brug is nog een plaquette te vinden met daarop de tekst: "De eerste steen van deze brug legt Josephus Huydecoper en Jonas Witsen J.S., soon en neef van de heeren, Johan huydecoper Heer van Maerseveen etc. en Nicolaes Witsen, Burgemeester in ’t Yaar 1682 den XVII maart". Op de kaart van Gerrit de Broen uit 1737 is die brug nog steeds zichtbaar en werd al aangeduid als Kraans Sluis tussen Camper Hooft en Nieuwe Waals Eylandt (later Buitenkant). Ook de naamgever van de brug De Groote Kraan, die van 1643 tot 1841 masten op schepen zette en steenblokken en geschut laadde en loste, is ingetekend. De brug ligt dan over de Waals Graft. In 1775 moeten de sluisdeuren nog vervangen worden. Vlak daarvoor tekende Hendrik Tavenier het complex in 1766. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1872. De sluis heeft door de komst van de Oranjesluizen haar functie als sluis verloren en de dan aanwezige houten brug moet vervangen worden. Een beweegbare brug is dan ook zinloos geworden, er vindt hier geen grote scheepvaart meer plaats; bovendien is een vaste brug goedkoper (geen bediening etc.) en kwam de tram eraan. Er kwam een vaste brug, waarover sinds 1879 de paardentram naar de monding van de Schippersgracht voerde. In 1893/1894 werd de brug verstevigd en ook verbreed en opnieuw in 1903/1904, want de elektrische tram kwam er aan. In dit geval was het de beurt aan tramlijn 13 en later tramlijn 19; zij zouden tot 1938 dienst doen. Willem Witsen legde die brug vast in het voorjaar van 1913. Doordat het plan "Voorlopig schema van verkeersverbeteringen in de binnenstad" (1931) de Prins Hendrikkade als hoofdroute aanwees, kwam er steeds meer verkeer, waarop alle bruggen op die route aangepast moesten worden aan de toenemende vraag. De Kraansluis ontsprong de dans, toch was zij in verband met de tram al tot 14 meter breed. Aanpassing werd pas noodzakelijk nadat de plannen voor de IJtunnel definitieve vorm kregen en de toegangswegen daarnaartoe verbreed moesten worden. Er kwam een nieuwe brug van meer dan 40 meter breed, die deels geplaatst werd ten noorden van de oude brug. Daarbij werd de bocht afgestoken. Die brug ligt dan ook danig in de weg, als Amsterdam begint aan de bouw van de metro. Om caissons te bouwen en te plaatsen werd de Waalseilandgracht hier ter plaatse gedempt voor caissonbouw op zand. Ook de brug kwam “droog te staan” en werd gedeeltelijk gesloopt. Die werkzaamheden eindigden in april 1987 en toen werd de brug in oude glorie hersteld. In 2018 ligt er een relatief brede brug, die over een smal water voert. Van noord naar zuid ligt er een breed wandelpad langs de kade, een vrije busbaan, een vluchtheuvel, twee rijstroken de stad in, opnieuw een vluchtstrook dan wel verdrijvingsvak, twee rijstroken de stad uit, een twee-richtingenfietspad en een wandelpad. Onder het wegdek liggen opslagruimten.

Kolkswaterkering
Kolkswaterkering

Kolkswaterkering (brug 301) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De drukke verkeersbrug is gelegen in de Prins Hendrikkade en overspant de monding van de Oudezijds Kolk in het Oosterdok. Rondom de brug staat een aantal rijksmonumenten, waarvan de Schreierstoren het bekendst is. De brug wordt op afbeeldingen soms verward met de Hoofdbrug, dit komt omdat als men vanuit het noorden kijkt de ingang ten oosten van de Schreierstoren ligt, terwijl de Oudezijds Kolk juist ten westen van de toren begint. De Kolkswaterkering en de Hoofdbrug liggen parallel aan elkaar, die laatste overspant de Geldersekade. De door Cornelis Anthonisz. geschilderde plattegrond van Amsterdam uit 1538 laat al wel de Oudezijds Kolk zien te noorden van de Zeedijk, een brug of sluis is nog niet ingetekend (de sluis ligt dan ter hoogte van de Zeedijk). Zijn plattegrond uit circa 1557 laat er een ophaalbrug zien, op de kop van het Kamperhoofd, ook wel Schreiershoek. Op de militaire kaart van Jacob van Deventer uit 1560 is ook een oeververbinding te zien. Pieter Bast tekende in 1599 ook een brug, al staat de Scheierstoren dan nog in het water van het IJ (de brug ligt dan dus nog zuidelijk van de toren). Een kaart verder in de geschiedenis van Amsterdam uit 1625 van de hand van Balthasar Florisz. van Berckenrode liet opnieuw een brug zien, maar dan ook al met een gedeelte daarvan noordelijk van de toren in een doorgaande kade (Oude Teer Tuynen) met ook de Hoofdbrug. In 1710 tekende Pieter Schenk een prent met opnieuw beide bruggen. De moderne geschiedenis begint midden 19e eeuw als Julien Damoy bij een foto voor een ansichtkaart met de Schreierstoren (La tour des pleureurs) ook twee houten ophaalbruggen fotografeert, de Kolkswatering en de Hoofdbrug. Ten tijde van 1891 is van houten ophaalbruggen geen sprake meer; er is een vaste brug te zien met torentjes met daarop lantaarns op de in het IJ uitstulpende landhoofden (Foto Gustaaf Oosterhuis; de Hoofdbrug kreeg hetzelfde uiterlijk). De ophaalbruggen verdwenen hier, omdat er een verbreding moest komen van de Prins Hendrikkade. Het toenemende landverkeer, waaronder ook eerste de paardentram en later de elektrische tram maakte verbreding noodzakelijk. In de loop van de 20e eeuw moest ze ook keer op keer verbreed en verstevigd (bijvoorbeeld in 1962 en 1980) worden, de gemeente Amsterdam had de Prins Hendrikkade aangewezen als hoofdverkeersroute naar de IJtunnel. In 2018 loopt er dan ook een vierbaansweg uitlopend tot vijfbaansweg over de brug met aan de zuidkant nog voet- en fietspaden, aan de noordzijde ligt nog een wandelkade. De bekendste kunstenaar die de brug heeft vastgelegd is zonder meer Jacob Maris. Hij schilderde ook weer beide bruggen rond 1875; beide bruggen werden rond 1876 vervangen door een liggerbrug.

Odebrug
Odebrug

De Odebrug (Grafisch ODE-brug; ODE is afkorting van Oosterdokseiland), voluit geheten de Oosterdokseilandbrug, is een vaste brug in drie delen voor al het verkeer in het centrum van Amsterdam even ten oosten van de Kamperbrug en het Station Amsterdam Centraal. De bouw van de brug begon op 1 september 2009. Het is een prefab toogbrug waarin veel basalt is verwerkt. Het ontwerp kwam van architect Simon Wilkinson, die werd geconfronteerd met specifieke eisen. De brug moest geschikt zijn voor voetgangers, fietsers, auto-, bus- en vrachtverkeer. Bovendien moest onder de brug nog scheepvaart kunnen plaatsvinden van bijvoorbeeld rondvaartboten. Dat laatste had tot gevolg dat de doorvaartbreedte ruim moest zijn, aangezien de boten hier een draaipunt vanuit het Oosterdok hebben. Tot slot bevindt zich onder de brug een metrotunnel. De doorvaartbreedte zorgde ervoor dat er slechts een brugpijler kon worden gebruikt, hetgeen er indirect voor zorgde dat de overspanning bijna twee meter dik moest zijn. Die liggers werd gefabriceerd door Haitsma Beton en op hun plaats gehesen door Sarens. Daarbij waren er twee afmetingen liggers; die voor de noordelijke overspanning zijn 40 meter lang en wegen 120 ton; die voor de zuidelijk 45 meter lang en 130 ton zwaar. De brug is van prefab betonelementen, staal en aluminium. Opvallend aan de brug zijn de enigszins diagonaal staande lantaarns. De brug werd geopend op 23 juni 2011. De brug verbindt het Oosterdokseiland, waar de laatste jaren veel nieuwbouw is verrezen, met de Prins Hendrikkade. De brug kwam er ter vervanging van de Oosterdoksdam die al sinds de metrobouw eind jaren 70 deze verbinding bood maar inmiddels is afgegraven. De naam van de brug is: een verwijzing naar OosterDokEiland de dichtvorm Ode en een ode van Simon Carmiggelt aan de stad: "Amsterdam is een heerlijke stad om te verlaten en ààn te komen"; de tekst is aan beide zijden van de brug middels plaquettes terug te vinden.